Synchronisatie van het 2, Sluitergordijn, Rode-ogen reductie – SIGMA ELECTRONIC FLASH EF-610 DG SUPER NA-iTTL (ニコン用) User Manual

Page 46: Model / testflits, Meervoudig flitsen

Advertising
background image

45

1.

Druk op de MODE functietoets om de TTL/BL (TTL) mode te selecteren.

2.

Druk op de SEL toets tot het belichtingscompensatie symbool

gaat knipperen.

3.

Druk op de + en – toets om de gewenste compensatiewaarde
te kiezen

4.

Druk nogmaals op SEL toets om de gekozen waarde te fixeren

Bewust aanpassen van de belichtingscompensatie bij de EF-610 DG SUPER NA-iTTL’s lichtdosering en de achtergrond

Deze functie kan niet worden gebruikt met de F3 serie, FM10, FM2 new en de FE10.

Gebruik de belichtingscompensatiemogelijkheden van de camera (raadpleeg hiervoor de
gebruiksaanwijzing van uw camera).

Belichtingscompensatie in de M mode

In de M mode is het mogelijk de diafragma instelling op de camera, of de lichtdosering van de flitser te
wijzigen nadat u de gewenste belichtingscompensatie heeft ingesteld.

SYNCHRONISATIE VAN HET 2

e

SLUITERGORDIJN

Wanneer u van een bewegend onderwerp een flitsopname met de synchronisatie op een langere
sluitertijd maakt zal het lichtspoor doorgaans voorafgaand aan het onderwerp worden belicht.
Normaliter wordt de flitser immers geactiveerd als het 1

e

sluitergordijn geheel is geopend. Het

onderwerp wordt dus vanaf het moment van flitsactivatie belicht totdat de sluiter weer dicht is
(synchronisatie op het 1

e

sluitergordijn). Maar wanneer u de synchronisatie op het 2

e

sluitergordijn

gebruikt zal de flitser pas ontsteken vlak voor dat het 2

e

sluitergordijn dicht gaat. Hierdoor wordt het

onderwerp belicht vanaf het moment dat de sluiter open gaat tot dat de flitser ontsteekt. Het lichtspoor
wordt nu achter het onderwerp belicht waardoor een natuurlijker effect ontstaat.

Deze functie kan alleen worden gebruikt bij camera’s waarbij synchronisatie op het 2e sluitergordijn mogelijk is.

Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera
hoe u deze functie kunt gebruiken.

Op het LCD display zal het symbool

verschijnen als de synchronisatie op het 2

e

sluitergordijn is ingesteld

RODE-OGEN REDUCTIE

Bij het maken van flitsopnamen komt het vaak voor dat het flitslicht reflecteert in de ogen waardoor het
effect van rode ogen ontstaat. Indien u de rode-ogen functie gebruikt zal de flitser gedurende
ongeveer 1 sec. enkele “voorflitsen” geven voordat de werkelijke opname wordt gemaakt. Dit zal het
rode-ogen effect sterk doen afnemen.

Deze functie kan alleen worden gebruikt bij camera’s voorzien van een rode-ogen reductie mogelijkheid.

Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera
hoe u deze functie kunt gebruiken.

Op het LCD display zal een

markering zichtbaar worden als de rode-ogen reductie functie is geactiveerd.

MODEL / TESTFLITS

Het is mogelijk om vooraf een Model / Testflits te geven om de uitlichting en schaduwvorming etc. te beoordelen.

1.

Druk op de mode toets om de functie te activeren.

2.

Druk herhaaldelijk op de + of – toets tot het

symbool zichtbaar is.

3.

Controleer of de flitser volledig is opgeladen en druk op de TEST toets.

MEERVOUDIG FLITSEN

Bij deze instelling zal de flitser herhaaldelijk afgaan terwijl de sluiter open blijft. Hierdoor worden
achtereenvolgende bewegingen van een onderwerp in één opname vastgelegd. Deze instelling is het
meest effectief bij gebruik van een licht onderwerp tegen een donkere achtergrond. Het is mogelijk de
flitsfrequentie tussen 1 Hz en 100 Hz in te stellen. Tot maximaal 90 flitsen kunnen achter elkaar
worden ontstoken. Het maximum aantal flitsen kan variëren afhankelijk van het richtgetal en de
flitsfrequentie. (zie de tabel 3 op de vorige pagina)

Advertising