Nederlands, 5 onderhoud – Stiga 8221-0034-80 User Manual

Page 32

Advertising
background image

32

NEDERLANDS

NL

4.4 Starten

1. Zie afb. 8. Open de benzinekraan die zich in de

kap aan de linkerachterzijde bevindt.

2. Controleer of the bougiekabel(s) op de

bougie(s) is/zijn geplaatst.

3. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld

is.

4. Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal.
5. Starten van een koude motor – zet de gashendel

helemaal in de chokestand.

Starten van een warme motor – zet de gashendel

op vol gas (ongeveer 2 cm achter de choke-

stand).

6. Trap het koppelings-/rempedaal volledig in.
7. Draai de contactsleutel om en start de motor.
8 Wanneer de motor is gestart, duwt u de gashen-

del geleidelijk naar vol gas (ongeveer 2 cm

achter de chokestand) als u de choke gebruikt

hebt.

9. Laat de machine na een koude start niet onmid-

dellijk belast werken, maar laat de motor eerst

een paar minuten warmdraaien. Op die manier

kan de olie eerst opwarmen.

Bij gebruik van de machine altijd vol gas geven.

4.5 Bedieningstips

Controleer altijd of de juiste hoeveelheid olie in de

motor zit. Dit is met name belangrijk bij het werk-

en op hellingen. Zie 4.2.

Wees voorzichtig bij het rijden op hell-

ingen. Start of stop niet plotseling wan-

neer u een helling op- of afrijdt. Rijd

nooit dwars over een helling. Rijd van

boven naar beneden en van beneden

naar boven.
Deze machine mag op een helling van

maximaal 10° rijden.

Verminder de snelheid op hellingen en

bij scherpe bochten om controle over de

machine te houden en het risico op kan-

telen te beperken.
Draai bij rijden in de hoogste versnel-

ling en bij vol gas het stuur niet volledig

naar één kant. De machine kan dan

kantelen.
Blijf met uw handen uit de buurt van de

middensturing en de zittinghouder. An-

ders kunt u bekneld raken! Rijd nooit

met de machine als de motorkap open

is.
Rijd nooit als het maaidek in de trans-

portpositie staat. Dit veroorzaakt

schade aan de aandrijfsnaar van het

maaidek.

4.6 Stoppen

Schakel de krachtafnemer uit. Trek de parkeerrem

aan.
Laat de motor 1-2 minuten stationair draaien. Zet

de motor af door de contactsleutel om te draaien.
Sluit de benzinekraan. Dit is vooral belangrijk als

de machine op bijv. een aanhanger vervoerd moet

worden.

Als u de machine zonder toezicht

achterlaat, moet u de bougiekabel(s)

losmaken van de bougie(s). Trek ook de

sleutel uit het contactslot.
Direct na gebruik kan de motor bij-

zonder heet zijn. Raak de demper, de

cilinder of de koelribben niet aan. Dit

kan ernstige brandwonden veroorzak-

en.

4.7 Reiniging

Om het gevaar op brand te verkleinen

de motor, de demper, de accu en de

brandstoftank vrijhouden van gras,

bladeren en olie.
Om het gevaar op brand te verkleinen

regelmatig controleren of er sprake is

van olie- en/of brandstoflekkage.

Reinig de machine na gebruik. Voor het reinigen

gelden de volgende richtlijnen.

• Als u de machine met een hogedrukreiniger

reinigt, richt de straal dan niet rechtstreeks op

de asborging, elektrische onderdelen of hy-

draulische kleppen.

• Sproei nooit rechtstreeks water op de motor.
• Reinig de motor met een borstel en/of perslucht.
• Reinig de luchtinlaat van de motor.

5 ONDERHOUD

5.1 Onderhoudsprogramma

Om de machine voortdurend in goede staat te

houden en zo de betrouwbaarheid te bevorderen,

ook in verband met het milieu, moet het onder-

houdsprogramma van STIGA worden gevolgd.
De inhoud van dit programma vindt u in het bij-

gevoegde serviceboekje.
Basic service moet altijd door een erkende service-

werkplaats worden uitgevoerd.
Eerste onderhoud en Intermediate Service zou

door een erkende servicewerkplaats moeten

worden uitgevoerd, maar kan ook door de gebruik-

er worden gedaan. De inhoud van deze program-

ma's staat in het serviceboekje en de handelingen

zijn beschreven onder“4” en hieronder.

Advertising