Integra LifeSciences Collagen Membrane, HeliMend - Manual (Page 63)

9
Op de te behandelende locatie worden mucoperiosteale incisieflappen
gecreëerd. Indien mogelijk moet de incisie sulculair zijn. De clinicus moet
een grondig debridement uitvoeren. Er moet zoveel mogelijk weefsel
behouden blijven voor de primaire sluiting van de wond en een correcte
plaatsing van de flappen.
Het HeliMend-membraan kan droog of gehydrateerd geplaatst worden.
Als de clinicus de voorkeur geeft aan de hanteringskenmerken van
het gehydrateerde collageen, kan het membraan voorafgaand aan de
uiteindelijke plaatsing in steriel water of fysiologische zoutoplossing
worden gehydrateerd.
Het product kan in droge of natte toestand op maat en in de vorm van het
defect geknipt worden met behulp van een scherpe, steriele schaar. Als
echter de sjabloon gebruikt wordt als hulpmiddel bij het vormen, moet de
ruwe bijwerking van het membraan in droge toestand uitgevoerd worden.
Uit het sjabloon kan een benaderende vorm geknipt worden die aangepast
kan worden aan het betreffende defect. Vervolgens wordt de sjabloon
tegen het resorbeerbare collageenmembraan gehouden en wordt uit het
membraan een kopie van de sjabloon geknipt. Het sjabloonmateriaal is een
hulpmiddel bij het maken van de vorm van het HeliMend resorbeerbare
collageenmembraan . Het is niet implanteerbaar en moet na de modificatie
van het HeliMend-membraan afgevoerd worden.
Het HeliMend-membraan wordt over het defect en zo dicht mogelijk bij
de tand geplaatst. Het resorbeerbare collageenmembraan moet aan de
apicale, mesiale en distale zijde minimaal 2-3 mm voorbij het botdefect
uitsteken. Eventueel kan het membraan extra bijgeknipt worden, waarbij
scherpe hoekjes die onderliggend weefsel kunnen perforeren, vermeden
worden. Indien gewenste kan het HeliMend-membraan vastgehecht
worden met gebruik van resorbeerbare hechtdraad en een niet-snijdende
naald. De tandvleesflappen moeten coronaal over het defect en het
resorbeerbare collageenmembraan geplaatst worden. De mucoperiosteale