Ivoclar Vivadent Tetric EvoCeram User Manual

Page 17

Advertising
background image

bij patiënten van wie bekend is dat ze allergisch zijn voor bepaalde be-
standdelen van Tetric EvoCeram

Bijwerkingen
Bepaalde bestanddelen van Tetric EvoCeram kunnen in uitzonderlijke ge-
vallen bij personen die daarvoor aanleg hebben tot overgevoeligheid leiden.
In deze gevallen moet van verdere toepassing worden afgezien.
Om irritatie van de pulpa tegen te gaan, moeten delen van de caviteit die in
de buurt van de pulpa liggen met een geschikt pulpa-/dentinebeschermings-
materiaal worden behandeld (breng in de buurt van de pulpa puntvormig een
calciumhydroxidehoudend preparaat aan).

Interacties
Materialen die eugenol-/kruidnagelolie bevatten, remmen de uitharding van
composieten. Van het gebruik van dergelijke materialen in combinatie met
Tetric EvoCeram moet daarom worden afgezien.
Kationische mondwaters, plaquekleurstoffen en chloorhexidine kunnen bij
contact met het materiaal tot verkleuringen leiden.

Toepassing
1. Kleurbepaling
Reinig het gebit vóór het bepalen van de juiste kleur. Bepaal vervolgens de
juiste kleur aan de hand van de kleur van het nog vochtige gebit.

2. Droogleggen
Leg de te behandelen plaats voldoende droog, het liefst met behulp van een
cofferdam (bijv. OptraDam

®

Plus).

3. Prepareren van de caviteit
Prepareer de caviteit volgens de regels van de adhesieftechniek. Dat wil
zeggen dat het harde gebitsweefsel zoveel mogelijk ongemoeid wordt gela-
ten. Prepareer geen scherpe hoeken of extra ondersnijdingen in een cariësvrij
gebied. De grootte en de vorm van de caviteit worden hoofdzakelijk bepaald
door de omvang van de cariës of de grootte en de vorm van de oude vulling.
Bij caviteiten in de fronttanden moet het glazuur aan de rand van de caviteit
schuin worden geslepen. Bij caviteiten in molaren en premolaren moeten de
preparatieranden alleen licht worden gebroken of afgerond (gebruik daar-
voor een fineerdiamant van 25–40 µm). Cariësvrije beschadigingen van de
tandhals worden niet geprepareerd, maar slechts gereinigd met een reini-
gingspasta zoals puimsteen, een rubber cupje of een roterend borsteltje. Ver-
wijder vervolgens alle resten uit de caviteit met waterspray en droog de
caviteit met water- en olievrije lucht.

4. Pulpabescherming / onderlaag
Pas bij het gebruik van een glazuur-dentine-hechtmiddel geen onderlaag toe.
Breng alleen in zeer diepe caviteiten een puntvormige afdekking met een
calciumhydroxidepreparaat (bijv. ApexCal

®

) aan op plekken die in de buurt

van de pulpa liggen. Breng hierna een drukbestendig cement aan (bijv. een
glasionomeercement zoals Vivaglass

®

Liner). Dek de overige wanden van de

caviteit niet af, zodat ze nog voor het toepassen van het glazuur-dentine-
adhesief bruikbaar zijn.

5. Matrixband / interdentale wig aanbrengen
Breng bij (gedeeltelijk) approximale caviteiten een circulaire matrixband (bijv.
de gedeeltelijk verdunde OptraMatrix) of een gedeeltelijke matrixband aan
en zet deze met wiggen vast.

6. Conditionering / aanbrengen van het hechtmiddel
Conditioneer de preparatie en breng het hechtmiddel aan zoals beschreven in
de gebruiksaanwijzing van het toegepaste product. Ivoclar Vivadent raadt
aan het hechtmiddel Syntac

®

(met fosforzuuretsing), ExciTE

®

F (met fosfor-

zuur-etsing) of de zelfetsende adhesievf AdheSE

®

One F te gebruiken.

7. Aanbrengen van Tetric EvoCeram

Voor een optimaal resultaat moet Tetric EvoCeram in lagen van max.
2 mm resp. 1,5 mm (dentinekleuren, bleach XL) worden aangebracht en
met een geschikt instrument (bijv. OptraSculpt) worden bewerkt. Bij grote
caviteiten, waarbij het contactpunt lastig te vormen is, kan ook een spe-
ciaal contactpuntinstrument (bijv. het gevorkte OptraContact-instrument)
worden gebruikt.

Voldoende belichting voorkomt onvolledige polymerisatie. Zie voor
adviezen ten aanzien van de belichtingstijd (Exposure Time) en lichtintensi-
teit (Light Intensity) tabel 1.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van een metalen matrix, moet na ver-
wijdering van de matrixband eveneens van buccaal resp. linguaal/
palatinaal worden belicht.

Tegenwoordig wordt in veel gevallen een flowable (vloeibare composiet)
gebruikt om een gelijkmatige caviteitsbodem te creëren en de bewerking
van het hierna gebruikte vulmateriaal te vergemakkelijken. Het gebruik
van een dunne eerste laag flowable (bijv. Tetric EvoFlow

®

) is eventueel

mogelijk. Deze laag moet afzonderlijk worden uitgehard (let daarbij op
de desbetreffende aanwijzingen in de productinformatie in kwestie).

8. Afwerken/occlusiecontrole/polijsten
Verwijder na de polymerisatie het overtollige materiaal met de juiste fineerin-
strumenten (bijv. Astropol

®

F) of diamanten met een fijne korrelgrootte. Ver-

wijder approximaal overtollig materiaal met behulp van diamanten of
hardmetalen fineerinstrumenten, fineerstrips of flexibele polijstschijfjes.
Controleer de occlusie en articulatie en slijp deze zo in dat er geen premature
contacten of ongewenste articulatiebanen aan het oppervlak van de vulling
achterblijven. Polijst de vulling op hoogglans met behulp van siliconenpol-
ijstinstrumenten (bijv. Astropol P, Astropol HP of Astrobrush) en polijstschijfjes
en -strips.

Speciale opmerkingen
1. Bij correcties kan Tetric EvoCeram kan, indien nodig, direct op reeds

gepolymeriseerd materiaal worden aangebracht. Wanneer de Tetric
EvoCeram-vulling al is gepolijst, moet deze eerst worden opgeruwd en
met Heliobond worden bestreken voordat nieuw Tetric EvoCeram kan
worden aangebracht.

2. Tetric EvoCeram moet voor verwerking ten minste op kamertemperatuur

zijn. Wanneer het materiaal nog gekoeld is, kan het doseren moeilijk zijn.

3.

Wanneer Tetric EvoCeram direct uit de Cavifil in de mond van de

patiënt wordt aangebracht, dan mag de Cavifil om hygiënische rede-

nen maar voor één patiënt worden gebruikt (om kruisbesmetting tussen
patiënten onderling te vermijden).

4. Desinfecteer spuiten of Cavifils niet met oxiderende desinfectiemiddelen.

Waarschuwing
Vermijd aanraking van onuitgehard Tetric EvoCeram met de huid, de

Advertising