Kalibratie, Kalibratieschema, Barometrische druksensor – Hach-Lange ORBISPHERE 6110 Basic User Manual User Manual

Page 221: Druksensor

Advertising
background image

Kalibratie

De kalibratieoptie is beschikbaar voor alle interne sensoren:

1. Barometrische druksensor
2. Druksensor
3. Temperatuursensor
4. CO

2

-sensor

5. Stromingssensor
6. O

2

-sensor

Opmerking: De hierboven aangegeven volgorde moet worden gevolgd voor kalibraties (als bijv. de O

2

-sensor

gekalibreerd wordt, moeten eerst de barometrische sensor, druksensor en temperatuursensor in die volgorde
worden gekalibreerd).

Na het selecteren van een sensor voor kalibratie worden de gegevens van de laatste kalibratie
weergegeven. Hier worden de vastgelegde waarden getoond alsmede informatie over wie de laatste
kalibratie heeft uitgevoerd en wanneer dit gebeurd is. De vervaldatum voor de volgende kalibratie
wordt ook getoond. Er wordt na afronding van een nieuwe kalibratie een rapport gecreëerd. Door in
het kalibratiescherm te kiezen voor optie Calibration reports (kalibratierapporten) kunnen de laatste
10 rapporten bekeken worden.

Kalibratieschema

De volgende tabel laat de aanbevolen intervallen voor sensorkalibratie zien, gebaseerd op een
gemiddelde van 500 pakketanalyses per week. Dit voorgestelde schema kan worden aangepast aan
de bedrijfsomstandigheden.

Sensor

Frequentie

Sensor

Frequentie

Barometrische druksensor

6 maanden

O

2

-sensor

2 - 3 maanden

Stromingsmeter

6 maanden

CO

2

-sensor

6 maanden

Temperatuursensor

6 maanden

Druksensor

6 maanden

Barometrische druksensor

1. Er wordt een kalibratiescherm getoond dat de huidige waarden weergeeft zoals gemeten door het

instrument.

2. Meet met behulp van een gecertificeerde precisiebarometer de barometrische druk op de plek

waar het instrument gebruikt wordt en vergelijk deze met de huidig weergegeven waarde voor
barometrische druk. Als de waarden gelijk zijn, druk dan op Cancel (annuleren); geef anders de
nieuwe waarde in in het vak New barometric value (nieuwe barometrische waarde) en druk op
Validation (validatie) om de nieuwe instelling op te slaan.

Druksensor

1. Er wordt een kalibratiescherm getoond dat de huidige waarden weergeeft zoals gemeten door het

instrument.

2. Meet met behulp van een gecertificeerde precisiebarometer de barometrische druk op de plek

waar het instrument gebruikt wordt. Wanneer er recentelijk een kalibratie van de barometrische
druksensor is uitgevoerd, hoort deze meting gelijk te zijn aan de waarde zoals weergegeven in
vak Reference pressure (referentiedruk). Als dit het geval is, druk dan op Enter; geef anders de
gemeten barometrische drukwaarde in vak Reference pressure in en druk daarna op Enter.

3. Sluit een gecertificeerde preciesiedrukmeter (0 - 7 bar) aan op de aansluiting voor gasuitgang

aan de achterzijde van het instrument en meet de referentiedruk. Geef deze waarde in het vak
Reference pressure (referentiedruk) in en druk op Enter.

4. Druk op knop Validation (validatie) links onderin het scherm om de nieuwe kalibratie te

accepteren en het proces af te ronden.

Nederlands 221

Advertising