Livescherm, Beeldafstelling – RIDGID micro CA-300 User Manual

Page 98

Advertising
background image

micro CA-300-inspectiecamera

96

Livescherm

Voor het grootste deel van uw werk zult u het

livescherm nodig hebben. Daarop wordt een

livebeeld weergegeven van wat de camera

ziet. U kunt in‑ en uitzoomen, de helderheid

van de LEDs regelen en foto's en video‑opna‑

mes maken vanuit dit scherm.
Het scherm heeft bovenaan een status‑

balk waarin modus, zoom, eventueel SD™‑

kaartpictogram, beschikbaar geheugen en

luidspreker/mic AAN/UIT worden weergege‑

ven. De balk onderaan geeft informatie over

datum en uur en of tijdstempel AAN staat.

Figuur 13 – Livescherm

Informatiebalk

Statusbalk

Wanneer de inspectiecamera wordt inge‑

schakeld, staat hij in de modus voor het op‑

nemen van stilstaande beelden.
Wanneer u om het even wanneer op de

menuknop drukt, verschijnt het menu. Het

menu wordt weergegeven bovenop het

LIVE‑scherm. Gebruik de links‑ en rechts‑

pijltjestoetsen

om de MODE‑categorie

te wijzigen. Gebruik de omhoog‑ en omlaag‑

pijltjestoetsen

om te navigeren tussen

de menu‑items en druk op select

om

een item te selecteren.

Figuur 14 – Schermafbeelding van modus-

selectie

3. Als de andere inspectiecamera‑instellin‑

gen (tijdstempel, taal, datum/tijd, TV uit,

update firmware, luidspreker/microfoon,

automatische uitschakeling, fabrieks‑

instellingen herstellen) moeten wor‑

den gewijzigd, kijk dan in het hoofdstuk

Menu.

4. Maak de camera klaar voor inspectie.

De camerakabel moet mogelijk voorge‑

vormd of gebogen worden voor een cor‑

recte inspectie van de zone. Probeer geen

bochten met een straal van minder dan 5"

(13 cm) te maken. U zou de kabel kunnen

beschadigen. Als u een donkere ruimte

inspecteert, schakel dan eerst de LED's in

voordat u de camera of de kabel inbrengt.

Oefen niet te veel kracht uit op de ka‑

bel om hem in te brengen of terug te

trekken. Dat zou kunnen leiden tot be‑

schadiging van de inspectiecamera of

de inspectiezone. Gebruik de kabel of

de camerakop niet om de omgeving te

wijzigen of om doorgangen of verstopte

leidingen vrij te maken. Gebruik het ap‑

paraat niet voor andere dan inspectie‑

doeleinden. Dat zou kunnen leiden tot

beschadiging van de inspectiecamera of

de inspectiezone.

Beeldafstelling

De helderheid van de LEDs regelen: Door

op de rechts‑ en links‑pijltjestoets

van

het klavier te drukken (in het livescherm),

verhoogt of verlaagt u de helderheid van de

LEDs. Terwijl u de helderheid aanpast, krijgt u

op het scherm een helderheidsbalk te zien.

Figuur 15 – LED-regeling

Advertising