Onderhoud – Xylem Sphere and Block Units User Manual

Page 27

Advertising
background image

nl

Het valt onder de verantwoordelijkheid van de installateur om te controleren of de aarding van het
voedingsnet in overeenstemming met de voorschriften uitgevoerd is.

6.1.2 Beveiliging met een aardlekschakelaar (veiligheidsschakelaar)
Er wordt geadviseerd om een aardlekschakelaar met een hoge gevoeligheid (30 mA) als extra beveiliging tegen
dodelijke elektrische schokken te installeren voor het geval de aarding inefficiënt is.

6.1.3 Connection

Controleer of de spanning van het elektriciteitsnet overeenstemt met de

spanning die op het typeplaatje van de pomp staat.

Breng de aansluiting op het net tot stand door middel van een schakelaar of een andere inrichting die de
meerpolige uitschakeling van het net waarborgt (die alle voedingsdraden onderbreekt behalve de aarddraad),
met een openingsafstand tussen de contacten van minimaal 3 mm. Alle éénfasepompen zijn uitgerust met een
ingebouwde overbelastingsbeveiliging met automatische herinschakeling, externe beveiligingen zijn dus niet
nodig. Verwijder het deksel van de drukverschilschakelaar door de bevestigingsschroeven los te draaien. Breng
de aansluitingen tot stand zoals aangegeven op fig. 2-3 (éénfasemodel).

6.1.4 Uitvoering met snoer en stekker
Bij de modellen die met een elektrisch snoer en een stekker geleverd worden moet de pomp zodanig
geïnstalleerd worden dat de stekker en het betreffende stopcontact altijd goed bereikbaar zijn voor het geval de
pomp uitgeschakeld moet worden.
In geval van beschadiging van het elektrische snoer moet het snoer bij een servicecentrum of in ieder geval door
een vakman vervangen worden.

6.2 Aanzuiging

De pomp moet vóór het in werking stellen met water gevuld worden. Door

de pomp droog te laten draaien kunnen de mechanische dichting en de
waaier beschadigd worden.

Laat de aanzuigleiding en het pomplichaam vollopen met water door de vloeistof via de vulopening aan de
zijkant van de persopening in de pomp te laten stromen. Dit moet zorgvuldig gedaan worden om te
voorkomen dat er luchtzakken in het pomplichaam en de aanzuigleiding achterblijven. Stel de pomp in
werking terwijl de afsluitklep op de persleiding gesloten is (fig. 1). Controleer nadat de pomp even in werking
is geweest de druk die door de manometer uitgewezen wordt. Als de druk toeneemt, moet u de pomp laten
functioneren totdat hij stopt, hetgeen gebeurt doordat de drukverschilschakelaar in werking treedt. Als de
druk niet toeneemt moet u de pomp stoppen, het vullen herhalen en de pomp weer in werking stellen. De
drukverschilschakelaar is reeds in de fabriek ingesteld. De instelling kan veranderd worden door de
aanwijzingen van de fabrikant van de drukverschilschakelaar op te volgen. In dat geval moet u de
luchtvoorvulling van het reservoir aanpassen aan een waarde van 20 kPa (= 0,2 bar) lager dan de nieuwe
minimum insteldruk.

Door vorst kan de pomp beschadigd worden indien u de pomp vol met

water laat staan en ongebruikt in een omgeving waar een temperatuur
onder nul heerst.

7. Onderhoud

De pompen vergen geen enkel geprogrammeerd routineonderhoud (zie het boekje van de pomp).
Er wordt geadviseerd om de onderhoudswerkzaamheden door gespecialiseerd en vakbekwaam personeel uit
te laten voeren.

Alvorens met alle willekeurige onderhoudswerkzaamheden te beginnen moet eerst

gecontroleerd worden of de pomp van het elektriciteitsnet afgekoppeld is.

Er wordt geadviseerd om de luchtvoorvulling minimaal één keer per jaar te

controleren; dit moet gedaan worden terwijl de pomp stil staat en de installatie leeg is.

GEVAAR

RISICO VAN
ELEKTRISCHE SCHOKKEN

WAARSCHUWING

WAARSCHUWING

WAARSCHUWING

27

Advertising