Montage, Gebruik – Bosch GLL 2-80 P Professional User Manual

Page 42

Advertising
background image

42 | Nederlands

1 619 929 L96 | (29.11.12)

Bosch Power Tools

Montage

Batterijen inzetten of vervangen

Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkali-
mangaanbatterijen geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel 10 wilt openen, duwt u de vergren-
deling 11 in de richting van de pijl en klapt u het batterijvak-
deksel open. Plaats de batterijen. Let daarbij op de juiste
poolaansluitingen, zoals aangegeven op de binnenzijde van
het batterijvakdeksel.
Als de batterijen bijna leeg zijn, klinkt eenmaal een geluidssig-
naal van 5 seconden. De batterijwaarschuwing 2 knippert
continu rood. Het meetgereedschap kan niet langer dan 2 uur
worden gebruikt.
Als de batterijen bij het inschakelen van het meetgereed-
schap bijna leeg zijn, klinkt het geluidssignaal van 5 seconden
meteen na het inschakelen van het meetgereedschap.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen bat-
terijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Neem de batterijen uit het meetgereedschap als u het

langdurig niet gebruikt. Als de batterijen lang worden be-
waard, kunnen deze gaan roesten en leegraken.

Gebruik

Ingebruikneming

Bij gebruik van het meetgereedschap klinken onder be-

paalde omstandigheden luide geluidssignalen. Houd
daarom het meetgereedschap uit de buurt van uw oor
en van andere personen.
Het luide geluid kan het gehoor
beschadigen.

Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel

zonlicht.

Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-

peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig worden beïnvloed.

Voorkom heftige schokken of vallen van het meetge-

reedschap. Na sterke externe inwerkingen op het meetge-
reedschap dient u, voordat u de werkzaamheden voortzet,
altijd een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren (zie „Wa-
terpasnauwkeurigheid”).

Schakel het meetgereedschap uit wanneer u het ver-

plaatst of vervoert. Bij het uitschakelen wordt de pende-
leenheid vergrendeld. Anders kan deze bij heftige bewe-
gingen beschadigd raken.

In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen duwt u de
aan/uit-schakelaar 7 in de stand

on” (voor werkzaamhe-

den zonder automatisch waterpassen) of in de stand

on”

(voor werkzaamheden met automatisch waterpassen). On-
middellijk na het inschakelen zendt het meetgereedschap la-
serlijnen uit de laserstraalopeningen 1.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf

niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote afstand.

Als u het meetgereedschap wilt

uitschakelen, duwt u de

aan/uit-schakelaar 7 in de stand „off”. Als u het meetgereed-
schap uitschakelt, wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Bij het overschrijden van de maximaal toegestane bedrijfs-
temperatuur van 45 °C vindt uitschakeling plaats om de laser-
diode te beschermen. Na het afkoelen is het meetgereed-
schap weer gereed voor gebruik en kan het opnieuw worden
ingeschakeld.

Automatische uitschakeling deactiveren
Als er gedurende ca. 30 minuten geen toets op het meetge-
reedschap wordt ingedrukt, wordt het meetgereedschap au-
tomatisch uitgeschakeld om de batterijen te ontzien.
Als u het meetgereedschap na de automatische uitschakeling
weer wilt inschakelen, kunt u de aan/uit-schakelaar 7 eerst in
de stand „off” duwen en het meetgereedschap vervolgens
weer inschakelen, of u drukt eenmaal op de functietoets 5 of
de toets Pulsfunctie 3.
Als u de automatische uitschakeling wilt deactiveren, houdt u
de functietoets 5 gedurende minstens 3 seconden ingedrukt
terwijl het meetgereedschap ingeschakeld is. Als de automa-
tische uitschakeling gedeactiveerd is, knipperen de laserstra-
len kort ter bevestiging.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-

heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit.
Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.

Als u de automatische uitschakeling wilt activeren, schakelt u
het meetgereedschap uit en weer in, of u houdt in plaats daar-
van de functietoets 5 minstens 3 seconden ingedrukt.

Bedrijfstemperatuur

–10 °C ... +45 °C

Bewaartemperatuur

–20 °C ... +70 °C

Relatieve luchtvochtigheid max.

90 %

Laserklasse

2

Lasertype

640 nm, <1 mW

C

6

1

kortste impulsduur

1/1600 s

Statiefopname

1/4", 5/8"

Batterijen

4 x 1,5 V LR06 (AA)

Gebruiksduur
– met 2 laservlakken
– met 1 laservlak

9 h

18 h

Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01/2003

0,7 kg

Afmetingen
(lengte x breedte x hoogte)

159 x 54 x 141 mm

Beschermingsklasse

IP 54 (stof- en

spatwaterbescherming)

Lijnlaser

GLL 2-80 P

1) De reikwijdte kan afnemen door ongunstige omgevingsomstandighe-
den (zoals fel zonlicht).

Het serienummer 13 op het typeplaatje dient voor de eenduidige iden-
tificatie van uw meetgereedschap.

OBJ_BUCH-907-002.book Page 42 Thursday, November 29, 2012 12:48 PM

Advertising