Karcher IP 120 User Manual

Page 56

Advertising
background image

56

Nederlands

Basisprincipe voor een gebruiksveilige in-
stallatie is het regelmatige onderhoud vol-
gens het volgende onderhoudsplan.
Reparatie- en onderhoudswerkzaamheden
moeten uitgevoerd worden door geautori-
seerde vaklui (Kärcher-service of door de
fabrikant ingewerkt personeel).
Gebruik uitsluitend originele reserveonder-
delen van de fabrikant of door hem aanbe-
volen onderdelen zoals
– Reserve- en slijtageonderdelen,
– Accessoires,
– Werkstoffen,
– Reinigingsmiddelen.

ƽ

Gevaar!

Ongevallengevaar bij werkzaamheden aan
het apparaat. Voor werkzaamheden aan
het apparaat alle stappen van het hoofd-
stuk „Buitenwerkingstelling“ uitvoeren.

ƽ

Gevaar

Gevaar van brandwonden door droogijs of
koude onderdelen van het apparaat. Bij
werkzaamheden aan het apparaat geschik-
te veiligheidskledij voor koude dragen of
droog ijs verwijderen en apparaat laten op-
warmen.
Lichaamscontact met droogijs vermijden.
Droogijs nooit in de mond nemen.

Om een betrouwbare werking van de instal-
latie te garanderen, raden u aan om een on-
derhoudscontract af te sluiten. Gelieve
contact op te nemen met uw betreffende
Kärcher-klantenservice.

Î

Opvangbak onder de condensaatafvoer
plaatsen en regelmatig leegmaken.

Î

Oliepeil controleren. De oliepeilindicatie
moet 3/4 met olie gevuld zijn.

Î

Visuele controle oliekoeler. Oliekoeler
en luchtin- en uitlaat moeten proper zijn.
Indien nodig reinigen of met luchtdruk
uitblazen.

Î

Functie van de ventilator van de olie-
koeler controleren, indien nodig reini-
gen. De ventilator moet in werking
treden als de olietemperatuur 45°C be-
reikt.

Î

Visuele controle van de ventialtor van
de hydraulische motor, indien nodig rei-
nigen.

Î

Functie van de ventielen EV2, EV3 en
EV4* controleren. Bij een geopend ven-
tiel zijn stromingsgeluiden hoorbaar.

Î

Kooldioxideleidingen op dichtheid con-
troleren, bij ondichtheid de klanten-
dienst informeren.

* alleen IP 220

Î

Hydraulische installatie op dichtheid
controleren (slangen, leidingen, verbin-
dingen). Ondichtheden verhelpen.

Î

Apparaat aan de binnen- en buitenkant
reinigen.

Î

Oliefilter vernieuwen.

Î

Vaste zitting van de schroeven en fit-
tings controleren, indien nodig aan-
spannen (aandraaimomenten zie
hoofdstuk „Aandraaimomenten“).

Î

Zuiger controleren op krassen of groe-
ven, in geval van een beschadigde zui-
ger de klantendienst informeren.

Î

Hydraulische olie en oliefilter vernieu-
wen (zie „Onderhoudswerkzaamhe-
den“).

ƽ

Gevaar!

Ongevallengevaar bij werkzaamheden aan
het apparaat. Voor werkzaamheden aan
het apparaat alle stappen van het hoofd-
stuk „Buitenwerkingstelling“ uitvoeren.
– De voorste afdekking kan na het ope-

nen van beide vergrendelingen naar
buiten gekanteld en naar voren wegge-
nomen worden.

– De andere afdekkingen kunnen na het

losdraaien van de schroeven weggeno-
men worden.

De olievervanging alleen uitvoeren als de
olie nog warm is.

ƽ

Gevaar

Verbrandingsgevaar door hete olie!
Voor de olievervanging de olie laten afkoe-
len tot ongeveer 40°C.
Î

Olieaflaatschroef uitdraaien.

Î

Oliewisselsysteem verbinden met het
afsluitventiel.

Î

Afsluitventiel openen.

Î

Olie met een oliewisselsysteem restloos
in een opvangbak pompen.

Î

Deksel van het oliefilterhuis losschroe-
ven.

Î

oliefilterelement vervangen.

Î

Deksel op het oliefilterhuis vastschroe-
ven.

Î

Nieuwe olie met het oliewisselsysteem
in het apparaat vullen tot de oliepeilindi-
catie 3/4 met olie is gevuld.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie „Tech-
nische gegevens“.

Î

Apparaat inschakelen en oliepeilindica-
tie bij een draaiend apparaat controle-
ren. Indien nodig olie navullen.

De olievervanging alleen uitvoeren als de
olie nog warm is.

ƽ

Gevaar

Verbrandingsgevaar door hete olie!
Voor de olievervanging de olie laten afkoe-
len tot ongeveer 40°C.
Î

Kuip voor het opvangen van de olie on-
der het afsluitventiel plaatsen.

Î

Olieaflaatschroef uitdraaien.

Î

Afsluitventiel openen en olie restloos la-
ten aflopen.

Î

Afsluitventiel sluiten.

Î

Olieaftapschroef indraaien en vast aan-
draaien.

IP 120:
Î

Deksel van het oliefilterhuis losschroe-
ven.

Î

oliefilterelement vervangen.

Î

Deksel op het oliefilterhuis vastschroe-
ven.

Î

Deksel van de luchtfilterbehuizing los-
schroeven.

Î

Luchtfilterinzet eruit nemen.

Î

Nieuwe olie vullen tot de oliepeilindica-
tie 3/4 met olie gevuld is.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie „Tech-
nische gegevens“.

Î

Luchtfilterinzet plaatsen.

Î

Deksel op de luchtfilterbehuizing
schroeven.

Î

Apparaat inschakelen en oliepeilindica-
tie bij een draaiend apparaat controle-
ren. Indien nodig olie navullen.

IP 220:
Î

Deksel van de oliefilterbehuizing los-
schroeven.

Î

Oliefilterinzet eruit nemen.

Î

Nieuwe olie vullen tot de oliepeilindica-
tie 3/4 met olie gevuld is.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie „Tech-
nische gegevens“.

Î

Nieuwe filterinzet plaatsen.

Î

Deksel op de oliefilterbehuizing schroe-
ven.

Î

Apparaat inschakelen en oliepeilindica-
tie bij een draaiend apparaat controle-
ren. Indien nodig olie navullen.

Î

Deksel van het apparaat wegnemen.

Î

Sleutelschakelaar „M/0/A“ op "M" zet-
ten.

Î

Toets „Zuiger terug“ indrukken.

Onderhoudsinstructies

Onderhoudscontract

Onderhoudsschema

Dagelijks

Wekelijks

Maandelijks

Na de eerste 100 bedrijfsuren

Alle 1000 bedrijfsuren

Alle 2000 bedrijfsuren

Aandraaimomenten

M3

1,1 Nm

M4

2,5 Nm

M5

5,1 Nm

M6

8,8 Nm

M8

21,4 Nm

M10

44 Nm

M12

88 Nm

M14

119 Nm

M16

183 Nm

M20

224 Nm

Apparaat openen

Onderhoudswerkzaamheden

Olievervanging met oliewisselsysteem

Olievervanging zonder oliewisselsys-
teem

Zuiger controleren

Advertising
This manual is related to the following products: