Olie aanbevelingen, Brandstof aanbevelingen, Starten – Briggs & Stratton 250400 User Manual
Page 53: Stoppen, Afstellingen
Document: - page 3 (Black)
Screen angle and frequency: 45.0000, 150.0000
NL
51
Olie Aanbevelingen
(zie fig.
)
De motor wordt door Briggs & Stratton zonder olie
verzonden. Voordat de motor gestart wordt, deze
met olie vullen. Niet overvullen.
Gebruik een hoge kwaliteit detergerende olie die
geclassificeerd is For Service SF, SG, SH, SJ" of hoger
zoals Briggs & Stratton SAE 30 olie, onderdeelĆ
nummer 100005 (0,6 liter) of 100006 (1,4 liter).
Gebruik geen speciale toevoegingen met de
aanbevolen oliën. Meng geen olie door de benzine.
Kies de SAE viscositeit olie van deze kaart die past bij
de verwachte starttemperatuur voor de volgende keer
olie verversen.
Noot: Synthetische olie die voldoet aan de
ILSAC GFĆ2, API certificatie markering en
API service symbool (links getoond) met
SJ/CF ENERGY CONSERVING" of hoger,
is een acceptabele olie bij alle
temperaturen. Het gebruik van syntheĆ
tische olie verandert de olie verversingsĆ
intervallen niet.
* Luchtgekoelde motoren worden heter dan
automobielmotoren. Het gebruik van nietĆ
synthetische multiĆgrade oliën (5WĆ30, 10WĆ30,
enz.) bij temperaturen boven 4° C zal resulteren
in hoger dan normaal olieverbruik. Controleer
het oliepeil vaker bij gebruik van multiĆgrade olie.
** SAE 30 olie, indien gebruikt onder 4° C, zal
resulteren in slecht starten en mogelijke schade
aan de cilinderboring door onvoldoende smering.
Oliepeil controleren. Model Series oliecapaciteit is
ongeveer:
1,3 liter voor Modellen 170000 en 190000.
1,4 liter voor Model 250000.
Plaats de motor waterpas en reinig rond de olie
vulopening
Ê
.
Verwijder de peilstok
Ë
, met een schone doek afvegen
en opnieuw vastdraaien. Verwijder de peilstok en
controleer het oliepeil. De olie moet tot de FULL" (=vol)
markering komen. Niet overvullen.
OF
Verwijder de olievulplug
Ì
. De olie moet tot het punt
van overlopen zijn
Í
.
Draai de peilstok of de olievulplug stevig vast voordat
de motor gestart wordt.
Brandstof Aanbevelingen
Gebruik schone, verse, loodvrije benzine met een
minimum octaangetal van 77. Gelode benzine mag
gebruikt worden als deze verkrijgbaar is en loodvrij
niet. Schaf de benzine aan in hoeveelheden die binnen
30 dagen kunnen worden opgebruikt. Zie Opslag.
Gebruik geen benzine die Methanol bevat. Meng geen
olie door de benzine.
Voor bescherming van de motor raden wij het gebruik
aan van Briggs & Stratton Brandstof Stabilisator,
verkrijgbaar bij een Geautoriseerde Briggs & Stratton
Service Dealer.
Benzineniveau Controleren.
Voordat er getankt wordt,
de motor 2 minuten laten
afkoelen.
Reinigen rond de brandstof vulopening voordat de
tankdop verwijderd wordt voor bijtanken. Vul de tank tot
ongeveer 4 cm onder de bovenkant van de vulopening
om de brandstof te kunnen laten uitzetten. Wees
voorzichtig niet te overvullen.
Starten
(zie fig.
)
HOUD ALTIJD HANDEN EN VOETEN
WEG VAN BEWEGENDE OF DRAAIENDE
DELEN.
Gebruik geen onder druk staande
startvloeistof. De dampen zijn
brandbaar.
De machine waterpas starten, opslaan en bijtanken.
Controleer het oliepeil.
Open de benzinekraan indien hiermee uitgerust.
OPGEPAST: oliebewakingĆOIL GARD indien hiermee
uitgerust, (zie
7
fig.
) is bedoeld om te voorkomen
dat een motor start met te weinig olie. OIL GARD kan
mogelijk niet een draaiende motor uitschakelen. MotorĆ
schade kan optreden wanneer de olie niet op peil
gehouden wordt en zal niet door garantie gedekt
worden. Controleer altijd het oliepeil voordat de motor
gestart wordt.
Indien de motor is uitgerust met OIL GARD, en
indien de motor met te weinig olie draait, dan waarĆ
schuwt een lampje op de motor voor een laag oliepeil.
Als het lampje knippert en de motor niet gestart kan
worden, of gestopt is en niet opnieuw gestart kan
worden, voeg dan olie toe. Vullen tot het punt van
overlopen bij de olievulplug of de FULL" (=vol)
markering op de peilstok. Niet overvullen
Voor het starten
(zie fig.
)
1. Beweeg de chokebediening
Ê
naar de CHOKE
positie.
2. Beweeg de toerentalbediening
Ë
naar de stand
FAST" (=volgas).
3. Draai de benzinekraan
Ì
open, indien hiermee
uitgerust.
4. Beweeg de stopbediening
Í
naar de stand ON"
(=aan),indien hiermee uitgerust.
Indien de motor is uitgerust met OIL GARD, en
indien de motor met te weinig olie draait, dan waarĆ
schuwt een lampje op de motor voor een laag oliepeil.
Als het lampje knippert en de motor niet gestart kan
worden, of gestopt is en niet opnieuw gestart kan
worden, voeg dan olie toe. Vullen tot het punt van
overlopen bij de olievulplug of de FULL" (=vol)
markering op de peilstok. Niet overvullen.
Repeteerstarter
(zie fig.
)
Grijp de koordgreep en trek langzaam
tot er weerstand gevoeld wordt. Trek
het koord dan snel uit om door
de compressie te komen, terugslag te
voorkomen en de motor te starten. Zonodig herhalen
met de choke in de stand RUN" (=aan) en de
toerentalbediening in FAST" (=volgas). Wanneer de
motor start, deze gebruiken in de stand FAST"
(=volgas).
Elektrische starter
(zie fig.
)
Bij motoren die zijn uitgerust met 12 volt startsystemen,
de sleutel naar de stand START" draaien
Ê
of de
startknop
Ë
indrukken. Zonodig herhalen met de
choke in de stand RUN" (=draaien) en de toerentalbeĆ
diening in de stand FAST" (=volgas). Als de motor
start, deze gebruiken in de stand FAST".
Noot: Als de machinefabrikant de accu geleverd heeft,
laad deze dan volgens de aanwijzingen van de
machinefabrikant op voordat getracht wordt de motor
te starten.
Noot: Start steeds kort achter elkaar (15 sec. per
minuut) om de levensduur van de startmotor te
verlengen. Langdurig tornen kan de startmotor
beschadigen.
Stoppen
(zie fig.
)
De chokebediening niet naar CHOKE" bewegen om
de motor te stoppen. Er kan terugslag of motorschade
optreden. Beweeg de toerentalbediening naar de
positie IDLE" (=stationair) of SLOW" (=langzaam)
Ê
,
indien hiermee uitgerust. Draai dan de sleutel naar
OFF" (=uit)
of beweeg de stopbediening naar de stand
OFF" (=uit)
Ë
. Sluit de benzinekraan
Ì
.
Noot: Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot
wanneer de machine niet gebruikt wordt of onbeheerd
wordt achtergelaten.
Noot: Wanneer de motor of de machine vervoerd
wordt, de benzinekraan sluiten om lekkage te
voorkomen.
Afstellingen
(zie fig.
)
Om per ongeluk
starten te voorĆ
komen, de bougieĆ
kabel van de bougie
losnemen Ê en deze
aan massa leggen voor het afstellen en de accu
loskoppelen aan de negatieve aansluiting, indien
hiermee uitgerust.
Toerentalbediening afstellingen
(zie fig.
)
Handmatige frictie bediening
De vleugelmoer
Ë
op de bedieningsplaat losĆ of
vastdraaien tot de toerentalbediening
Ì
met enige
weerstand beweegt en nog wel in de ingestelde positie
blijft staan wanneer de motor draait.
Afstandsbediening
Draai de buitenkabel klembout
Í
los. Beweeg de
buitenĆ en binnenkabel
Î
zo ver mogelijk in de richting
van de pijl. Beweeg de toerentalbediening naar de
stand FAST" (=volgas). Draai de buitenkabel
klembout vast.
Vaste regulateurbediening
De afstelschroef voor het maximum toerental
Ï
is
afgesteld op de fabriek volgens de specificaties van de
machinefabrikant. NIET VERSTELLEN. Als afstelling
nodig is, raadpleeg dan een Geautoriseerde Briggs &
Stratton Service Dealer.
Carburateur afstelling
De fabrikant van de machine waarop deze
motor is geïnstalleerd specificeert het maxiĆ
mum toerental waarop de motor gebruikt zal
worden. OVERTREF dit toerental NIET.
Raadpleeg een Geautoriseerde Briggs & Stratton
Dealer voor carburateur afstelling.