Xylem FHF SHF - Manual (Page 52)

52
In geval van stilstand van de pomp in een omgeving die niet beschermd is tegen vorst moet u de pomp
altijd leeg laten lopen.
Tijdens de werking kunnen het buitenoppervlak van de pomp (als er hete vloeistoffen
verpompt worden) en het buitenoppervlak van de motor heter worden dan 40°C. Raak
dit niet met lichaamsdelen (bijv. de handen) aan en leg geen brandbaar materiaal tegen
de elektropomp aan.
7. Onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door vakkundig en daartoe opgeleid personeel uitgevoerd wor-
den. Er moet geschikt gereedschap engeschikte beschermingsmiddelen gebruikt worden. De veiligheid-
svoorschriften moeten in acht genomen worden. Als de pomp geleegd moet wor-den moet u oppassen dat
de afgevoerde vloeistof geen schade aan voorwerpen of letsel aan personen kan veroorzaken.
7.1 Controles
– Controleer van tijd tot tijd of de pomp goed functioneert en met name of de pomp geen abnormale tril-
lingen voortbrengt.
– Controleer of de mechanische dichting geen zichtbare lekken vertoont.
– Controleer, terwijl de elektropomp stil staat, de uitlijning en de slijtage van de soe-
pele delen van de koppeling.
Als het soepele element van de koppeling aanzienlijke tekenen van slijtage vertoont moet hij vervan-
gen worden.
7.2 Demontageprocedure
IHet referentienummer van de afzonderlijke onderdelen is terug te vinden op de explosietekeningen van de ma-
chine op fig. 10-11 op blz. 92-94.
De inwendige delen van de pomp en de roterende hydraulische delen kunnen gedemonteerd worden zonder
dat het pomplichaam en de aanzuig- en persleiding verwijderd hoeven te worden.
Alvorens met het demonteren te beginnen moet gecontroleerd worden of de motor
losgekoppeld is van het elektriciteitsnet en of de pomp niet per ongeluk in werking gesteld
kan worden.
Vervolgens moeten de afsluitkleppen op de aanzuig- en de persleiding gesloten worden en moet het pompli-
chaam geleegd worden door de aftapstop te verwijderen. Ga vervolgens over tot het verwijderen van de koppe-
lingsbescherming. Als de koppeling niet voorzien is van een afstandsstuk moet de motor met de betreffende
koppelingshelft verwijderd worden; als de koppeling wel voorzien is van een afstandsstuk moet het afstandsstuk
verwijderd worden en moet de motor aan de pompvoet vast blijven zitten. Draai de schroeven waarmee de
steun aan de pompvoet bevestigd is los en draai de schroeven waarmee de houder aan het pomplichaam be-
vestigd is los. De houder met het roterende hydraulische deel kan van het pomplichaam losgemaakt worden
waardoor u erbij kunt komen om de waaier, de mechanische dichting en de slijtringen te controleren, schoon te
maken of te vervangen.
7.3 Hermontageprocedure (zie fig. 9 op blz. 90)
Om de mechanische dichting weer te monteren is het onontbeerlijk om met de grootst mogelijke oplet-
tendheid en op zeer schone wijze te werk te gaan. Verwijder kalkafzettingen e.d. op de as en op de holte
van het vaste deel op de dichtingssteunplaat. Bevochtig de as, de holte van het vaste deel en de pakkin-
gen van de dichting met alcohol om het inbrengen te vergemakkelijken. Monteer de vaste dichtingsring
in de betreffende holte op het drukdeksel en forceer hem met uw vingers of met een schoon houten of
plastic blok. Schuif het roterende deel circa 2 cm op de as waarbij u erop moet letten dat de pakkingen
niet beschadigd worden door de scherpe kanten van de as (het verdient aanbeveling om een spitse lei-
bus van gehard roestvast staal te gebruiken met een buitendiameter die aan het eindgedeelte gelijk is
aan de as en die aan het begingedeelte iets kleiner is). Druk daarna het smalle gedeelte van de veer met
uw vingers in totdat de beide geslepen vlakken met elkaar in aanraking komen.
Monteer de waaier en zet hem vast en voltooi de montage van de eenheid door in de tegenovergestelde
volgorde als het demonteren te werk te gaan en door de in paragraaf 5.4 vermelde procedure voor de
uitlijning op te volgen.
LET OP
LET OP
nl
001073145_L_F_02-11:001073145_L_E_12-10 21-02-2011 16:44 Pagina 52