Bedieningstips voor het lokaliseren van een sonde – RIDGID NaviTrack II User Manual
Page 99
NaviTrack® II
13
Bedieningstips voor het lokaliseren
van een sonde
Figuur 21: lokaliseren van een sonde
Gekantelde sondes
Als de sonde gekanteld is, zal één pool zich dichter bij de
sonde bevinden en de andere verder weg, zodat de sonde
zich niet meer precies halfweg tussen de beide polen bevindt.
De signaalsterkte van de dichtstbijgelegen pool wordt veel
groter dan die van de verder afgelegen pool.
Wanneer de sonde helemaal verticaal komt te liggen,
verplaatst een pool zich naar een punt recht boven de sonde
en die pool is dan ook het punt van de maximale
signaalsterkte. De andere pool ‘ziet’ de NaviTrack® II niet.
Daarom kan de sonde nog altijd worden gelokaliseerd, zelfs
als ze verticaal ligt, wat het geval kan zijn als ze in een breuk
in de leiding terecht is gekomen.
Wat wordt weergegeven op het scherm wanneer de sonde
verticaal ligt, is één enkele pool in het punt van de maximale
signaalsterkte.
Het is belangrijk te beseffen dat een ernstig gekantelde sonde
ervoor kan zorgen dat de poollocaties en de 0-lijn niet in hun
juiste posities worden weergegeven wegens de hoek van de
sonde; maar de signaalsterkte zal u nog altijd naar de beste
locatie voor de sonde leiden.
Figuur 22: gekantelde sonde, polen en 0-lijn
Merk op dat de rechterpool zich dichter bij de 0-lijn bevindt, ten gevolge van de kanteling.
Vlottersondes
Drijvende zenders werden ontworpen om te worden door-
gespoeld of om in een buis te drijven op de waterstroom.
Aangezien dergelijke sondes veel vrijer kunnen schommelen
dan een torpedovormige sonde in een buis, kunnen ze om
het even welke richting uitwijzen.
Dat betekent dat de 0-lijn gestoord kan zijn door een
kanteling, en dat de locatie van de polen kan variëren. De
enige betrouwbare manier om een vlottersonde correct te
lokaliseren bestaat erin de signaalsterkte te maximaliseren en
vervolgens te controleren of het signaal daalt wanneer de
ontvanger in alle richtingen van dat punt wordt weg-
bewogen.
Normal
Maximum Signal Strength
Tilted
Normaal
Max.
Gekanteld
Normaal
Max.
Gekanteld