Sf s, Eb n m s – Elmo Rietschle V-VL 10/25/40/80/100 User Manual

Page 23

Advertising
background image

Y

L

1

L

L

2

S

f

s

1

d

l

1

l

2

e

b

n

m

s

5

v

1

v

VL

10

25

40

80

100

50 Hz

0,034

0,069

60 Hz

0,041

0,083

Olieverbruik in l/h

minder olie

meer olie

Onderhoud en service

In geval van onderhoudswerkzaamheden, waarbij de personen door bewegende delen of door spanningsvoerende delen gevaar
kunnen lopen, dient de pomp door het losnemen van de stekker of door het uitschakelen van de hoofdschakelaar spanningsloos

te worden gemaakt en tegen het opnieuw inschakelen te worden beveiligd. Onderhoud niet uitvoeren indien de pomp op be-
drijfstemperatuur is (gevaar voor verbranding door hete machinedelen of hete smeerolie).
Gevaarlijke stoffen moeten voor onderhoudswerkzaamheden afgevoerd worden. Dienen desondanks personen in de omgeving van de
pomp, welke met gevaarlijke stoffen werkt, werkzaam te zijn (bijv. voor onderhoud) dan dienen deze personen zich te informeren over
alle relevante veiligheidsvoorschriften.

1. Smering (afbeelding

ᕡ en ᕢ)

De VL heeft een verliessmering, daarom dient na elke 50 werkuren het oliepeil in het oliepeilglas (I) gecontroleerd te worden. Is het olieniveau in
het onderste peilglas zichtbaar of bevind het zich eronder, dan dient de olie te worden bijgevuld, olievuldop (H). Deze controle kan vervallen indien
er een olieniveauschakelaar (V) gemonteerd is (bij een te laag niveau wordt de pomp automatisch uitgeschakeld).
De viscositeit van de olie moet voldoen vaan ISO-VG 100 volgens DIN51519.
Wij adviseren de volgende oliesoorten: Bechem CL 100, Shell Tellus 100 en Esso Estic 100 of equivalente oliën van andere fabrikanten (zie ook
het olietype plaatje (M)).

Bij wisseling van een oliesoort het oliecarter volledig legen.
De afgewerkte olie dient overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften te worden afgevoerd.

2. Luchtfiltering (afbeelding

ᕥ)

Bij onvoldoende onderhoud aan de filters kan de capaciteit van de pomp verminderen.

Zeeffilter (f) en extra afscheider (Z

1

/ Z

2

) dient afhankelijk van de verontreinigingen van het aangezogen medium meer of minder vaak door uit blazen

gereinigd of te vervangen te worden.
Schroeven (s

1

) losdraaien. Haakse aansluitflens (S) met pakking losnemen. Zeeffilter (f) uitnemen en reinigen of vervangen. De montage geschiedt

in omgekeerde volgorde.

3. Vervangen van de lamellen (afbeelding

ᕦ en ᕩ)

De lamellen (6 stuks) worden als volgt vervangen:
Schroeven (s

5

) van de motorflens (n) losdraaien. Motor met motorzijdige koppelingshelft axiaal losnemen. Seegerring (l

1

) losnemen. Koppeling (q

1

)

met ventilator van de pompas aftrekken. Ventilatorhuis (v

1

) losschroeven. Spie (l

2

) uit de spiebaan halen. Lagerdeksel (e) met pakking en huisdeksel

(b) met pakking losschroeven. Lamellen (d) uitnemen en controleren.

Indien noodzakelijk de lamellen alleen als set (6 stuks) vervangen.

De lamellen voor het monteren met olie insmeren. De lamellen dienen soepel in de rotor te bewegen.
De montage geschiedt in de omgekeerde volgorde.

4. Oliesmeerpomp (afbeelding

ᕢ, ᕧ en ᕨ)

De oliesmeerpomp (L) wordt afhankelijk van de toepassing op een bepaalde hoeveelheid ingesteld.

Een verandering van deze hoeveelheid mag alleen plaatsvinden na overleg met Rietschle.

Dient desondanks een verandering van de oliehoeveelheid te worden doorgevoerd, dan dient dat als volgt te gebeuren:
Oliecarter (Y) met pakking losschroeven (alleen bij uitvoeringen met een ingebouwde oliepomp) Oliepompdeksel (L

1

) losschroeven. Een

verandering van de oliehoeveelheid wordt bereikt door verdraaiing van de regelschroeven (L

2

).

Minder olie naar links draaien, meer olie
naar rechts draaien. Een omwenteling
komt overeen met ca.

1

/

6

van het zuiger-

volume.

Advertising