Festool RAS 115.04 E User Manual

Page 33

Advertising
background image

33

Speciale veiligheidsinstructies voor het fi jnslij-
pen
Gebruik bij het fi jnslijpen geen al te groot schuur-

papier. Volg bij de keuze van het schuurpapier
de aanwijzingen van de producent.
Te groot
schuurpapier, dat over de schuurzool uitsteekt,
vormt een gevaar voor snijwonden en kan leiden
tot klemming, schijfbreuk of terugslag.

Speciale veiligheidsinstructies voor het borstelen
Wees u ervan bewust dat ook bij normaal gebruik

draden van de borstel kunnen worden wegge-
slingerd. Belast de draden niet te zeer door te
veel van de borstel te vergen.
De draden kunnen
gemakkelijk door dunne kleding en/of de huid
heen dringen.

Indien het gebruik van een beschermkap voor de

draadborstels is vereist, zorg er dan voor dat er
geen contact plaatsvindt tussen de draadborstel/-
schijf en de beschermkap.
De diameter van de
draadborstels/-schijven kan groter worden door
arbeidsen middelpuntvliedende krachten

2.3 Emissiewaarden

De volgens EN 60745 bepaalde waarden bedragen
gewoonlijk:
Geluidsdrukniveau

82 dB(A)

Geluidsvermogenniveau

93 dB(A)

Meetonzekerheidstoeslag

K = 3 dB

Draag gehoorbescherming!

Totale trillingswaarden (vectorsom van drie rich-
tingen) bepaald volgens EN 60745:
Trillingsemissiewaarde
(3-assig)

a

h

= 3,5 m/s²

Onzekerheid

K = 2,5 m/s²

De aangegeven emissiewaarden (trilling, geluid)
– zijn geschikt om machines te vergelijken,
– om tijdens het gebruik een voorlopige inschatting

van de trillings- en geluidsbelasting te maken

– en gelden voor de belangrijkste toepassingen

van het persluchtgereedschap.

Hogere waarden zijn mogelijk bij andere toepassin-
gen, met ander inzetgereedschap of bij onvoldoen-
de onderhoud. Neem de vrijloop- en stilstandtijden
van de machine in acht!

2.4 Metaalbewerking

Bij de bewerking van metaal dienen de volgende

veiligheidsmaatregelen te worden genomen:

• Voorschakelen van een differentiaal- (FI-, PRCD-)

veiligheidsschakelaar.

• Machine aansluiten op een geschikt afzuigap-

paraat.

• Machine regelmatig ontdoen van stofafzettingen

in het motorhuis.

• Veiligheidsbril dragen.

3

Elektrische aansluiting en inbedrijfstelling

De netspanning in acht nemen: De spanning en

frequentie van de stroombron dient overeen te
komen met de gegevens van de kenplaat van de
machine.

In Noord-Amerika mogen alleen Festool-ma-

chines met de spanningsopgave 120  V/60 Hz
worden ingezet.

In-/Uitschakelen

Inschakelen: schuif de schakelaar (1.1) naar voren
tot hij inklikt.
Uitschakelen: Druk op het einde van de schakelaar
(1.1). De vergrendeling in de AAN-stand wordt hier-
door opgeheven, en de schakelaar gaat terug naar
de UIT-stand.

4

De elektronica

De machine bezit een volledige golfelektronica met
de volgende kenmerken:

Werk niet met de machine, wanneer de elektro-

nica defect is, omdat dit kan leiden tot te hoge
toerentallen. Er is sprake van een defecte elek-
tronica, wanneer er geen zachte aanloop is of
regeling van het toerental niet mogelijk blijkt.

Zachte aanloop

De elektronisch geregelde zachte aanloop zorgt voor
een stootvrije aanloop van de machine.

Toerentalregeling

Het toerental kan met de stelknop (4.1) traploos tus-
sen 1350 en 3800 min

-1

worden ingesteld. Hierdoor

kunt u de freessnelheid van het betreffende mate-
riaal optimaal aanpassen (zie tabel 6).

Constant toerental

Het vooraf ingestelde motortoerental wordt elek-
tronisch constant gehouden. Hierdoor wordt ook bij
belasting een gelijkblijvende zaagsnelheid bereikt.

Temperatuurbeveiliging

Ter bescherming tegen oververhitting (doorbranden
van de motor) is een elektronische temperatuurbe-
waking ingebouwd. Voordat er een kritische motor-
temperatuur wordt bereikt, schakelt de veiligheid-
selektronica de motor uit. Na een afkoeltijd van ca.
3-5 minuten is de machine weer bedrijfsklaar en

Advertising