Xylem MIDIBOX SINGLEBOX PLUS DOUBLEBOX PLUS User Manual

Page 65

Advertising
background image

nl

nl

nl

nl

65

Zoek op de bodem van het station de plaats voor de leiding op, maak de leiding open en sluit de slang voor het legen in geval van
nood aan. Controleer of de verbinding waterdicht is.

6.1.6

6.1.6

6.1.6

6.1.6 Terugslagklep

Terugslagklep

Terugslagklep

Terugslagklep

Er moet een terugslagklep (balkeerklep) op de verbindingsleiding met het openbare of particuliere rioolstelsel geïnstalleerd worden.
Op die manier wordt vermeden dat de vloeistof terugstroomt. Als er voor een kogelkraan gekozen wordt moet gecontroleerd
worden of deze kraan met een "zinkende (zware)" of "drijvende (lichte)" kogel uitgerust is. De keuze van de ene of de andere
oplossing heeft zijn uitwerking op de installatie en het gebruik ervan.
De klep moet (afgezien van andersluidende aanwijzingen van de fabrikant) minimaal op één meter afstand van het hefstation
geplaatst worden zodat de afsluiter van de klep door de stroming van de door de pomp verpompte vloeistof geopend kan worden.
Hierbij moeten altijd de plaatselijke en/of landelijke reglementen, wettelijke voorschriften en normen in acht genomen worden.

6.1.7

6.1.7

6.1.7

6.1.7 Afsluitklep

Afsluitklep

Afsluitklep

Afsluitklep

Er moet een afsluiter zowel op de in- als de persleiding geïnstalleerd worden (aansluiting op het openbare of particuliere rioolstelsel).
Op die manier kunnen er onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden zonder dat de hele installatie geleegd hoeft te worden.
Naar keuze kunnen er afsluitkleppen of kogelkranen gebruikt worden.

6.1.8

6.1.8

6.1.8

6.1.8 Montage van de pomp

Montage van de pomp

Montage van de pomp

Montage van de pomp

De elektropomp wordt reeds gemonteerd in het station geleverd. Controleer of de elektropomp niet beschadigd is. Vóór het in
werking stellen moeten de bevestigingsbanden van de elektropomp die eventueel aanwezig zijn verwijderd worden.

6.1.9

6.1.9

6.1.9

6.1.9 Vlotterschakelaar

Vlotterschakelaar

Vlotterschakelaar

Vlotterschakelaar

Afhankelijk van het type pomp dat erin geïnstalleerd is kunnen er één of meer vlotterschakelaars aanwezig zijn. De vlotterschakelaars
zijn reeds geïnstalleerd en afgesteld.
Er kan nog een vlotterschakelaar voorhanden zijn die hoger geplaatst is dan de andere in het pompstation. Deze vlotterschakelaar
dient om te signaleren dat het vloeistofniveau in de tank te hoog is. In dit geval moet er een bedienings- en schakelkast geïnstalleerd
worden.

6.1.10

6.1.10

6.1.10

6.1.10 Montage van de deksel

Montage van de deksel

Montage van de deksel

Montage van de deksel

Controleer of de dichting van de deksel op de bodem van de betreffende plaats ligt alvorens de deksel op de tank te draaien.
Controleer of de dichting tijdens het aandraaien niet in de schroefdraad verschuift.
In geval van installatie in gebouwen moet de deksel helemaal aangedraaid worden om de waterdichte afdichting van het station
voor vloeistoffen en gassen te waarborgen.
Om het ongeoorloofde openen van de deksel te verhinderen wordt geadviseerd om de deksel met de meegeleverde schroef en
onderlegring aan het station te bevestigen. U moet de schroef door het sleufgat in de buitenste rand van de deksel laten lopen en
hem op de daarvoor bestemde plaats in de tank vastdraaien. De onderlegring moet tussen de kop van de schroef en het bovenste
oppervlak van de deksel zitten. Er kan een slot voorhanden zijn dat rechtstreeks aan de deksel bevestigd is. In dat geval moet u de
speciale meegeleverde sleutel gebruiken om de deksel open en dicht te maken.

6.1.11

6.1.11

6.1.11

6.1.11 Montage van de verlenging

Montage van de verlenging

Montage van de verlenging

Montage van de verlenging

In geval van installatie buiten een gebouw is het mogelijk om een 300 mm hoge verlenging te installeren.
Op de verlenging is een dichting toegepast die hetzelfde is als die op de deksel. Zie de paragraaf over de montage van de deksel voor
het vastdraaien van de dichting.
Nadat de verlenging erop gedraaid is wordt geadviseerd om te voorkomen dat hij los- of vast kan draaien. Gebruik de schroef die bij
de verlenging geleverd is. Boor een gat van Ø 3 mm op het punt van de draad van de verlenging en draai hem er daarna op.

Er kunnen maximaal 2 verlengingen geïnstalleerd worden.

6.1.12

6.1.12

6.1.12

6.1.12 Elektrische aansluiting

Elektrische aansluiting

Elektrische aansluiting

Elektrische aansluiting


De elektrische aansluitingen moeten tot stand gebracht worden door een vakbekwame installateur, waarbij
de geldende voorschriften in acht genomen moeten worden.

Er moet gecontroleerd worden of het type net, de voedingsspanning en -frequentie overeenstemmen met
de nominale gegevens van de elektropomp en de schakelkast die op de typeplaat staan. Er moet voor een
geschikte bescherming van de elektrische lijn tegen kortsluiting gezorgd worden.
Alvorens de elektrische aansluiting tot stand te brengen moet u de handleiding van de elektropomp en de
eventuele schakelkast, de aanwijzingen en de eventuele elektrische schema’s lezen.


Alvorens welke werkzaamheden dan ook uit te voeren moet gecontroleerd worden of alle aansluitingen (en
dit geldt ook voor de potentiaalvrije aansluitingen) spanningsvrij zijn.


De elektropompen kunnen uitgerust zijn met een thermische beveiliging die in de motor ingebouwd is
(motorbeveiliging). Er moet opgelet worden omdat de elektropomp plotseling weer kan starten als de
wikkeling van de motor afgekoeld is.


LET OP

Advertising