Fisher DC-TS960WL - Manual (Page 121)

[NEDERLANDS] NL-24
Voorkeuzezenders beluisteren
1. Druk op de toets TUNER om de frequentieband te selecteren.
2. Druk op de cijfertoets om het nummer van de gewenste
voorkeuzezender te selecteren, en druk dan op de toets ENTER.
-
De toets PRESET kan ook worden gebruikt. Druk kort op de toets
PRESET.
De voorkeuzezenders scannen
1.
Druk op de toets TUNER om de frequentieband te selecteren.
2. Hou de toets PRESET ten minste 1 seconde ingedrukt. Het nummer
van de voorkeuzezender wordt weergegeven. Vervolgens worden
alle voorkeuzezenders na elkaar gedurende 5 seconden weergegeven.
3. Wanneer de gewenste zender wordt weergegeven, drukt u nogmaals
op de toets PRESET om de huidige zender te beluisteren.
- Als alle voorkeuzezenders doorlopen zijn, ontvangt het apparaat de
zender waarnaar u aan het luisteren was toen u op de toets heeft
gedrukt.
- Het scannen kan ook worden gestopt met de toets n .
FM-stereo-uitzendingen ontvangen
Als u op de toets FM MODE drukt, schakelt het apparaat om tussen stereo
en mono. Als een FM-stereo-uitzending wordt ontvangen in stereomodus,
verschijnt automatisch “ST”.
-
Als de ontvangst van het signaal niet optimaal is, drukt u op de toets
FM MODE om over te schakelen naar mono-ontvangst (“MONO”). De
ontvangst kan daardoor beter worden, maar zal niet meer in stereo
zijn.
- Als een andere FM-frequentie wordt geselecteerd, wordt de
monoweergave automatisch beëindigd. Bij handmatige afstemming
blijft de monoweergave echter behouden.
FM-zenders met RDS beluisteren
RDS (Radio Data System) biedt FM-zenders de mogelijkheid om
aanvullende informatie mee te zenden met de gewone programma-
informatie. Zenders kunnen bijvoorbeeld de naam van de zender of
informatie over hun programma meezenden, zoals sport of muziek enz.
Wanneer u heeft afgestemd op een FM-zender die een RDS-signaal
uitzendt, wordt de “PS” RDS-modus automatisch ingeschakeld en wordt
de zendernaam weergegeven op het display.
Opmerking:
-
Sommige FM-zenders zenden geen RDS-signaal mee.
- RDS werkt niet wanneer het signaal te zwak is.
- RDS is niet beschikbaar voor AM-zenders.
De RDS-modus selecteren
Druk op de toets RANDOM/RDS terwijl u naar een FM-zender luistert.
Telkens u de toets indrukt, wordt een andere weergavemodus geactiveerd.
PS v PTY v RT v Frequency
PS (programmaservice)
De naam van de zender wordt weergegeven. Als er geen PS-signaal
wordt ontvangen, verschijnt eerst “NO PS” en vervolgens de frequentie
van de zender.
PTY (programmatype)
Het programmatype wordt weergeven. Als er geen PTY-signaal wordt
ontvangen, verschijnt eerst “NO PTY” en vervolgens de naam of de
frequentie van de zender.
RT (radiotekst)
De tekstberichten die door de zender worden uitgezonden, worden
weergegeven op het display. Als er geen RT-signaal wordt ontvangen,
verschijnt “NO RT”.
Frequency
Zenderfrequentie (niet-RDS)
Na enkele seconden wordt de PS-modus weer hervat wanneer een
RDS-signaal wordt ontvangen.
LUISTEREN NAAR DE RADIO
Druk op de toets TUNER om het apparaat in te schakelen en af te
stemmen op de zender waarnaar u de vorige keer luisterde.
Automatisch/handmatig afstemmen
1. Druk op de toets TUNER om de frequentieband te selecteren (FM of
AM TUNER).
2. Automatisch afstemmen
Druk gedurende ten minste 1 seconde op de toets “TUNE +” of “TUNE
–” om af te stemmen op een zender. Het apparaat zal vervolgens de
band omlaag en omhoog scannen tot de eerste zender wordt gevonden
met een voldoende sterk signaal. Druk nogmaals op de toets om
verder te gaan.
Handmatig afstemmen
Druk kort op de toets “TUNE +” of “TUNE –” tot de gewenste frequentie
wordt weergegeven.
Voorkeuzezenders instellen
U kunt maximaal 24 FM- en 12 AM-zenders instellen.
Automatisch voorkeuzezenders instellen (APT)
1.
Druk op de toets TUNER om de frequentieband te selecteren.
2. Hou de toets PROG ten minste 3 seconden ingedrukt. “PGM” begint
te knipperen.
De modus Automatisch afstemmen is nu ingeschakeld en de
voorkeuzezenders worden automatisch ingesteld, te beginnen bij de
onderkant van de frequentieband.
Deze functie stopt zodra 24 FM-zenders of 12 AM-zenders ingesteld
zijn of wanneer het einde van de frequentieband bereikt wordt. “PGM”
verdwijnt en u hoort de voorkeuzezender op kanaal 1.
3. Ga op dezelfde manier te werk om voorkeuzezenders op de andere
frequentieband in te stellen.
Opmerking:
Als u de functie APT heeft ingeschakeld, worden alle eerder ingestelde
voorkeuzezenders van de frequentieband gewist en vervangen door
nieuwe zenders.
Handmatig voorkeuzezenders instellen
1.
Stem af op de zender die u als voorkeuzezender wilt instellen.
2. Druk op de toets PROG.
3. Als “PGM” knippert, drukt u op de cijfertoets om de zender als
voorkeuzezender in te stellen.
Voorbeeld: Als u nr. 3 wenst, drukt u op 3. Als u nr. 12 wenst, drukt u
op 1, daarna op 2.
-
De toets PRESET kan ook worden gebruikt.
4. Terwijl “PGM” knippert, drukt u op de toets ENTER.
-
In dit voorbeeld wordt “FM 101.70 MHz” ingesteld als
voorkeuzezender 12.
5. Herhaal de bovenstaande stappen voor andere voorkeuzezenders.
- Wanneer u een nieuwe voorkeuzezender instelt, wordt de eerdere
zender gewist.
MHz
ST
PL
RS LS SW
R C L
MHz
PGM
ST
PL
RS LS SW
R C L
MHz
PGM
ST
PL
RS LS SW
R C L
MHz
PGM
ST
PL
RS LS SW
R C L
MHz
ST
PL
RS LS SW
R C L