Alto Professional ZMX164FX USB User Manual
Page 30
30
KENMERKEN VAN HET BOVENPANEEL
Opmerking: De kanalen hebben in wezen dezelfde bedieningsknoppen, met enkele kleine verschillen tussen kanalen
1-8, 11-12 en 15-16. Hierna volgen de drie verschillende kanaaltypes.
1.
MIC INPUT: Sluit met behulp van een XLR-kabel een
microfoon aan op deze ingangen.
2.
LINE INPUT: Sluit met behulp van 1/4"-kabels
lijnniveau-apparaten aan op deze ingangen.
3.
INSERT: Gebruik een standaard 1/4" TRS-kabel om
een externe processor op deze uitgang aan te sluiten
(zoals een compressor, limiter, externe equalizer,
enz.). Het geluidssignaal wordt afgenomen na de gain-
regeling van het kanaal en komt voor de equalizer
terug binnen.
4.
GAIN: Regelt het geluidsniveau van het kanaal (pre-
fader en pre-EQ gain). Pas dit zo aan dat de PEAK
LED maar lichtjes oplicht tijdens de luidste gedeelten
van de song.
5.
LOW CUT FILTER: Wanneer deze knop wordt
ingedrukt, wordt het geluidssignaal van dat kanaal
door een 75 Hz laagfrequentiefilter gestuurd met een
helling van 18 dB per octaaf. Dit is handig voor het
verminderen van brom en ander laagfrequent geluid bij
het gebruik van microfoons.
6.
HI EQ (TREBLE): Regelt de hoge frequenties (treble)
van het kanaal.
7.
MID EQ: Regelt de middenfrequenties van het kanaal.
8.
MID FREQUENCY SELECTOR: Past de
frequentieband aan die door de MID EQ-knop wordt
beïnvloed.
9.
LOW EQ (BASS): Regelt de lage frequenties (bassen)
van het kanaal.
10.
AUX SEND CHANNEL VOLUME: Past het
geluidsniveau aan dat van dat kanaal naar het AUX-
kanaal wordt verstuurd (en dat wordt gestuurd naar de
AUX SENDS en gecontroleerd wordt door de AUX
SENDS volumeknoppen). De bovenste twee knoppen
kunnen de pre- of post-faderniveaus aanpassen (zoals
bepaald door de AUX PRE-/POSTFADER-
schakelaar). Met de onderste knop kan het niveau
worden aangepast van het signaal dat naar de
effectprocessor van het mengpaneel wordt gestuurd.
11.
AUX PRE-/POSTFADERSCHAKELAAR: Wanneer de
knop is ingedrukt, wordt het geluidssignaal, verstuurd
naar de overeenkomstige AUX SENDS, afgenomen
vóór de fader van dat kanaal. Met de knop in hoogste
positie, wordt het geluidssignaal, verstuurd naar de
AUX SENDS, afgenomen na de fader van dat kanaal.
12.
CHANNEL PAN / BALANCE: Als deze knop "PAN"
heet, dan past hij de positie aan van het (mono)kanaal
in het stereoveld. Als de knop "BAL" heet, past het de
balans aan tussen de twee monokanalen van dit
stereosignaal.
13.
PIEK GELEID – de geleid zal Flash indien het signaal
wordt ontpunten. Als dat gebeurt, dalen de vaststelling
van de versterkingsfactor knop of een kanaal fader.
14.
KANAAL FADER – past de audio niveau over het
Kanaal.
15.
KANAAL ZWAARD – pers deze knop te
zwaard/unmute het Kanaal. De omroep het
elektroakoestische zal alleen worden toegestuurd aan
de insert of gehoord in het Kanaal solo toen haar solo
knop wordt ingedrukt.
16.
KANAAL CESSIE – gebruiken deze knopen te zenden Channel op een subgroep, meervoudige subgroepen,
en/of de belangrijkste beleidsmix. Subgroep niveaus wordt gecontroleerd door de subgroep deel faders; de
belangrijkste mix niveau wordt gecontroleerd door de belangrijkste beleidsmix fader.
1
1
2
2
2
3
2
2
1
5
5
5
1
12
12
4
4
4
6
16
16
17
17
17
18
18
18
19
19
19
1
10
1
10
1
10
1
10
1
10
1
10
11
11
11
12
1
10
1
10
1
10
1
10
1
10
1
10
13
13
13
1
14
1
14
1
14
15
15
15
16
16
16
16
16
16
16
16
16
17
17
17