Petzl NAVAHO BOD CROLL FAST User Manual

Page 13

Advertising
background image



C71CFO NAVAHO BOD CROLL FAST C71503-A (011206)

(NL) NEDERLANDS

Gebruiksvoorschriften

A

Enkel de niet-doorkruiste technieken en/of die zonder het

pictogram “doodshoofd” zijn toegelaten. Neem regelmatig

kennis van de nieuwe updates van deze documenten op

onze website www.petzl.com

Indien u twijfelt of moeite heeft om het te begrijpen, gelieve

dan contact op te nemen met PETZL.

Toepassingsveld

Antivalgordel, positioneringgordel en zitgordel.

Gordel voor rope-access met geïntegreerde CROLL

touwklem.

Dit product mag niet méér belast worden dan toegelaten en

mag niet gebruikt worden in elke andere situatie waarvoor

het niet voorzien is.

OPGELET

De activiteiten die het gebruik van deze uitrusting

vereisen zijn van nature gevaarlijk.

U bent verantwoordelijk voor uw handelingen en

beslissingen.

Alvorens deze uitrusting te gebruiken, dient u:

- Alle gebruiksinstructies te lezen en te begrijpen.

- Een aangepaste training te hebben gevolgd voor het

gebruik van deze uitrusting.

- Zich vertrouwd te maken met uw uitrusting ; zijn prestaties

en beperkingen leren kenen.

- De inherente risico’s te begrijpen en te aanvaarden.

Het niet-respecteren van één van deze waarschuwingen

kan de oorzaak zijn van ernstige of dodelijke

verwondingen.

Verantwoordelijkheid

OPGELET, een aangepaste training in deze toepassing is

noodzakelijk vóór gebruik.

Dit product mag enkel gebruikt worden door bevoegde en

beraden personen of die onder direct visueel toezicht van

een competent en beraden persoon geplaatst zijn.

Het aanleren van de gepaste technieken en

veiligheidsmaatregels gebeurt onder uw eigen

verantwoordelijkheid.

U neemt persoonlijk alle risico’s en verantwoordelijkheid

voor eventuele schade, verwondingen of overlijden,

ongeacht de manier waarop dit zou kunnen optreden na

verkeerdelijk gebruik van onze producten. Indien u niet in

staat bent om deze verantwoordelijkheid op te nemen of om

dit risico te lopen, gebruik dit materiaal dan niet.

Terminologie van de onderdelen

Gordel

- Borstgordel: (1) Rug-bevestiging EN 361, (2) Verstelling

van het dorsaal inbindpunt, (3) Sternum-bevestiging

EN 361, (4) Geïntegreerde CROLL EN 12841,

(5) Directionele snelschakel met scheidingstaafje.

- Zitgordel: (6) Heupriem, (7) Navel-bevestiging EN 358,

EN 813, (8) Laterale bevestigingsringen op heupriem

EN 358, (9) Verbindingsgesp achteraan tussen borst- en

zitgordel met inbindpunt voor werkplaatsbeperking

EN 358, (10) Regelbare DoubleBack sluiting, (10bis) FAST

snelgespen, (11) Materiaallus, (12) Bandgeleider voor

materiaal-drager, (13) Bandgeleider voor borstriem,

(14) Verstelbare elastieken, (15) Etiket voor markering

opgeborgen in de heupriempolstering.

Ventrale CROLL touwklem

(16) Spanveer, (17) Veiligheidspal, (18) Verbindingsoog.

Voornaamste materialen

NAVAHO BOD FAST gordel: polyester, staal

(sluitingsgespen), aluminiumlegering (inbindpunten).

Ventrale CROLL touwklem: aluminiumlegering (body),

verchroomd staal (spanveer), polyamide (veiligheidspal).

Check: te controleren punten

Vóór elk gebruik

Gordel

Nazicht van de riemen ter hoogte van de bevestigingen, van

de sluitingsgespen en van de veiligheidsstiksels.

Controleer scheuren, slijtageverschijnselen en schade ten

gevolge van het gebruik, hitte, chemische producten enz...

Let op doorgesneden vezels.

Check de goede werking van de DoubleBack en FAST

gespen.

Directionele snelschakel

Vóór elk gebruik, nazicht van het body.

Controleer of de vergrendelring correct en volledig

aangedraaid is (men mag geen schroefdraad meer zien) en

vastgezet is op een kracht van 3 Nm.

Ventrale CROLL touwklem

Vóór elk gebruik, nazicht van het body, het verbindingsoog,

de veren, de spanveer en de veiligheidspal (scheuren,

krassen, vervorming, slijtage, corrosie) en check dat

de spanveer op de juiste as ligt. Controleer de tanden

op slijtage. OPGELET, als er tanden ontbreken, of als ze

versleten zijn, gebruik dan deze touwklem niet meer.

Tijdens het gebruik

Het is belangrijk om regelmatig de toestand van het product

te controleren. Vergewis er u van dat alle elementen goed

verbonden en goed geplaatst zijn ten opzichte van elkaar.

Meer details over de uit te voeren controle voor elk PBM

in de specifieke PBM CDROM van PETZL of op www.petzl.

com/ppe

Bij twijfel, contacteer uw lokale PETZL verdeler.

B

Schema 1. Directionele snelschakel

Deze snelschakel, onderdeel van de gordel, is een

verbindingselement om de voorkant van de borstgordel

te verbinden met de heupriem. Hij moet steeds vastgezet

worden op 3 Nm (onmogelijk met de hand los te maken).

Gebruik hem niet om er een leeflijn of een energie-absorber

aan te verbinden.

C

Schema 2. Aantrekken van de gordel

Open de FAST gespen van de beenlussen.

2A. Spreid de schouderriemen, houd de gordel vast bij de

heupriem, steek de voeten er door en trek hem aan.

2B. Plaats de schouderriemen op de schouders.

2C. Span de heupriem aan door aan de riemen te trekken.

Berg het overschot aan riemen (goed platgedrukt)

zorgvuldig weg in de bandgeleiders.

- Kort overschot: steek ze door de bandgeleiders voor de

sluitingsgespen.

- Lang overschot: bij een teveel aan riemen, steek ze door

de laterale bevestigingsringen en dan door de bandgeleiders

onder deze ringen.

2D. Sluit de FAST gespen en pas de beenlussen aan. Let op

losse voorwerpen die de goede werking van de FAST gespen

kunnen hinderen (steentjes, zand, kledij...). Controleer of ze

goed vergrendeld zijn.

2E. Pas de schouderriemen aan. Berg het overschot

aan riemen (goed platgedrukt) zorgvuldig weg in de

bandgeleiders van de schouderriemen.

2F. Eenmalige afstelling van het dorsaal inbindpunt

Voer deze afstelling eenmalig uit bij de eerste installatie van

uw gordel en laat u hierbij helpen door een andere persoon.

Verschuif de bandgeleider van de riem zodat de dorsale

riem opgespannen is in beide lengtes (er mag geen gedeelte

los hangen).

Berg het overschot aan riemen (goed platgedrukt)

zorgvuldig weg in de bandgeleiders om niet gehinderd te

worden bij het werken.

Pas de afstelling van dit dorsaal inbindpunt aan volgens

uw lichaamsbouw. Plaats het ter hoogte van uw

schouderbladen. Als het dorsaal inbindpunt te laag in de rug

geplaatst is, zal u teveel naar voren hangen. Als het te hoog

in de rug geplaatst is, zal u het gevoel krijgen dat u de keel

wordt afgesneden.

Afstelling en ophangingtest

Uw gordel moet dicht bij het lichaam worden aangepast om

het risico op verwondingen bij een val te beperken.

De gebruiker dient een ophangingtest op elk inbindpunt

en verschillende bewegingen met zijn uitrusting uit te

voeren, om er zeker van te zijn dat dit de gepaste maat is en

voldoende comfort verzekert voor het gewenste gebruik, en

dat alles optimaal afgesteld is.

D

ANTIVAL
Schema 3. Antivalgordel EN 361: 2002

Gordel volledig uitgerust voor antival-vereisten, onderdeel

van een valstop-systeem volgens de EN 363 norm

(persoonlijke beschermingssystemen tegen hoogtevallen).

Hij moet gebruikt worden in combinatie met verankeringen

EN 795, vergrendelbare karabiners EN 362, absorbers EN

355, enz...

3A. Sternaal inbindpunt

3B. Dorsaal inbindpunt

Enkel deze inbindpunten dienen voor het verbinden van een

valstop-systeem zoals bv. een mobiele antival-beveiliging op

touw, een energie-absorber..., systemen die beschreven zijn

in de EN 363 norm. Om deze punten beter te identificeren,

zijn ze aangeduid met de letter A.

Tirant d’air: vrije hoogte onder de gebruiker

De resterende hoogte onder de gebruiker moet voldoende

zijn zodat hij geen hindernissen raakt bij een val. De

specifieke berekeningen van de tirant d'air zijn uitgelegd in

de technische bijsluiters van de andere onderdelen (energie-

absorber, mobiele antival-beveiliging,...).

E

WERKPOSITIONERING en

WERKPLAATSBEPERKING
Schema 4. Gordel voor werkpositionering en

werkplaatsbeperking EN 358: 2000

Deze inbindpunten zijn bedoeld om ofwel de gebruiker

in positie te houden op zijn werkplaats (werk onder

spanning), ofwel hem te verhinderen een plaats te bereiken

waar een valrisico bestaat (principe van de leiband). Deze

inbindpunten mogen enkel gebruikt worden voor het

bevestigen aan een systeem voor werkpositionering of

werkplaatsbeperking, met een maximale valhoogte van

0,5 m.

Deze inbindpunten zijn niet ontworpen voor een gebruik als

antival-beveiliging en het kan nodig zijn om deze systemen

voor werkpositionering en werkplaatsbeperking aan te

vullen met beschermingsmiddelen tegen hoogtevallen van

collectieve aard (bv. veiligheidsnetten) of individuele aard

(bv. een valstop-systeem volgens de EN 363 norm).

4A. Ventraal inbindpunt

4B. Laterale bevestigingsringen op heupriem

Gebruik steeds beide laterale bevestigingsringen samen

door ze te verbinden met een leeflijn voor werkpositionering

om comfortabel gesteund te zitten in de heupriem.

De voeten moeten gesteund zijn voor een comfortabele

houding.

Regel de leeflijn voor werkpositionering zodanig dat het

verankeringpunt ter hoogte van of boven het middel

geplaatst is. De leeflijn wordt onder spanning gehouden en

de vrije verplaatsing is beperkt tot 0,5 m.

4C. Verbindingspunt achteraan voor werkplaatsbeperking

Dit verbindingspunt achteraan de heupriem is enkel een

weerhoudingspunt dat u verhindert een plaats te bereiken

waar een valrisico bestaat (principe van de leiband).

Controleer regelmatig de elementen van de afstelling en/of

bevestiging tijdens het gebruik.

F

ROPE-ACCESS
Schema 5. Zitgordel EN 813: 1997

Ventraal inbindpunt

De EN 813: 1997 norm betreft de zitgordels die gebruikt

moeten worden in systemen van werkpositionering,

werkplaatsbeperking en rope-access wanneer een laag

inbindpunt noodzakelijk is.

Gebruik dit ventraal inbindpunt voor het verbinden van

een afdaalapparaat, leeflijnen voor werkpositionering of

voortbeweging.

Dit inbindpunt is niet geschikt voor valstop-systemen.

Ventrale CROLL touwklem

EN 12841: 2006
Toepassingsveld

De ventrale CROLL touwklem EN 12841: 2006 is een toestel

voor touwen van het type B, bestemd om te worden gebruikt

bij verplaatsing naar boven op het werktouw.

OPGELET, hij moet verplicht worden gebruikt met een

systeem van het type A voor tegen-beveiliging op een

tweede touw, met name het veiligheidstouw (bv. de mobiele

antival-beveiliging voor touw ASAP).

De ventrale CROLL touwklem is niet geschikt voor een

gebruik in een valstop-systeem volgens de EN 363 norm.

Diameter van het touw

Gebruik een semi-statisch touw van 10 tot 13 mm diameter

(kern + mantel) EN 1891 type A.

Schema 6. Installatie op het touw

Neem de veiligheidspal tussen duim en wijsvinger en trek de

spanveer naar beneden. Vergrendel de veiligheidspal op het

body van het toestel. De spanveer blijft aldus in open positie.

Plaats het touw in de voorziene gleuf. Ontgrendel de pal

zodat de spanveer tegen het touw kan drukken.

De veiligheidspal verhindert dat de spanveer ongewild

open gaat.

Om het touw te verwijderen

Laat het toestel naar boven glijden op het touw en open

gelijktijdig de spanveer door de pal over te halen.

Schema 7. Werkingsprincipe

7A. Opklimmen

De CROLL is een toestel voor verplaatsingen op touw (naar

boven). Hij blokkeert in één richting onder druk van uw

gewicht (naar beneden) en glijdt vrij over het touw in de

tegenovergestelde richting (naar boven).

De tanden bijten zich vast in de mantel en dit start het

klemmen van de spanveer. De spanveer blokkeert het touw.

De gleuven in de spanveer dienen voor de evacuatie van

neerslag op het touw.

7B. Om de CROLL te laten afdalen (in uitzonderlijke

gevallen)

Laat het toestel een weinig naar boven glijden op het touw

en duw gelijktijdig de spanveer in met de wijsvinger. Kom

niet aan de veiligheidspal want er is een gevaar dat de

spanveer ongewild open gaat.

7C. Test de goede werking

Vóór elk gebruik, om de juiste plaatsing van het touw en het

goed functioneren van het toestel te checken, moet er steeds

een test worden uitgevoerd terwijl men beveiligd is.

Verplaats de CROLL op het touw naar boven. Hij moet

soepel glijden. Test het blokkeren op het touw.

7D. Voorzorgen

- Sluit de spanveer van de CROLL wanneer hij niet in gebruik

is want een deel van de uitrusting (of een ander voorwerp)

kan geklemd geraken in de opening.

- LET OP losse voorwerpen die de goede werking van de

spanveer kunnen hinderen (steentjes, modder, takken,

touwtjes, riemen, kledij, verf, enz...).

- LET OP dat de veiligheidspal niet blijft vasthaken in kledij

of riemen.

- Het touw moet steeds gespannen staan tussen de CROLL

en de verankering. De gebruiker moet steeds onder het

verankeringpunt van het touw blijven.

- Absorptie van de energie door het touw:

vergeet niet dat de energie wordt geabsorbeerd door het

touw bij een val. Hoe dichter u zich bij het verankeringpunt

bevindt, hoe minder de schok wordt opgevangen, tot deze

absorptie bijna onbestaand is.

- Bescherm het touw tegen elk voorwerp dat haar zou

kunnen beschadigen (bv.: scherpe rand, enz...).

- Het touw moet steeds vrij kunnen glijden in de CROLL, let

dus bv. op knopen, een beschadigd gedeelte van het touw...

- Vergeet geen knoop in het onderste uiteinde van het touw

te leggen.

Schema 8. Opklimmen langs touw

- Werktouw: Gebruik de CROLL samen met een andere

manuele touwklem, bv. een ASCENSION stijgklem met

voetlus. Vergeet niet u te verbinden aan deze tweede

stijgklem met een geschikte leeflijn.

- Veiligheidstouw: gebruik een beveiligingsysteem van het

type A (extra beveiliging).

G

Compatibiliteit: ringen/verbindingselementen

Een verbinding die niet compatibel is, kan leiden

tot een ongewenst loshaken of tot de breuk van het

verbindingselement, of kan de veiligheidsfunctie van een

ander deel van de uitrusting beïnvloeden.

OPGELET, de verbindingsringen van uw gordel kunnen

als een hefboom inwerken op de snapper van de het

verbindingselement.

Bij brutale spanning op het touw en/of een schok op het

vergrendelsysteem in combinatie met een verkeerde positie

van de karabiner, kan de vergrendelring breken en de

snapper opengaan.

Om dit risico te vermijden, check de goede positie van

de verbindingselementen telkens er spanning wordt

uitgeoefend op het systeem (door leeflijn, afdaalapparaat...).

Controleer ook de compatibiliteit van de

verbindingselementen met de ringen (vorm, afmeting...) en

verwijder de verbindingselementen die dikwijls de neiging

hebben zich verkeerd te positioneren.

EN 365: WAARSCHUWING

Compatibiliteit

Gelieve na te zien of dit product compatibel is met de andere

elementen van uw uitrusting (zie specifieke bijsluiter).

OPGELET, er kan zich een gevaar voordoen tijdens

het gebruik van meerdere uitrustingen waarbij de

veiligheidsfunctie van één der toestellen kan beïnvloed

worden door de veiligheidsfunctie van een ander toestel.

Als u niet zeker bent van de compatibiliteit van uw uitrusting,

contacteer uw Petzl verdeler.

Verankeringen: Hoogtewerken

De verankering van het systeem bevindt zich bij voorkeur

boven de positie van de gebruiker en moet voldoen aan

de vereisten van de EN 795 norm, waarbij in het bijzonder

de weerstand van de verankering minimum 10 kN moet

bedragen.

Noodplan

Voorzie de nodige reddingsmogelijkheden in geval men

moeilijkheden ondervindt. Dit houdt in dat men een gepaste

vorming moet gevolgd hebben in de reddingstechnieken.

Verbindingselementen

De verbindingselementen moeten steeds gebruikt worden

in de juiste positie (grote as) met de snapper gesloten en

vergrendeld. Controleer systematisch of de snapper goed

gesloten is door hem in te drukken met de hand.

Check de toestand van de verbindingselementen volgens de

aanduidingen in de Gebruiksinstructies.

Diverse

- OPGELET: GEVAAR, het wrijven over ruwe oppervlaken of

scherpe randen is verboden.

- De gebruikers moeten medisch geschikt zijn voor

activiteiten op hoogte. OPGELET, onbeweeglijk hangen in

een gordel van welk model ook kan ernstige fysiologische

letsels of de dood veroorzaken.

- Zorg ervoor dat de aanduidingen op het product leesbaar

blijven gedurende de ganse levensduur van het product.

- U dient na te zien of dit product geschikt is voor een

gebruik in uw toepassing volgens de overheidsrichtlijnen en

geldende veiligheidsnormen.

- De gebruiksinstructies, bepaald in de bijsluiter van elke

uitrusting geassocieerd met dit product, moeten worden

gerespecteerd.

- De gebruiksinstructies moeten geleverd worden aan

de gebruiker van deze uitrusting. De verkoper moet de

instructies opstellen in de taal van het land van gebruik,

wanneer het product verkocht wordt buiten het eerste land

van bestemming.

H

Algemene informatie

Levensduur

OPGELET, een uitzonderlijk voorval kan de levensduur

beperken tot één enkele toepassing, als het product bv.

wordt blootgesteld aan gevaarlijke chemische producten,

aan extreme temperaturen of als het in contact komt met

een scherpe rand, ook als het een zware belasting ondergaat

of een belangrijke val, enz...

De potentiële levensduur van de Petzl producten kan gaan

tot 10 jaar vanaf de fabricagedatum voor producten in

PVC en textiel. Zij is van onbepaalde duur voor metalen

producten.

De werkelijke levensduur van een product is beperkt

wanneer er een reden is om het product af te schrijven (zie

lijst paragraaf «Afschrijven») of wanneer het in onbruik

geraakt in het systeem.

Factoren die de werkelijke levensduur van een

product beïnvloeden: intensiteit, frequent gebruik,

gebruiksomgeving, competentie van de gebruiker,

onderhoud, berging enz...

Controleer regelmatig of uw product niet

beschadigd of defect is.

Naast de controles vóór en tijdens het gebruik, laat u

best een grondige controle uitvoeren door een bevoegd

inspecteur (periodiek nazicht). Deze check-up moet

minstens om de 12 maand worden uitgevoerd. Deze

frequentie moet aangepast worden in functie van het type

en intensiteit van het gebruik. Voor een betere opvolging

van het materiaal, is het aangeraden om het product aan

een unieke gebruiker toe te kennen, zodat hij de historiek

van het product kent. De resultaten van het nazicht moeten

opgetekend worden in de "productfiche". Deze fiche moet de

volgende details bevatten: type van uitrusting, model, naam

en coördinaten van de fabrikant of leverancier, identificatie

(serienummer of individueel nr.), jaar van fabricage, datum

van aankoop, datum van de eerste ingebruikneming,

naam van de gebruiker, elke nuttige informatie zoals bv.

het onderhoud en de gebruiksfrequentie, de historiek van

periodiek nazicht (datum, commentaar en vastgestelde

gebreken, naam en handtekening van de bevoegde

inspecteur, datum van het volgende voorziene nazicht).

U kan het voorbeeld gebruiken van de gedetailleerde

productfiches en digitale hulpmiddelen die u ter beschikking

heeft op www.petzl.com/ppe

Afschrijven

Houd onmiddellijk op het product te gebruiken als:

- het resultaat van de controles (vóór, tijdens, grondig) geen

voldoening geeft,

- het product een zware belasting of een belangrijke val

heeft ondergaan,

- u de volledige historiek van het gebruik niet kent,

- het product méér dan 10 jaar oud is en bestaat uit textiel

of PVC materiaal,

- u ook maar de minste twijfel heeft over zijn

betrouwbaarheid.

Vernietig deze afgeschreven producten om een verder

gebruik te vermijden.

Product in onbruik

Er zijn meerdere redenen waarom men oordeelt dat een

product in onbruik geraakt is en bijgevolg uit circulatie

moet gehaald worden, bv.: evolutie van de normen die van

toepassing zijn, evolutie van de regelgeving, evolutie van

de technieken, niet compatibel met de andere delen van de

uitrusting, enz...

Veranderingen, herstellingen

Elke verandering, toevoeging of herstelling, ander dan deze

toegelaten door Petzl, is verboden: u loopt het risico de

doeltreffendheid van het product te verminderen.

Berging, transport

Na gebruik, berg uw product in een tas die het beschermt

tegen UV-stralen, vochtigheid, chemische producten, enz...

Garantie

PETZL biedt 3 jaar garantie op dit product voor

fabricagefouten of materiaalfouten. Deze garantie is

uitgesloten bij: normale slijtage, veranderingen of

aanpassingen, slechte berging, slecht onderhoud,

beschadiging door ongeval, door nalatigheid of door

toepassingen waarvoor dit product niet voorbestemd is.

PETZL kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor

rechtstreekse of onrechtstreekse gevolgen, ongevallen of

eender welke schades die voorvallen bij of voortkomen uit

het gebruik van haar producten.

Advertising