Schoon water, Doseerinrichting (optie), Vegen (enkel b 250 ri) – Karcher B 250 R I Bp User Manual

Page 63: Grofvuilklep, Vegen beëindigen, Programmakeuzeschakelaar, Infotoets, Instellingen, Bedieningsmenu

Advertising
background image

-

6

Deksel van het verswaterreservoir ope-
nen.

Vers water (maximum 60 °C) tot 15 cm
onder de bovenkant van het reservoir
vullen.

Reinigingsmiddel vullen.

Deksel van het verswaterreservoir slui-
ten.

Instructie:
Vul het schoonwaterreservoir voor de eer-
ste inbedrijfstelling volledig om het water-
leidingsysteem te ontluchten.
Met vulautomatiek verswatertank (optie)
Instructie:
Aanbevolen wordt een slang met
aquastopkoppeling op de zijkant van het
apparaat te gebruiken. Daardoor wordt het
wegspuiten van water bij het erafhalen na
het vulproces geminimaliseerd.

Slang met de vulautomaat verbinden
en watertoevoer (max. 60 °C, max. 5
bar) openen.

Kort wachten, de vulautomaat onder-
breekt de watertoevoer als de tank vol
is.

Watertoevoer sluiten en slang weer van
het apparaat nemen.

Aan het schoon water wordt op de weg
naar de reinigingskop door een doseerap-
paraat reinigingsmiddel toegevoegd.
Instructie:
Met de doseerinrichting kan maximum 3%
reinigingsmiddel gedoseerd worden. Bij
een hogere dosering moet het reinigings-
middel in het schoonwaterreservoir gego-
ten worden.

Container met reinigingsmiddel in de
kuip achter de stoel plaatsen.

Deksel van de container afschroeven.

Zuigslang van de doseerinrichting in de
container steken.

Instructie:
– Het apparaat beschikt over een vers-

waterniveau-indicatie op het display. Bij
een leeg schoonwaterreservoir wordt
de dosering van het reinigingsmiddel
uitgezet. De reinigingskop werkt zonder
vloeistoftoevoer verder.

– Bij een leeg reinigingsmiddelvat wordt

de toevoeging eveneens stopgezet.
Het controlelampje „RM-tank leeg“
brandt rood. De reinigingskop krijgt al-
leen nog schoon water toegevoerd.

De veeginstallatie neemt losse rommel van
de grondreiniging op.
LET OP
Beschadigingsgevaar van de veeginstalla-
tie.
Geen verpakkingsbanden, metaal-

draad of iets dergelijks opvegen.

Met de B 250 RI mogen enkel treden tot

max. 2 cm bereden worden.

Verstoppings- en verontreiningingsge-

vaar voor het stoffilter. Veeginstallatie
voor het vegen van droge oppervlakten
toepassen.

WAARSCHUWING

Verwondingsgevaar!
Zuigturbine, zijbezems en filterreiniging lo-
pen na het uitschakelen na.

Schakelaar "Vegen" inschakelen.

De veeginstallatie wordt geactiveerd. Het
controlelampje "Vegen" licht op tijdens de
werking.

Voor het opvegen van grotere voorwerpen
(tot een hoogte van ca. 6 cm) kan de grof-
vuilklep gebruikt worden.
GEVAAR

Verwondingsgevaar door weggeslingerde
rommel: Grofvuilklep alleen gebruiken,
wanneer er geen personen in de buurt zijn.

Pedaal voor het optillen van de grof
vuilklep induwen.

Instructie:
Bij het inschakelen van de grofvuilklep ver-
mindert de veegwerking van de stofzuiger.
Daarom dient men de grofvuilklep alleen te
gebruiken wanneer dit noodzakelijk is.

Schakelaar "Vegen" op "0" zetten.

De veeginstallatie wordt gedeactiveerd. Na
het beëindigen van het vegen wordt het
stoffilter ca. 15 lang gereinigd. Daarbij
brandt het controlelampje "Stoffilter
schoonmaken".

1 Transportmodus

Naar gebruiksplaats rijden.

2 Eco-modus

Vloer nat reinigen (met gereduceerd
borsteltoerental) en vuilwater opzuigen
(met gereduceerde zuigcapaciteit).

3 Normale modus

Vloer nat reinigen en vuil water opzui-
gen.

4 Verhoogde borstelaandrukkracht

Vloer nat reinigen (met verhoogde bor-
stelaandrukkracht) en vuil water opzui-
gen.

5 Intensieve modus

Vloer nat reinigen en reinigingsmiddel
laten inwerken.

6 Zuigmodus

Vuil opzuigen.

7 Opwrijfmodus

Vloer zonder vloeistof polijsten.

8 Handreiniging

Reinigingsvloeistof met wand-plafond-
vloersproeier (optie) aanbrengen en
opnieuw opzuigen.

Met de infotoets worden menupunten ge-
selecteerd en instellingen uitgevoerd.
– Rechts-/Links bladert vooruit/achteruit

door de menu's.

– Indrukken kwiteert een geselecteerde

instelling.

In het bedienersmenu worden instellingen
voor de verschillende reinigingsprogram-
ma's uitgevoerd. Afhankelijk van het reini-
gingsprogramma zijn verschillende para-
meters instelbaar. De instellingen worden
met de Infobutton uitgevoerd.

Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.

Gaan zitten en sleutelschakelaar op „1“
stellen.
Het display toont de acculaadtoestand
en het verswaterpeil.

Reinigingsprogramma selecteren.

Bedieningsmenu door draaien van de
Infotoets oproepen.

Gewenste parameters door draaien
van de infotoets selecteren. De huidig
ingestelde waarde wordt als balk weer-
gegeven.

Infotoets indrukken, de balkweergave
knippert.

Parameters door draaien van de info-
toets tussen „min“ en „max“ opnieuw in-
stellen.

Gewijzigde instelling door indrukken
van de infotoets bevestigen of wachten
tot de ingestelde waarde automatisch
overgenomen wordt.

Instructie:
– Indien de geselecteerde parameter ge-

durende 10 seconden niet gewijzigd
wordt, schakelt het display over op de
weergave van de accutoestand en het
verswaterpeil.

– Dezelfde reinigingsparameters kunnen

in elk reinigingsprogramma individueel
ingesteld worden.

– De borstelaandrukkracht kan alleen bij

een rijdend apparaat in de program-
ma's schuurzuigen, natschrobben, po-
lijsten en polijstzuigen ingesteld wor-
den.

– Alle instellingen blijven ook in stroomlo-

ze toestand van het apparaat behou-
den.

Schoon water

Doseerinrichting (Optie)

Vegen (enkel B 250 RI)

Grofvuilklep

Vegen beëindigen

Programmakeuzeschakelaar

1

2

3

4

5

6

7

8

Infotoets

Instellingen

Bedieningsmenu

63

NL

Advertising