Raccordements, Aansluitingen, Enceintes avant et surround – Panasonic SBTP1000 User Manual

Page 19: Caisson de graves, Connexions bifilaires, Voor- en surroundluidsprekers, Subwoofer, Dubbele luidsprekeraansluitingen

Advertising
background image

RQT9219

19

FRANÇAIS

NEDERLANDS

Raccordements

Raccordez les enceintes avant et surround à un amplituner ou am-

plificateur  d’une impédance de 6-Ω et le caisson de graves actif

à une borne de sortie à broche. Il est impossible de connecter ces

enceintes à un appareil autre que cet amplificateur.

Avant de brancher l’appareil

Eteignez tous les autres appareils.

Ne branchez le cordon d’alimentation qu’après avoir raccordé tous

les autres câbles et cordons.

Enceintes avant et surround

Avec les enceintes avant  et , raccordez leurs câbles d’enceinte

centrale  (environ 6 mètres) aux bornes centrales de l’amplificateur,

et leurs câbles d’enceinte  (courts : 6 mètres) aux bornes avant.

Avec les enceintes surround  et , raccordez les câbles d’enceinte

(longs : 10 mètres) aux bornes surround.

Assurez-vous de raccorder les extrémités (+) des câbles d’enceinte

aux bornes positives (+) de l’amplificateur, et les extrémités (–) aux

bornes négatives (–).

Prenez bien garde de court-circuiter les fils d’enceinte positifs (+)

et négatifs (–).

Caisson de graves

1. Raccordez-le avec le câble de connexion monaural

fourni à la borne de sortie de caisson de graves

sur l’ampli-tuner ou l’amplificateur.

2. Branchez le cordon d’alimentation à une prise

secteur .

Le cordon d’alimentation fourni ne doit être utilisé qu’avec ce pack

d’enceintes.

Evitez de l’utiliser avec tout autre appareil.

Connexions bifilaires

Les enceintes avant sont dotées de bornes séparées pour les

fréquences moyennes/élevées (HF) et les fréquences basses

(LF). Si votre amplificateur est doté de deux ensembles de bornes

d’enceinte portant les indications A et B, par exemple, vous pouvez

obtenir un champ sonore plus étendu et une plus grande profondeur

de son en raccordant les bornes d’enceinte aux bornes A et B de

l’amplificateur.

• Retirez les barres de court-circuit  (en vous assurant de les ranger

en un endroit sûr).

• Utilisez des câbles d’enceinte  (non fournis) pour raccorder les

bornes HF et LF de l’amplificateur aux enceintes avant.

• Réglez le sélecteur d’enceinte sur A/B (A et B) sur l’amplificateur.

(Pour plus de détails, reportez-vous au mode d’emploi de

l’amplificateur.)

Remarque

• Ne déplacez pas l’enceinte alors que les câbles d’enceinte sont

raccordés. Cela risquerait de causer un court-circuit.

• Vous devez regrouper les câbles d’enceinte avec une ficelle, etc.,

après avoir modifié leur emplacement.

Aansluitingen

Sluit aan op een ontvanger of versterker  met een 6-Ω impedantie

voor de voor- en surroundluidsprekers, en een pentype uitgangsaa-

nsluiting voor een actieve subwoofer. U kunt deze luidsprekers op

geen andere apparatuur aansluiten dan deze versterker.

Alvorens aan te sluiten

Schakel alle andere apparatuur uit.

Sluit het netsnoer pas aan nadat alle andere kabels en snoeren zijn

aangesloten.

Voor- en surroundluidsprekers

Van de voorluidsprekers  en  sluit u hun middenluidsprekerka-

bels  (ong. 6 m) aan op de middenluidsprekeraansluitingen van de

versterker, en sluit u de luidsprekerkabels  (kort: 6 m) aan op de

voorluidsprekeraansluitingen. Van de surroundluidsprekers  en 

sluit u de luidsprekerkabels  (lang: 10 m) aan op de surroundluid-

sprekeraansluitingen.

Let er goed op dat u de (+) uiteinden van de luidsprekerkabels aansluit

op de positieve (+) aansluitingen van de versterker, en de (–) uiteinden

ervan op de negatieve (–) aansluitingen.

Pas op dat u de positieve (+) en negatieve (–) luidsprekerdraden

niet kortsluit.

Subwoofer

1. Gebruik de bijgeleverde monokabel om de

subwoofer aan te sluiten op de subwoofer-

uitgangsaansluiting van de ontvanger of

versterker.

2. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact .

Het bijgeleverde netsnoer is uitsluitend bestemd voor gebruik met

dit systeem.

Gebruik het niet voor andere apparatuur.

Dubbele luidsprekeraansluitingen

De voorluidsprekers zijn uitgerust met gescheiden aansluitingen voor

het hoge plus midden-frequentiebereik (HF) en het lage frequentiebereik

(LF). Als uw versterker is uitgerust met twee paar luidsprekeraansluitin-

gen (bijvoorbeeld gemerkt A en B), kunt u genieten van een ruimtelijker

geluidsveld en grotere geluidsdiepte door de luidsprekeraansluitingen

te verbinden met de A- en B-aansluitingen van de versterker.

• Verwijder de kortsluitbruggen  (maar bewaar ze op een veilige

plaats).

• Gebruik de luidsprekerkabels  (niet bijgeleverd) om de HF- en

LF-aansluitingen van de versterker aan te sluiten op de voorluid-

sprekers.

• Zet de luidspreker-keuzeschakelaar van de versterker in de stand

A/B (zowel A als B). (Voor verdere informatie leest u de gebruiksaa-

nwijzing van de versterker.)

Opmerking

• Verplaats de luidsprekers niet terwijl de luidsprekerkabels zijn aang-

esloten. Dit kan namelijk kortsluiting veroorzaken.

• Bundel de luidsprekerkabels samen door middel van een touwtje

e.d. wanneer u de luidsprekerkabels wilt verplaatsen.

Advertising