Laadprocedure/ bedieningsinstructies – RIDGID micro CA-300 User Manual

Page 106

Advertising
background image

micro CA-300-inspectiecamera

104

Figuur 22 – Waarschuwingsplaatje op de

lader

Figuur 23 – Waarschuwingsplaatje op de

batterij

4. Kies een gepaste locatie voor de lader

voordat u hem gebruikt. Controleer het

werkgebied op:

• Geschikte verlichting;
• Een zuivere, vlakke, stabiele, droge plaats

voor de lader. Gebruik het apparaat niet

op natte of vochtige plaatsen;

• Een aangepast temperatuurbereik. De

temperatuur van de lader en de bat‑

terij moet tussen 32°F (0°C) en 122°F

(50°C) liggen voordat het laadproces

start. Als de temperatuur van een van

beide onder het laden buiten dat be‑

reik valt, dan wordt het laadproces

onderbroken tot de temperatuur van

het betreffende onderdeel opnieuw

binnen de opgegeven waarden valt;

• Een aangepaste voedingsbron. Con‑

troleer of de stekker in het gewenste

stopcontact past;

• Voldoende ventilatie. De lader heeft

aan alle zijden een speling van min‑

stens 4" (10 cm) nodig om een juiste

werkingstemperatuur te behouden.

5. Sluit het snoer aan op de lader.
6. Sluit de lader met droge handen aan op

een gepaste voedingsbron.

Laadprocedure/

bedieningsinstructies

WAARSCHUWING

Draag altijd een beschermbril om uw ogen

te beschermen tegen vuil en andere vreem‑

de elementen.
Volg de bedieningsinstructies om het ge‑

vaar voor letsel door een elektrische schok

te beperken.

OPMERKING! Nieuwe batterijen bereiken hun

volledige capaciteit na ongeveer

5 laad‑/ontlaadcycli.

1. Stel de lader in volgens de richtlijnen in

het hoofdstuk Controleren en instellen

van de lader.

2. De lader voert een werkingstest van 1

seconde uit; tijdens die test knippert de

LED van rood naar groen. De lader gaat

vervolgens naar de standbymodus; de

LED is UIT.

3. Plaats met droge handen het batterijpack

op de lader. Het batterijpack begint auto‑

matisch te laden. Zolang de batterij wordt

geladen, blijft de rode LED constant bran‑

den.

4. Wanneer de batterij volledig is geladen,

brandt de groene LED. De batterij ver‑

wijderen De geladen batterij mag op de

lader blijven zitten tot ze wordt gebruikt.

Er is geen gevaar voor overladen van

de batterij. Zodra de batterij volledig is

geladen, schakelt de lader automatisch

over op retentieladen.

5. Trek de laderstekker met droge handen

uit het stopcontact zodra het laadproces

voltooid is.

Advertising