Noodknop voor stoppen, Voorbereiden antischuimpatroon – Hach-Lange ORBISPHERE 6110 Basic User Manual User Manual

Page 212

Advertising
background image

Sluit de bij het instrument geleverde stroomkabel aan op de aansluiting aan de
achterzijde van het instrument (linkerzijde in het diagram) voor de stroomaansluiting.
Om het instrument in en uit te schakelen wordt op de tuimelschakelaar gedrukt (rechts
in het diagram) - I voor aan en O voor uit.

Opmerking: Voor een optimale werking moeten de toevoer van gas en stroom naar het instrument
altijd ingeschakeld zijn.

Noodknop voor STOPPEN

De rode STOP-knop bevindt zich aan de rechterzijde van het instrument. Mocht het nodig zijn om de
machine op enig moment tijdens werking te stoppen, druk dan op deze knop. Er is een klik hoorbaar
wanneer de knop zich in positie vergrendelt. Het instrument hoort dan losgekoppeld te worden van
het spanningsnet. Nadat het instrument losgekoppeld is, wordt de knop ontgrendeld door deze
rechtsom te draaien. Het instrument kan dan opnieuw op het spanningsnet worden aangesloten en
opnieuw worden opgestart.

Voorbereiden antischuimpatroon

Er wordt bij de installatiekit een leeg antischuimpatroon van 280 ml meegeleverd. In de verpakking is
een navulfles antischuim inbegrepen, met daarbij de benodigde hulpmiddelen om de vloeistof over te
brengen naar de patroon (injectiespuit van 100 ml, slangen en connectoren).

Opmerking: Een navulfles antischuim is genoeg om de patroon ten minste driemaal opnieuw te vullen; een
patroon die volledig gevuld is met antischuim is genoeg voor ca. 3.000 metingen.

Om de prestatie en de betrouwbaarheid van het instrument te optimaliseren, wordt het sterk
aanbevolen alleen de silicone antischuim van Hach Lange (onderdeelnr. 33156) te gebruiken.
Handel als volgt om de patroon bij te vullen (de nummers in de vakjes komen overeen met
onderstaande stappen):

1. Sluit de injectiespuit aan op de slangen met de snelconnector.
2. Schroef de dop van de navulfles antischuim los en plaats de slang; zorg ervoor dat deze zo ver

als mogelijk onderin de vloeistof is geplaatst.

3. Trek aan de injectiespuit om de vloeistof op te zuigen tot de injectiespuit vol is.
4. Verwijder de injectiespuit en slang van de navulfles.

212 Nederlands

Advertising