Ph-kalibratieprocedure – Hach-Lange POLYMETRON 9500 Ultrapure pH_ORP Module User Manual User Manual

Page 117

Advertising
background image

van de hellingsgraad bedraagt, of wanneer de nieuwe waarde voor offset ± 2 pH van de originele
offsetwaarde bedraagt, wordt er een waarschuwing gegenereerd en wordt een pictogram
weergegeven in het metingenscherm. Druk op enter, selecteer de sensor en bevestig de
waarschuwing om deze van het scherm te verwijderen.

pH-kalibratieprocedure

Sensoren kunnen gekalibreerd worden met 1 of 2 referentieoplossingen. Standaard buffers worden
automatisch herkend. Zorg dat de juiste bufferinstelling wordt gebruikt (zie

Kalibratieopties wijzigen

op pagina 120).

1. Spoel de schone sensor grondig af met demiwater.
2. Plaats de sensor in de referentieoplossing. Zorg ervoor dat het aftastgebied volledig

ondergedompeld is in de oplossing. Beweeg de sensor heen en weer om luchtbellen te
verwijderen.

3. Wacht tot de temperatuur van de sensor en de oplossing aan elkaar gelijk zijn. Dit kan minimaal

30 minuten duren als het temperatuursverschil tussen het proces en de referentieoplossing groot
is.

4. Druk op toets menu en selecteer SENSOR SETUP>[Select Sensor]>CALIBRATE

(sensorinstellingen / selecteer sensor / kalibreren).

5. Als de toegangscode is ingeschakeld in menu security (beveiliging) voor de controller, voer dan

de toegangscode in.

6. Selecteer het kalibratietype:

Optie

Beschrijving

2-PUNTS BUFFER

Gebruik 2 buffers voor kalibratie (aanbevolen methode), bijvoorbeeld pH 7 en pH 4.
De buffers moeten uit de bufferset komen die in menu CAL OPTIONS
(kalibratieopties) aangegeven is (raadpleeg

Kalibratieopties wijzigen

op pagina 120).

1-PUNTS BUFFER

Gebruik 1 buffer voor kalibratie, bijv. pH 7. De buffer moet uit de bufferset komen die
in menu CAL OPTIONS (kalibratieopties) aangegeven is (raadpleeg

Kalibratieopties

wijzigen

op pagina 120).

2-PUNTS MONSTER Gebruik 2 monsters met een bekende pH-waarde voor de kalibratie. Bepaal de pH-

waarde van monsters met een ander instrument.

1-PUNTS MONSTER Gebruik 1 monster met een bekende pH-waarde voor de kalibratie. Bepaal de pH-

waarde van het monster met een ander instrument.

7. Selecteer de optie voor het uitgangssignaal tijdens de kalibratie:

Optie

Beschrijving

ACTIVE (actief)

Het instrument verstuurt de huidige, tijdens de kalibratieprocedure gemeten
uitvoerwaarde.

HOLD (vasthouden)

De uitgangswaarde van de sensor wordt tijdens de kalibratieprocedure tegen de
huidige gemeten waarde vastgehouden.

TRANSFER (overdragen) Tijdens kalibratie wordt een voorgedefinieerde uitgangswaarde verstuurd.

Raadpleeg de handleiding van de controller om de voorgedefinieerde waarde te
wijzigen.

8. Druk, met de sensor in de referentieoplossing, op enter.
9. Wacht tot de waarde is gestabiliseerd en druk op enter.
10. Meet de pH-waarde met een tweede verificatie-instrument als de buffer een monster is. Gebruik

de pijltoetsen om de gemeten waarde in te voeren en druk op enter.

11. Een 2-punts kalibratie wordt als volgt uitgevoerd:

a. Verwijder de sensor uit de eerste oplossing en spoel af in gedeïoniseerd water.
b. Leg de sensor in de tweede referentieoplossing en druk op enter.
c. Wacht tot de waarde is gestabiliseerd en druk op enter.

Nederlands 117

Advertising