Karcher KM 90-60 R P Advanced User Manual

Page 65

Advertising
background image

-

6

Instructie: De max. toegelaten lading van
het aflegvlak bedraagt 20 kg.

Er moet voor een veilige bevestiging
van de lading gezorgd worden.

1 Rijden

Naar gebruiksplaats rijden.
Veegrol en zijbezems zijn opgeheven.

2 Vegen met veegrol

Veegrol wordt neergelaten.

3 Vegen met keerrol en zijbezems

Keerrol en zijbezems worden neergela-
ten.

Instructie: Het apparaat is uitgerust met
van een zitcontactschakelaar. Bij het verla-
ten van de chauffeursstoel wordt het appa-
raat uitgeschakeld.
Instructie: Indien de zitcontactschakelaar
het apparaat uitgeschakeld heeft, contact-
sleutel op “0“ draaien om te verhinderen
dat de batterij ontlaadt.

Apparaatkap openen.

Controleren of stop-schakelaar op de
verbrandingsmotor in de stand „ON“
staat.

Brandstoftoevoer openen.

Apparaatkap sluiten.

Op de chauffeursstoel plaatsnemen.

Rijpedaal NIET gebruiken.

Programmaschakelaar op markering 1
(rijden) zetten.

Contactsleutel boven stand 1 uitdraai-
en.

Is het apparaat gestart, dan contact-
sleutel loslaten.

Instructie: De startmotor nooit langer dan
10 seconden gebruiken. Voor het opnieuw
gebruiken van de startmotor minstens 10
seconden wachten.

Voorzichtig
Gaspedaal altijd voorzichtig en langzaam
induwen. Niet schokkend van achteruit-
naar vooruitrijden omschakelen en omge-
keerd.

1 Rijpedaal "vooruit"
2 Rijpedaal "achteruit"

Gaspedaal "vooruit" langzaam indruk-
ken.

ƽ

Gevaar

Gevaar voor verwonding! Bij het achteruit-
rijden mogen derden niet in gevaar ge-
bracht worden, eventueel aanwijzingen
laten geven.

Gaspedaal "achteruit" langzaam in-
drukken.

Met de rijpedalen kan de rijsnelheid
traploos geregeld worden.

Vermijd schokkerig gebruik van het pe-
daal, omdat de hydraulische installatie
anders beschadigd kan raken.

Bij capaciteitsafname op hellingen het
rijpedaal zachtjes terugnemen.

Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.

Voorzichtig
Er mag niet over voorwerpen of vrijstaande
hindernissen gereden worden; deze mo-
gen ook niet verschoven worden.

Vaste hindernissen tot 5 cm kunnen
langzaam en voorzichtig bereden wor-
den.

Vaste hindernissen van meer dan 5 cm
mogen enkel met een geschikt platform
bereden worden.

ƽ

Gevaar

Gevaar voor verwonding! Bij geopende
grofvuilklep kan de veegwals stenen of split
naar voren wegslingeren. Erop letten, dat
geen mensen, dieren of voorwerpen in ge-
vaar gebracht worden.
Voorzichtig
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.

Voorzichtig
Om een beschadiging van de vloer te ver-
mijden de veegmachine niet ter plaatse ge-
bruiken.
Instructie: Om een optimaal reinigingsre-

sultaat te krijgen, moet de rijsnelheid aan

de omstandigheden aangepast worden.

Instructie: Tijdens het gebruik moet het

veeggoedreservoir op gezette tijden gele-

digd worden.

Instructie: Bij oppervlaktereiniging alleen
veegrol laten zakken.
Instructie: Bij reiniging van zijranden ook
de zijbezems laten zakken.

Programmaschakelaar op markering 2
zetten. Veegrol wordt neergelaten.

Instructie: Keerrol start automatisch.

Instructie: Voor het opvegen van grotere

deeltjes tot een hoogte van 50 mm, bv. si-

garettenpakjes, moet de grofvuilklep kort

opgeheven worden.

Grofvuilklep opheffen:

Pedaal grofvuilklep naar voren drukken
en vastgedrukt houden.

Voor het legen voet van het pedaal nemen.
Instructie: Alleen bij volledig naar be-
neden gelaten grofvuilklep ist een opti-
maal reinigingsresultaat te bereiken.

Programmaschakelaar op markering 3
zetten. Zijbezems evenals keerrol wor-
den neergelaten.
Instructie: Veegrol en zijbezems lopen
automatisch aan.

Nat-/droogklep sluiten.

Nat-/droogklep openen.
Instructie: Op die manier wordt een
verstopping van het filtersysteem ver-
meden.

Nat-/droogklep openen.
Instructie: De filter wordt zo tegen
vochtigheid beschermd.

Het apparaat beschikt over een automati-
sche filterreiniging.
De reiniging gebeurt automatisch alle ca.

15 seconden. Daarbij is een kort blaasge-

luid hoorbaar.

De ingebouwde stoffilter regelmatig op

verontreiniging controleren. Een te

sterk verontreinigde of defecte filter ver-

vangen.

Aflegvlak

Programma's selecteren

Apparaat starten

Brandstofkraan openen

Apparaat inschakelen

Apparaat verrijden

Vooruit rijden

Achteruit rijden

Rijgedrag

Remmen

Over hindernissen heen rijden

Veegbedrijf

Vegen met keerrol

Vegen met opgeheven grofvuilklep

Vegen met zijbezems

Droge bodem vegen

Vezelachtig en droog keergoed (bv.
droog gras, stro) opvegen

Vochtige of natte bodem vegen

Filterreiniging

65

NL

Advertising
This manual is related to the following products: