5 computer aansluiten, 6 extern apparaat aansluiten, 5 bediening – HEIDENHAIN PWM 20 User Manual

Page 92: 1 apparaat in- en uitschakelen

Advertising
background image

Bedieningshandleiding

nl

PWM 20

94

4.4.2

Inlussen in de regelkring van een machine met
NC-besturing

Het apparaat kan via de meetsysteem-ingang en -uitgang
voor diagnosedoeleinden in de regelkring van een machine
met NC-besturing worden geïntegreerd (zie "Meetsysteem-
uitgang X2", Bladzijde 93).

WAARSCHUWING

Gevaar voor elektrische schokken!

Bij de inbouw van het apparaat in de regelkring
van een machine met NC-besturing kunnen de
aardingsomstandigheden veranderen.

Aarding en bijzonderheden aanpassen aan de
toepassingssituatie.

Afhankelijk van de versie van de ATS-software
kan met inachtneming van de instructies voor de
aardingsomstandigheden het apparaat in de gesloten
regelkring worden gebruikt.

In principe is echter een signaaladapter (bijv. SA 100, SA
110, …) noodzakelijk resp. raadzaam.

Apparaat in de onderstaande volgorde aansluiten

Eerst de machine uitschakelen.

Daarna de stekkerverbindingen loskoppelen.

4.5

Computer aansluiten

Op de USB-aansluiting X5 (USB type B) kan een computer
via de USB-2.0-High-Speed-interface worden aangesloten.

USB-poort van de computer met behulp van een
USB-kabel (zie "Leveringsomvang", Bladzijde 89) op
aansluiting X5 aansluiten.

Informatie over de plaats van de aansluitingen zie
"Achterzijde apparaat", Bladzijde 91.

Aansluitbezetting X5 zie "Q".

4.6

Extern apparaat aansluiten

Op aansluiting X3 kan een extern apparaat met 6-polige
mini-DIN-aansluiting worden aangesloten.

Mini-DIN-aansluiting van het externe apparaat met
behulp van een in de handel verkrijgbare kabel met 6-
polige mini-DIN-stekker op aansluiting X3 aansluiten.

Informatie over de plaats van de aansluitingen zie "Voorzijde
apparaat", Bladzijde 91.

Aansluitbezetting X3 zie "O".

5

Bediening

WAARSCHUWING

Gevaar van beschadiging van de machine of letsel bij
veranderingen in de meetsysteemspanningen tijdens
bedrijf en bij niet-gezekerde verticale assen.

Geen parameters of meetsysteemspanningen op het
apparaat wijzigen terwijl de machine beweegt en er
zich in de regelkring een PWM bevindt.

Verticale assen altijd beveiligen tegen vallen voordat
metingen aan deze assen worden uitgevoerd.

VOORZICHTIG

Gevaar van beschadiging van de machine of letsel bij niet-
aangepaste geheugengebieden.

Bij sommige interfaces, bijv. EnDat, bestaat de
mogelijkheid in het geheugengebied van de klant
machine- of installatiespecifieke gegevens op te slaan.
Deze gegevens kunnen voor de veiligheid relevante
informatie bevatten.

Bij service erop letten dat geheugengedeeltes met
machine- of installatiespecifieke gegevens worden
aangepast.

5.1

Apparaat in- en uitschakelen

Apparaat inschakelen

Informatie over de plaats van de netschakelaar zie
"Achterzijde apparaat", Bladzijde 91.

Netschakelaar op stand

I zetten.

Apparaat uitschakelen

Netschakelaar op stand

0 zetten.

Alle polen van de netschakelaar zijn gezekerd.
Het apparaat kan alleen definitief van de
stroombron worden losgekoppeld door de
netstekker te verwijderen.

Advertising