Metz 70 MZ-4/5 User Manual

Page 71

Advertising
background image

71

x

Sommige camera’s bieden bovendien een speciaal invulflitsprogramma, dat
indien nodig bewust door de gebruiker kan worden ingesteld. Het activeren
vindt, afhankelijk van de camera op de camera zelf plaats of op de meca-
blitz (zie hiervoor de gebruiksaanwijzing van camera en SCA-adapter).
Voorbeeld: matrixgestuurd invulflitsen (alleen bij bepaalde Nikon camera’s)
De mecablitz moet voorzien zijn van de SCA-adapter 3402 (Nikon)!
Verschillende Nikon camera’s ondersteunen de functie „matrixgestuurd invul-
flitsen“ (zie de gebruiksaanwijzing van camera en SCA-adapter). Deze be-
drijfsfunctie is een verdergaande functie onder de TTL-flitsfunctie. De instel-
ling hiervan werd in hoofdstuk 3.1 beschreven!
Voorbeeld: 3D Multisensor- invulflitsen (alleen met bepaalde Nikon-camera's)
De mecablitz moet voorzien zijn van adapter SCA 3402 (Nikon)!
Sommige Nikon-camera's ondersteunen de "3D-Miltisensor-invulflitsfunctie"
(zie de gebruiksaanwijzingen van camera en SCA-adapter). Deze flitsfunc-
tie is een meer doorgevoerde functie onder de TTL-flitsfunctie. Het instellen
daarvan is in hoofdstuk 3.1 beschreven!

8.2 Invulflitsen in de automatisch-flitsenfunctie

• Mecablitz via zijn hoofdschakelaar inschakelen.
• Druk zo vaak op de Mode toets, dat de A knippert. Druk het instelwiel in de

richting van de pijl en sla daarmee de instelling op. Als u het instelwiel niet
in de richting van de pijl drukt, wordt de instelling na 5 s. automatisch op-
geslagen. Het symbool A verschijnt nu constant en het knippert niet meer.

In de automatisch-flitsenfunctie wordt de hoeveelheid flitslicht gere-
geld door de sensor van de mecablitz Let er daarom op, dat de bron
van het tegenlicht niet rechtstreeks op de sensor van de mecablitz
valt. De elektronica van de flitser zou daardoor in de war gebracht
kunnen worden.

Bepaal met de belichtingsmeer van de camera of met een losse belichtings-
meer de voor een normale belichting benodigde diafragmawaarde en be-
lichtingstijd. Let er daarbij op, dat de belichtingstijd op de camera gelijke
aan of langer is dan de kortste flitssynchronisatietijd.van de camera (hangt
van het type camera af: zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Voorbeeld:
Gevonden diafragmawaarde = 8
Gevonden belichtingstijd = 1/60 s.
Flitssynchronisatietijd van de camera bijv. 1/100 s. (zie gebruiksaanwijzing
van de camera)
Beide gevonden waarden voor diafragma en belichtingstijd kunnen op de
camera worden ingesteld, daar de belichtingstijd langer is dan de flitssyn-
chronisatietijd.
Voor het bereiken van een plezierige opheldering van de schaduwen te krij-
gen, wordt aanbevolen op de flitser een één stop lagere diafragmawaarde
in te stellen dan de op de camera ingestelde. In het voorbeeld wordt op de
camera diafragmawaarde 8 ingesteld, op de flitser zou dat dus 5,6 moeten
worden.
Als de mecablitz met een SCA 3xx2 adapter is uitgerust, en de camera auto-
matisch de diafragmawaarde naar de mecablitz overbrengt is met de hand
verstellen van de diafragmawaarde niet mogelijk! In dat geval kan in de
automatisch-flitsenfunctie met de hand een correctie op de flitsbelichting wor-
den ingesteld (zie hoofdstuk 14.).
Een correctie met de hand op de flitsbelichting bij de automatisch-flitsenfunc-
tie kan ook dan worden ingesteld, als de camera geen gegevens naar de
mecablitz stuurt.
Correctie van de diafragmawaarde is dan niet meer nodig!
Tip:
Meet, indien mogelijk, de belichting van onderwerp en achtergrond apart.
Een correctiewaarde van -1 EV (= stop) tot -1 2/3 EV voor de diafragma-
waarde op de mecablitz, leidt naar ervaring tot de beste opnameresultaten
bij het invulflitsen!

703 47 0122-A3 70MZ-4-5 14.03.2006 13:40 Uhr Seite 71

Advertising
This manual is related to the following products: