Ivoclar Vivadent IvoBase Material - Manual (Page 49)

49
6. Uitspatten van het model
Warm de cuvette na volledige uitharding van het
gips gedurende 5 à 8 minuten op in een waterbad
van ca. 90°C. Open vervolgens de cuvette, verwijder
de kanaalvormer ‘heel’ en verwijder de was grof met
een wasmes. Reinig de inwendige vlakken vervol-
gens grondig met schoon, kokend water.
Opmerking: Gebruik voor het uitspatten schoon water
zonder toevoegingen (bijv. wasoplosser of reinigings-
middel). Toevoegingen kunnen tot verkleuringen van de
prothese leiden.
7. Gebitselementen
Voor een goede hechting moeten de tandhalzen en
de basale oppervlakken van de elementen absoluut
vrij zijn van was. Straal de basale en cervicale
oppervlakken van de elementen lichtjes af (100 µm
Al
2
O
3
, 2 bar) of ruw ze op met een hardmetalen
frees voor tandheelkundige toepassingen.
8. Isolatie van de gipsoppervlakken
Belangrijk: Laat de cuvettehelften voor het isoleren
afkoelen tot kamertemperatuur (< 30°C), eventueel
in een waterbad met schoon, koud water. Controleer
de exacte temperatuur van de cuvette met behulp
van de IR-thermometer.
Isoleer de schone oppervlakken van het gipsmodel
met separating fluid (F). Isoleer de oppervlakken na
ongeveer 5 min. opnieuw. Voorkom de vorming van
plasjes (bijv. bij de omslagplooi).
9. Aanbrengen van het ontluchtingsfilter
Breng in de betreffende opening van de cuvette het
ontluchtingsfilter (E) aan, tot dit samenvalt met het
cuvetteoppervlak.
10. Aanbrengen van de trechter en het centreer-
hulpstuk
Steek de IvoBase-trechter (D) in het centreerhulpstuk
tot hij niet meer verder kan en vastgeklemd zit.
Breng het centreerhulpstuk met de trechter (D) in de
onderste helft van de cuvette aan.
Zet de cuvettehelften tegen elkaar en sluit ze af met
de afsluitklemmen.
Injectie en polymerisatie
Hoe de IvoBase Injector bediend wordt, staat uitgebreid
beschreven in de bedieningshandleiding. Zorg dat de
IvoBase Injector vóór het mengen van het materiaal klaar
is voor gebruik.
11. Mengen van het materiaal
De inhoud van één capsule is voldoende voor het injec-
teren van een volledige prothese voor de onderkaak en
de bovenkaak.
Inhoud van een capsule: monomeer polymeer
IvoBase Hybrid 20 ml 34 g
IvoBase High Impact 20 ml 30 g
Haal de monomeerhouder (A4) uit de capsule.
Verwijder de capsuledop (A1).
Draai de afsluitdop van de monomeerhouder (A4)
en giet de vloeistof in de geopende capsule (A2).
Meng monomeer en polymeer (gedurende 20 à
30 sec.) in de capsule met behulp van de spatel (C),
tot er een homogene massa ontstaat.
12. Vullen van de injector
Ga binnen 5 minuten na het mengen als volgt verder:
Plaats de geopende capsule (A) op een vlakke
ondergrond en duw de cuvette op de capsule (A).
Opmerking: Kantel de cuvette met de capsule niet meer
voor het polymeriseren, om te voorkomen dat de capsule
(A) leegloopt. Bij het optillen van de cuvette moet de
capsule (A) stevig in het centreerhulpstuk zitten.
Open het klepje van de injector. Duw de cuvette met
de capsule (A) via de cuvettehouder in de polyme-
risatiekamer, tot hij niet meer verder kan. Sluit het
klepje van de injector.
13. Starten van het programma
Kies het juiste programma (zie de bedieningshand-
leiding van de injector voor een overzicht van de
programma’s).
Activeer indien gewenst de ‘RMR’-toets, om het
restmonomeergehalte tot < 1% te verminderen.
Druk op ‘Start’-toets. Het volledig automatische
injectieproces begint. De resterende procesduur
wordt weergegeven in het display.
Als het programma is afgelopen, klinkt er een
ge luidssignaal. Neem de cuvette, die nu heel warm
is, met een thermohandschoen aan de isoleer-
schouder uit het apparaat. Na verwijdering van de
cuvette kan de injector direct voor de volgende
polymerisatie worden gebruikt.
Let op: De cuvette kan bij verwijdering nog heel
heet zijn. Gevaar van verbranding!