Bosch GLL 2-80 P Professional User Manual

Page 43

Advertising
background image

Nederlands | 43

Bosch Power Tools

1 619 929 L96 | (29.11.12)

Geluidssignaal deactiveren
Na het inschakelen van het meetgereedschap is het geluids-
signaal altijd geactiveerd.

Als u het geluidssignaal wilt deactiveren of activeren, drukt u
tegelijkertijd de functietoets 5 en de toets Pulsfunctie in 3 en
houdt u deze minstens 3 seconden ingedrukt.

Bij het activeren en deactiveren klinken drie korte geluidssig-
nalen ter bevestiging.

Functies

Het meetgereedschap beschikt over drie functies. U kunt op
elk gewenst moment tussen de functies wisselen:
– Horizontale functie: brengt een horizontaal laservlak voort,
– Verticale functie: brengt een verticaal laservlak voort,
– Snijlijnfunctie: brengt een horizontaal en een verticaal la-

servlak voort.

Na het inschakelen bevindt het meetgereedschap zich in de
horizontale functie. Als u van functie wilt wisselen, drukt u op
de functietoets 5.
Alle drie functies kunt u met of zonder automatisch waterpas-
sen kiezen.

Pulsfunctie
Voor werkzaamheden met de laserontvanger 17 moet – on-
afhankelijk van de gekozen functie – de pulsfunctie worden
geactiveerd.

In de pulsfunctie knipperen de laserlijnen met een zeer hoge
frequentie en kunnen daardoor door de laserontvanger 17
worden gevonden.

Als u de pulsfunctie wilt inschakelen, drukt u op de toets 3. Als
de pulsfunctie ingeschakeld is, brandt de indicatie 4 groen.
Voor het menselijke oog is de zichtbaarheid van de laserlijnen
verminderd wanneer de pulsfunctie ingeschakeld is. Voor
werkzaamheden zonder laserontvanger schakelt u daarom de
pulsfunctie uit door de toets 3 opnieuw in te drukken. Wan-
neer de pulsfunctie uitgeschakeld is, gaat de indicatie 4 uit.

Automatisch waterpassen

Werkzaamheden met automatisch waterpassen
Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele onder-
grond of bevestig het op de houder 19 of het statief 22.
Duw voor werkzaamheden met automatisch waterpassen de
aan/uit-schakelaar 7 in de stand

on”.

Door het automatisch waterpassen worden oneffenheden
binnen het zelfwaterpasbereik van ±4° automatisch gecom-
penseerd. Het waterpassen is afgesloten zodra de laserlijnen
niet meer bewegen.

Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld
omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat
meer dan 4° van de waterpaslijn afwijkt, beginnen de laserlij-
nen in een snel ritme te knipperen. Als het geluidssignaal ge-
activeerd is, klinkt maximaal gedurende 30 seconden een ge-
luidssignaal met een snel ritme. Binnen 10 seconden na het
inschakelen is dit alarm gedeactiveerd om het instellen van
het meetgereedschap mogelijk te maken.

Stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en wacht
het zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap zich bin-

nen het zelfwaterpasbereik van ±4° bevindt, schijnen de la-
serstralen continu en wordt het geluidssignaal uitgeschakeld.

Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw gewater-
past. Controleer na opnieuw waterpassen de stand van de ho-
rizontale en verticale laserlijn in relatie tot de referentiepun-
ten om fouten te voorkomen.

Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
Duw voor werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
de aan/uit-schakelaar 7 in de stand

on”. Als automatisch

waterpassen uitgeschakeld is, brandt de indicatie 6 rood en
knipperen de laserlijnen gedurende 30 seconden in een lang-
zaam ritme.

Als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, kunt u het
meetgereedschap in uw hand houden of op een schuine on-
dergrond plaatsen. In de snijlijnfunctie verlopen de twee la-
serlijnen niet meer noodzakelijk loodrecht op elkaar.

Waterpasnauwkeurigheid

Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.

Omdat de temperatuurverschillen bij de grond het grootst
zijn, dient u het meetgereedschap vanaf een meettraject van
20 meter altijd op een statief te monteren. Plaats het meetge-
reedschap bovendien indien mogelijk in het midden van het
werkvlak.

Behalve externe invloeden, kunnen ook apparaatspecifieke
invloeden (zoals een val of een hevige schok) tot afwijkingen
leden. Controleer daarom altijd voor het begin van de werk-
zaamheden de nauwkeurigheid van het meetgereedschap.

Controleer altijd eerst de waterpasnauwkeurigheid van de ho-
rizontale laserlijn en vervolgens die van de verticale laserlijn.

Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxima-
le afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klanten-
service te laten repareren.

Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de breedteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 5 meter op
een vaste ondergrond tussen twee muren A en B nodig.

– Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op een sta-

tief of plaats het op een vlakke en stabiele ondergrond.
Schakel het meetgereedschap in. Kies de snijlijnfunctie
met automatisch waterpassen.

A

B

5 m

OBJ_BUCH-907-002.book Page 43 Thursday, November 29, 2012 12:48 PM

Advertising