Displayelementen, Seektech sr-20, Gewone displayelementen – RIDGID SeekTech SR-20 User Manual

Page 86: Displayelementen: actieve leidingtracering

Advertising
background image

Ridge Tool Company



Tools For The Professional

TM

seekTech sR-20

Displayelementen

De “basisfuncties” van de SR-20 zijn standaard ingeschakeld.

Er kunnen functies worden uitgeschakeld of verborgen

om het display overzichtelijker te maken bij het uitvoeren

van eenvoudige lokaliseringstaken in ongecompliceerde

situaties.

Gewone displayelementen

Current Strength/

Signal Angle

Battery Level

Crosshairs

(Map Center)

Active View Area

Frequency

Mode

Depth/

Distance

Figuur 4: Gewone displayelementen

In elk van de drie modi (actieve leidintraceermodus, passieve

leidingtraceermodus en sondemodus) bevat het display de

volgende elementen:

Actieve weergavezone – De zone binnenin de cirkel op

het SR-20-display, waarin de traceerlijn, de geleidingspijlen

en het dradenkruis worden weergegeven.

mA stroomsterkte – Evenredig met de stroom op

de leiding. Schakelt over op Signaalhoek wanneer de

signaalhoek groter is dan 35°.

Signaalhoek – Schuine stand van het veld ten

opzichte van het horizontale vlak; hoek in de richting

van het centrum van het veld; numerieke waarde

weergegeven in graden.

Batterijniveau – Geeft de resterende

batterijcapaciteit weer.

Gemeten diepte/afstand

Geeft de gemeten

diepte weer wanneer de ontvanger precies boven de

signaalbron de grond raakt. Geeft de berekende afstand

weer wanneer de antennemast op een andere manier

naar een signaalbron wordt gericht. Geeft de afstanden

weer in voet/inch (standaardinstelling in U.S.A.) of in

meter (standaardinstelling in Europa).

Modus – Pictogram voor sondemodus

, actieve

leidingtracering

, passieve leidingtracering

of

radiofrequentiemodus .

Frequentie – Toont heersende frequentie-instelling in

hertz of kilohertz.

+ Dradenkruis (kaartcentrum) – toont de positie van de

gebruiker ten opzichte van het doel.

Displayelementen: Actieve leidingtracering

Proximity

Signal

Guidance Arrows

Tracing Line

Signal Strength

Figuur 5: Displayelementen (actieve leidingtracering)

In de modus actieve leidingtracering worden de volgende

elementen weergegeven op het display:

Nabijheidssignaal – Numerieke indicatie om aan te

geven hoe dicht de signaalbron zich bij de plaatsbepaler

bevindt. Toont een waarde van 1 tot 999. (Uitsluitend in

leidingtraceermodi)

Signaalsterkte – Sterkte van het signaal gedetecteerd

door de onderste alzijdig gerichte antenne.

Traceerlijn – De traceerlijn staat voor

de geschatte as van het gedetecteerde veld. Ze toont

gedetecteerde vervorming in het veld wanneer ze minder

scherp wordt weergegeven. (Zie pagina 103 voor informatie

over het instellen van de gevoeligheid en over het in- en

uitschakelen van de vervormingsrespons in de traceerlijn.)

Vervormingslijn – Als de normale

vervormingsrespons van de traceerlijn is inschakeld, wordt

er een tweede lijn getoond die het signaal van de bovenste

antennebol voorstelt. Door de twee lijnen te vergelijken,

kan de gebruiker de graad van vervorming in het signaal

schatten.

Geleidingspijlen – De geleidingspijlen dienen om

de gebruiker naar het centrum van het gedetecteerde veld te

leiden, door aan te geven of dat centrum meer naar rechts of

meer naar links ligt.

Nabijheids-

signaal

Traceerlijn

Geleidingspijlen

Signaalsterkte

Frequentie

Diepte/

afstand

Modus

Stroompsterkte/

signaalhoek

Batterijniveau

Actieve

weergavezone

Dradenkruis

(kaartcentrum)

Advertising