ABUS TVIP72500 User Manual

Page 218

Advertising
background image

218



SMTP:

SMTP-serveradres:

Geef hier het adres van de postuitgangsserver aan (SMTP-server)

Serverpoort:

De SMTP-serverpoort is standaard 25. Indien nodig, kan een alternatieve poort
worden toegewezen.

SSL:

Indien de e-mailserver gebruikmaakt van SSL, dan kan dit hier worden
geactiveerd.

Authenticatie:

Leg hier het authenticatietype voor het e-mailaccount vast.

SMTP:

Indien de authenticatie bij de e-mailserver via gebruikersnaam en wachtwoord
verloopt, dan moet deze optie worden geactiveerd.

POP voor SMTP:

Selecteer deze optie, indien er voor de e-mailverzending e-mails moeten worden
opgehaald. POP voor SMTP (POP before SMTP) kan in de instellingen van het e-
mailaccount zo nodig worden gedeactiveerd.

E-mailafzender:

Dit is het adres van het e-mailaccount. De lengte bedraagt max. 64 tekens.

E-mailontvanger:

Het e-mailadres van de ontvanger. De lengte bedraagt max. 64 tekens.

Test:

Door het indrukken van de knop worden de instellingen van de SMTP-server
getest. Daarbij wordt een testbestand naar de e-mailontvanger verstuurd.



HTTP:

Voor het opslaan van beeldgegevens (losse beelden) op een HTTP-server gebruikt u deze functie. Op de
HTTP-server moet een zgn. CGI-script de gegevens in ontvangst kunnen nemen. Neem bij vragen contact op
met uw netwerkbeheerder.

URL:

Geef hier de URL van de HTTP-server met de map-parameters aan (bijv.
“192.168.0.156/cgi-bin/webcam”).

Poort:

Geeft hier de poort aan waarop de HTTP-server werkt.

Gebruikersidentificatie:

Gebruikersidentificatie bij de HTTP-server

Wachtwoord:

Wachtwoord bij de HTTP-server

Wachtwoord herhalen:

Herhaal hier het wachtwoord.

Proxy-adres:

Servernaam bij gebruik van een proxyserver

Proxy-poortnummer:

Poortnummer van de proxyserver

Proxy-gebruikersnaam:

Gebruikersidentificatie bij de proxyserver

Proxy-wachtwoord:

Wachtwoord bij de proxyserver

Test:

Door het indrukken van de knop worden de instellingen van de HTTP-server
getest. Daarbij wordt een testbestand naar de HTTP-server verstuurd.



Netwerkstation:

Type:

Protocolselectie tussen Windows-netwerk (SMB/CIFS) en Unix-netwerk (NFS)


Windows-netwerk (SMB/CIFS)

Netwerk geheugenruimte:

Invoer van IP of station/map van het netwerkstation

Bijv.: \\IP\map

Bijv.: \\my_nas:\mapnaam


Werkgroep:

Werkgroep van het Windows-netwerkstation

Gebruikersnaam:

Gebruikersnaam van de werkgroep

Wachtwoord:

Wachtwoord van de werkgroep

Wachtwoord herhalen:

Herhaal hier het wachtwoord voor de werkgroep.

Map aanmaken:

Daarnaast wordt er een submap op het netwerkstation aangemaakt.

Test:

Door het indrukken van de knop worden de instellingen van het netwerkstation
getest. Daarbij wordt een testbestand naar het netwerkstation verstuurd.


Unix-netwerkstation (NFS):

Advertising
This manual is related to the following products: