Nederlands, 1 algemeen, 2 beschrijving – Stiga 8221-0034-80 User Manual

Page 28

Advertising
background image

28

NEDERLANDS

NL

1 ALGEMEEN

Dit symbool geeft een WAARSCHU-

WING weer. Als de instructies niet nau-

wkeurig worden opgevolgd, kan dit

leiden tot ernstige persoonlijke verwon-

dingen en/of schade.
Voordat u deze machine in gebruik

neemt, moet u de gebruiksaanwijzing

en de meegeleverde "VEILIGHEIDS-

VOORSCHRIFTEN" zorgvuldig

doornemen.

1.1 Symbolen

Op de machine ziet u de volgende symbolen om u

eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet-

tendheid bij gebruik en tijdens onderhoud geboden

is.
Betekenis van de symbolen:

Waarschuwing!

Lees vóór gebruik van de machine de ge-

bruikershandleiding en de veiligheids-

voorschriften.
Waarschuwing!

Kijk uit voor weggegooide voorwerpen.

Houd omstanders op afstand.
Waarschuwing!

Draag altijd gehoorbescherming.

Waarschuwing!

Deze machine is niet bedoeld voor rijden

op de openbare weg.
Waarschuwing!

U mag met de machine niet rijden op een

helling met een grotere hellingshoek dan

10º.
Waarschuwing!

Kans op brandwonden. Raak de geluid-

demper/katalysator niet aan.

1.2 Verwijzingen

1.2.1 Afbeeldingen

De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding

zijn genummerd met 1, 2, 3 etc.

Onderdelen in afbeeldingen worden aangegeven

met A, B, C etc.
Een verwijzing naar onderdeel C in afbeelding 2

wordt als volgt weergegeven:.
“Zie afb. 2:C.” of gewoon “(2:C)”

1.2.2 Titels

De titels in deze gebruikershandleiding zijn op de

volgende manier genummerd:

“1.3.1 Algemene veiligheidscontrole” is een subti-

tel van “1.3 Veiligheidscontrole” en wordt onder

deze titel vermeld.

Wanneer naar een titel wordt verwezen, wordt al-

leen het nummer van deze titel aangegeven. Bi-

jvoorbeeld “Zie 1.3.3”.

2 BESCHRIJVING

2.1 Aandrijving

De machine heeft voorwielaandrijvingGereedsc-

hap dat aan de voorzijde is gemonteerd wordt

aangestuurd door aandrijfriemen.

2.2 Besturing

De machine heeft achterwielbesturing. Daarom

kan de machine gemakkelijk om bomen of andere

obstakels heen rijden. Het sturen wordt geregeld

via een kabel.

2.3 Beveiligingssysteem

De machine is uitgerust met een elektrisch beveil-

igingssysteem. Dit systeem onderbreekt bepaalde

activiteiten die door onjuiste handelingen gevaarl-

ijke situaties kunnen veroorzaken. De motor kan

bijvoorbeeld niet gestart worden als de koppeling

van de parkeerrem is ingetrapt.

Controleer voor elk gebruik of het bev-

eiligingssysteem werkt.

2.4 Bediening

2.4.1 Gereedschapslift, mechanisch (1:A)
U kunt als volgt schakelen tussen de werkpositie

en de transportpositie:
1. Trap het pedaal volledig in.
2. Laat het pedaal langzaam los.
2.4.2 Bedrifjsrem/koppeling/parkeerrem

(3:B) (Man)

Pedaal dat bedrijfsrem en koppeling combineert.

Drie standen:

1. Pedaal omhoog - aandrijving.

De machine rijdt als er een

versnelling wordt gekozen.

Bedrijfsrem niet geactiveerd.
2. Pedaal voor de helft ingetrapt

- aandrijving ontkoppeld, er kan geschakeld

worden. Bedrijfsrem niet geactiveerd.
3. Pedaal volledig ingetrapt - aandrijving

ontkoppeld. Bedrijfsrem volledig geactiveerd.
LET OP! Regel de snelheid niet door de koppeling

te laten slippen. Kies in plaats daarvan de juiste

versnelling voor de goede snelheid.

Advertising