RIDGID KJ-3100 User Manual

Page 96

Advertising
background image

KJ-2200/KJ-3100 rioolreinigingsmachines

94

volgens de instructies in de motorhandleiding. Laat

de motor warmdraaien.

Figuur 13 – Bedieningselementen en meters

Ontluchtingsklep

Drukmeter

Thermische

overbelasting

Pulsbedieningshendel

6. Draai aan de ontluchtingsklep terwijl u de drukme-

ter observeert om de druk eventueel bij te regelen

(rechtsom om de druk te verhogen, linksom om de

druk te verlagen). Overschrijd de nominale druk van

de gebruikte machine niet. Forceer de ontluchtings-

klep niet en gebruik geen sleutels of ander gereed-

schap om eraan te draaien. Dat zal de ontluchtings-

klep beschadigen.

Rioolreiniger

Nominale drukwaarde, PSI / bar

KJ-2200

2200 / 150

KJ-3100

3000 / 205

Wanneer de rioolreiniger de nominale druk niet kan

genereren of onregelmatig werkt, doet u het vol-

gende:

• ga na of de motorgasklep correct is afgesteld.

• vergewis u ervan dat de inlaatklep helemaal open

staat en dat alle andere kleppen in het toevoersys-

teem helemaal open staan.

• draai de ontluchtingsklep rechtsom om de druk te

verhogen. Niet forceren.

• vergewis u ervan dat de pulsbedieningshendel in

de stand “Pressure” (druk) staat.

• beweeg de pulsbedieningshendel verschillende

keren tussen de stand “Pressure” (druk) en de

stand “Pulse” terwijl de machine werkt om even-

tuele opgesloten lucht in het systeem te laten

ontsnappen.

• inspecteer het systeem op lekken. Wees voorzich-

tig tijdens de inspectie om letsels te voorkomen.

Wanneer u lekken aantreft, dient u de machine uit

te schakelen alvorens de lekken te dichten.

• schakel de rioolreiniger uit. Controleer de inlaatfil-

ter/filterpakking op vuildeeltjes.

• vergewis u ervan dat het waterdebiet naar de ri-

oolreiniger voldoende groot is.

• zet de rioolreiniger en de inlaatklep af. Verwijder

de spuitkop en reinig de openingen met het ge-

reedschap om spuitkoppen te reinigen.

• laat de rioolreiniger draaien zonder spuitkop op

de slang om eventuele lucht en vuildeeltjes uit

het systeem te verwijderen. Schakel de rioolreini-

ger uit alvorens de spuitkop te verwijderen of te

installeren.

7. Stel de benodigde apparatuur correct op.

• zorg ervoor dat u de AAN/UIT-werking van de

voetklep kunt bedienen. Druk de voetklep nog

niet in.

• zorg ervoor dat u stevig op uw benen staat en dat

u niet te ver hoeft te reiken.

• u moet te allen tijde één hand op de rioolreini-

gingsslang kunnen houden om de slang te con-

troleren en te ondersteunen.

• u moet altijd bij de haspel kunnen om de slang op

te kunnen wikkelen.

In deze werkhouding kunt u de controle over de ri-

oolreinigingsslang te allen tijde behouden.

Figuur 14 – Correcte werkhouding

De afvoerleiding schoonspuiten

Bij het schoonspuiten van een afvoerleiding wordt de

slang normaal over de volledige lengte van de leiding

in de leiding gevoed om vervolgens langzaam te wor-

den teruggetrokken. Het water wordt met hoge druk

Advertising