De equalizercurve aanpassen - eq3 tune, De equalizercurve aanpassen — eq3 tune – Sony MEX-BT5100 User Manual

Page 155

Advertising
background image

23

Ontvangststand

Geluid

* Als het systeem is uitgeschakeld.

De equalizercurve aanpassen
— EQ3 Tune

Met "Custom" van EQ3 kunt u uw eigen
equalizerinstellingen bepalen.

1

Selecteer een bron en druk op
(MENU).

2

Selecteer "Sound"

c "EQ3 Preset" c

"Custom" met de joystick.

3

Selecteer "EQ3 Tune" met de joystick.

4

Selecteer het gewenste
frequentiebereik: "LOW", "MID" of
"HI".

5

Selecteer de frequentie die u wilt
aanpassen.
Aanpasbare frequentie in elk bereik:
LOW: 60 Hz of 100 Hz
MID: 500 Hz of 1,0 kHz
HI: 10,0 kHz of 12,5 kHz

6

Pas de equalizercurve aan.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van –10 dB tot +10 dB.

7

Druk op de joystick.
Herhaal stap 4 tot en met 7 om de overige
frequenties aan te passen.

Als u de fabrieksinstelling voor de
equalizercurve wilt herstellen, selecteert u
"Initialize"

c "Yes" in stap 4.

Tip
Andere equalizertypen kunnen ook worden
aangepast.

ID3 Tag

De prioriteit van de weergegeven tekens van de
ID3-tag wijzigen (wanneer CD als bron is
geselecteerd).
– "EUR" (

z

): weergave van West-Europese

tekens heeft voorrang.

– "RUS": weergave van cyrillische tekens heeft

voorrang.

Local (lokale zoekfunctie)

– "off" (

z

): afstemmen op normale ontvangst.

– "on": alleen afstemmen op zenders met

sterkere signalen.

Mono (monostand)

Selecteer de mono-ontvangststand als u slechte
FM-ontvangst wilt verbeteren.
– "off" (

z

): stereo-uitzendingen in stereo

beluisteren.

– "on" : stereo-uitzendingen in mono

beluisteren.

Regional

Instellen op "on" (

z

) of "off" (pagina 15).

BTM (pagina 13)

EQ3 Preset

Een equalizertype selecteren: "Xplod", "Vocal",
"Edge", "Cruise", "Space", "Gravity", "Custom"
of "Off" (

z

).

EQ3 Tune

Zie "De equalizercurve aanpassen" op
pagina 23.

DSO

De DSO-stand selecteren: "1", "2", "3" of "off"
(

z

). Hoe hoger het getal, des te duidelijker het

effect.

Balance

De balans tussen de rechter- en
linkerluidsprekers aanpassen: "R10" – "±0" (

z

)

– "L10"

Fader

De balans tussen de voor- en achterluidsprekers
aanpassen: "F10" – "±0" (

z

) – "R10"

Subwoofer

Het subwoofervolume aanpassen: "+10" – "±0"
(

z

) – "–10"

("–

∞" wordt bij de laagste instelling

weergegeven.)

LPF (laagdoorlaatfilter)

Kantelfrequentie van de subwoofer selecteren:
"off" (

z

), "125Hz" of "78Hz".

AUX Level

Het volume van de aangesloten randapparatuur
aanpassen. Met deze instelling is het niet nodig
om het volume tussen bronnen aan te passen
(pagina 25).
Aanpasbaar niveau: "+6 dB" – "±0 dB" (

z

) –

"–6 dB"

Advertising