Beschrijving en specificaties, Inspectie en configuratie van de lader, Beschrijving – RIDGID micro CA-300 User Manual
Page 105: Technische beschrijving
micro CA-300-inspectiecamera
103
• Plaats geen gebarsten batterijen in
de lader. Beschadigde batterijen verho‑
gen het risico op elektrische schokken.
• Haal nooit een batterij uit elkaar. De
batterij bevat geen serviceonderdelen
die interessant zijn voor de gebruiker.
De demontage van batterijen kan een
elektrische schok of persoonlijk letsel
veroorzaken.
• Vermijd contact met de vloeistoffen
die uit een defecte batterij lopen.
Die vloeistoffen kunnen brandwonden
of huidirritatie veroorzaken. Bij acci‑
denteel contact met batterijvloeistof
moet u overvloedig spoelen met wa‑
ter. Raadpleeg een arts als de vloeistof
in contact komt met de ogen.
Beschrijving en
specificaties
Beschrijving
De RIDGID‑batterijlader (catalogusnummer
37088) is bij gebruik met de voorgeschreven
batterijen (catalogusnummer 37083), opge‑
geven in het hoofdstuk Toebehoren, ontwor‑
pen om een RIDGID‑lithiumionbatterij van
3.7V te laden in ongeveer 4 tot 5 uur. Deze
lader vereist geen aanpassingen.
Figuur 21 – Batterij en lader
Technische beschrijving
Voeding....................... 100 ‑ 240VAC,
50 / 60 Hz
Uitgangsvermogen 4.2V DC
Batterijtype................ 3.7V Li‑Ion
Batterijcapaciteit..... 4,2 Ah
Opgenomen
stroom.........................
0,3 A (wisselstroom) /
1 A (gelijkstroom)
Gewicht....................... 0.4 lbs (0,0 2kg)
Laadduur..................... 4 tot 5 uur
Koeling......................... Genormaliseerde
passieve koeling (geen
ventilator)
Inspectie en configuratie
van de lader
WAARSCHUWING
Controleer de lader en de batterijen vóór
gebruik en verhelp eventuele problemen.
Stel de lader in volgens de procedures
hieronder om het risico van letsel door een
elektrische schok, brand of een andere oor‑
zaak te beperken en beschadiging van het
gereedschap en het systeem te voorkomen.
Draag altijd een beschermbril om uw ogen
te beschermen tegen vuil en andere vreem‑
de voorwerpen.
1. Vergewis u ervan dat de stekker van de
lader niet in het stopcontact zit. Contro‑
leer het stroomsnoer, de lader en de bat‑
terij op beschadigingen of wijzigingen,
en op gebroken, versleten, ontbrekende,
slecht afgelijnde of geblokkeerde onder‑
delen. Bij problemen gebruikt u de lader
niet meer voordat de onderdelen gere‑
pareerd of vervangen zijn.
2. Veeg vet, olie en vuil weg zoals beschre‑
ven in het hoofdstuk Reinigingsinstruc‑
ties, vooral van handgrepen en regelin‑
gen. Zo voorkomt u dat het apparaat u
ontglipt en verzekert u een goede venti‑
latie.
3. Controleer of alle waarschuwingsplaat‑
jes en aanwijzingen op de lader en de
batterij intact en leesbaar zijn. (Zie figu-
ren 22 & 23.)