Partner Tech P145107H User Manual

Page 67

Advertising
background image

67

02948

A

0

24

73

024

73

Fig. 1

02966

A

A

Fig. 2

02548

B

B

Fig. 3

B

02950

A

02

473

02473

B

Fig. 4

De maaiunit nivelleren

Zorg ervoor dat de banden tot de PSI-waarde die op de

banden zelf staat aangegeven zijn opgepompt. Als de

banden te hard of te zacht zijn, kan dat het uiterlijk van uw

grasveld beïnvloeden zodat u denkt dat de maaiunit niet

goed is afgesteld.

beide kanten op het oog uitlijnen

1. Als alle banden de juiste spanning hebben, maar uw

veld toch niet gelijk is gemaaid, kijkt u welke kant van de

maaier dieper maait.

2. Draai met een verstelbare sleutel of een sleutel van 3/4"

de afstelmoer van de hefkoppeling (A) naar links om

de maaier te verlagen, of naar rechts om de maaier te

verhogen (Fig. 1).

N.B.: Iedere volle slag van de afstelmoer wijzigt de hoogte

van de maaier met ongeveer 3/16".
3. Test uw afstelling door wat ongemaaid gras te maaien

en te kijken hoe het resultaat eruitziet. Stel de maaiunit

indien nodig verder af totdat u tevreden bent met het

resultaat.

PRECISIE-AFSTELLING BAN BEIDE KANTEN BAN

DE MAAIUNIT

1. Parkeer met alle banden op de juiste spanning de tractor

op een vlakke ondergrond of op een oprit.

OPGELET: De messen zijn scherp. Bescherm uw han-

den met handschoenen en/of wikkel dikke doeken om de

messen.
2. Breng de maaier omhoog tot de hoogste positie.
3. Plaats aan beide zijden van de maaier het mes aan de

zijkant en meet de afstand (A) van de onderste rand van

het mes tot de grond. De afstand moet aan beide zijden

hetzelfde zijn (Fig. 2).

4. Zie de stappen 2 van de instructies voor het op het oog

uitlijnen als de messen afgesteld moeten worden

5. Controleer de metingen opnieuw, en stel de messen af

totdat beide zijden gelijk zijn.

AFSTELLING BOOR-EN ACHTERZIJDE

BELANGRIJK: Het oppervlak van de maaier moet overal

dezelfde hoogte hebben.
Voor de beste maairesultaten moeten de maaimessen zodanig

worden afgesteld dat de voorkant 1/8” tot 1/2” lager is dan de

achterkant wanneer de maaier in de hoogste stand staat.

OPGELET: De messen zijn scherp. Bescherm uw han-

den met handschoenen en/of wikkel dikke doeken om de

messen.
• Breng de maaier omhoog tot de hoogste positie.

Plaats alle messen zo, dat de punt recht vooruit wijst. Meet

de afstand (B) tot de grond bij de voorste en achterste

punt van het mes (Fig. 3).

• Ga naar de voorkant van de tractor als de voorste punt

van het mes niet 1/8" tot 1/2" lager is dan de achterste

punt.

• Haal met een 11/16" of verstelbare sleutel de blokkeer-

moer A verschillende slagen los om afstelmoer B vrij te

maken.

• Draai met een 3/4" of verstelbare sleutel de afstelmoer

van de voorste koppeling (B) in de richting van de klok

(vast) om de voorkant van de maaier op te heffen of tegen

de richting van de klok in (los) om de voorkant van de

maaier te laten zakken (Fig. 4).

N.B.: Iedere volle slag van de afstelmoer wijzigt de hoogte

van de maaier met ongeveer 1/8".
• Controleer de metingen opnieuw en stel indien nodig

verder af totdat de voorste punt van het mes 1/8" tot 1/2"

lager is dan de achterste punt.

• Houd de afstelmoer in positie met de sleutel en draai de

blokkeermoer goed vast tegen de afstelmoer.

6

Advertising