Arcam surround sound receiver AVR300 - Manual (Page 134)

AVR300
N-12
AVR300
N-13
N
e
d
e
rl
a
n
d
s
De ‘Basic’-set-upmenu’s
1 – General Settings (Algemene instellingen):
Max Volume: Hiermee bepaalt u het maximumvolume waarop het systeem kan
worden ingesteld. Dit is bijvoorbeeld handig om te voorkomen dat luidsprekers
met een laag vermogen overbelast worden.
Max On Volume (Maximumvolume Aan): Beperkt het maximumvolume van het
systeem wanneer het aangezet wordt. Het systeem wordt ingeschakeld met het
‘Max On Volume’ als de laatst gebruikte instelling voor het (mogelijk erg luide)
volume deze waarde overschrijdt.
Delay units (Vertragingseenheden): Bepaalt of de vertragingsinstellingen voor de
luidsprekers in surround-modi gespecifi ceerd worden in ‘Imperial’ (Engels) of
‘Metric’ (Metrisch) vanaf de luisterpositie, of in tijd. Voer de tijdvertraging naar
elk kanaal in als de vertraging in milliseconden berekend wordt, of kies tussen
de eenheden Imperial of Metric en laat de AVR300 de tijdvertraging automatisch
berekenen. ‘Imperial’ wordt gemeten in voeten. ‘Metric’ wordt nauwkeuriger gemeten in stappen
van 0,1 m (10 cm) (1 voet is ongeveer 0,3 meter).
Wanneer u de eenheden wijzigt, worden alle afstanden/tijden op nul gezet. Het is daarom
belangrijk dat u de eenheden (Time, Imperial of Metric) kiest voordat u aan de set-up begint.
OSD Mode (Schermweergavemodus): Bepaalt de weergave op het scherm.
n MIXED (Gemengd): Het OSD verschijnt boven op het bestaande videobeeld.
n FULL PAGE (Volledige pagina): Het OSD wordt wit weergegeven op een schermvullende zwarte
achtergrond.
Bij videosignalen met een hogere sync-frequentie dan de normale frequentie voor interlaced
(d.w.z. progressieve scan, frame-scaled video, HDTV) gaat het OSD automatisch naar de modus
Full page (zwarte achtergrond) zodat het bedieningsmenu toegankelijk is. Pop-ups (zoals de
volumebalk en informatie over bronselectie) worden uitgeschakeld.
Video Status: Deze optie is bedoeld voor gebruik met SCART-aansluitingen, maar kan ook voor
andere doeleinden gebruikt worden. Het is mogelijk een SCART-aansluiting tussen de AVR300
en uw televisie te maken, ook al heeft de AVR300 geen SCART-aansluiting. Op pagina 32 vindt
u een aansluitschema voor een geschikte SCART-kabel. Wij raden ‘SQART’-kabels aan van QED
(www.qed.co.uk). Vraag uw leverancier om meer informatie.
Deze instelling regelt de twee video-triggers fl en fm op de achterkant en wordt gebruikt om
het type video-aansluitingen tussen de AVR300 en uw tv door te geven aan de AVR300, zodat de
AVR300 de besturingsregels correct voor SCART-aansluitingen kan instellen. Als u geen gebruik
wilt maken van de video-triggers of een SCART-aansluiting, maakt het niet uit welke waarde
deze optie heeft.
Deze optie heeft vier instellingen: COMPOSITE , S-VIDEO , RGB en SCRN CTRL .
COMPOSITE: Deze modus wordt gebruikt om aan uw tv door te geven dat er composietvideo
wordt verstuurd. Hiervoor wordt
de trigger met de aanduiding
1/RGB fl gebruikt (die op de RGB
SCART-ingang van uw tv dient
te worden aangesloten), zoals
aangegeven. Selecteer deze optie
als u de composietvideo-uitgang van
de AVR300 gebruikt. De
2/S-VIDEO -
trigger is niet actief in deze modus.
S-VIDEO : Deze modus wordt gebruikt
om aan uw tv door te geven dat er
S-video wordt verstuurd. De trigger
2/S-VIDEO fm wordt hiervoor gebruikt,
zoals aangegeven. Selecteer deze
optie als u de S-video-uitgang van de
AVR300 gebruikt.
Als deze modus geselecteerd is,
moet op de tv de aansluiting met
de aanduiding S-video SCART (of
soortgelijk) gebruikt worden, omdat
niet alle SCART-connectors geschikt
zijn voor S-video.
De 1/RGB -trigger is niet actief in deze
modus.
RGB : Deze modus wordt gebruikt om
aan uw tv door te geven dat er RGB-
video wordt verstuurd. De trigger met
de aanduiding
1/RGB wordt hiervoor
gebruikt, zoals aangegeven.
Selecteer deze optie als u de RGB-
uitgang van de AVR300 gebruikt.
Als deze modus geselecteerd is, moet
op de tv de aansluiting met het label
RGB SCART (of soortgelijk) gebruikt
worden, omdat niet alle SCART-
connectors geschikt zijn voor RGB.
De 2/S-VIDEO -trigger is niet actief in
deze modus.
Uitvoer van trigger 1/RGB met COMPOSITE geselecteerd:
Connector Functie Voltage
Tip Selectie RGB-modus 0 V
Ring Selectie SCART-ingang voor
RGB/composite (CVBS-status)
Aspectverhouding 4:3/16:9 Video aanwezig, aspect 4:3 = 12 V
Video aanwezig, aspect 16:9 = 6 V
Geen videosignaal = 0 V
Sleeve Aarding 0 V
Uitvoer van trigger 2/S-VIDEO met S-VIDEO geselecteerd:
Connector Functie Voltage
Tip Trigger videobron Willekeurige videobron
geselecteerd = 12 V
Geen videobron geselecteerd = 0 V
Ring Selectie SCART-ingang voor
S-video (CVBS-status).
Aspectverhouding 4:3/16:9 Aspect 4:3 = 12 V
Aspect 16:9 = 6 V
Geen videosignaal = 0 V
Sleeve Aarding 0 V
Uitvoer van trigger 1/RGB met RGB geselecteerd:
Connector Functie Voltage
Tip Selectie RGB-modus RGB-video = 1V
(naar een lading van 75 Ω)
Ring Selectie SCART-ingang voor
RGB/composiet (CVBS-status)
Aspectverhouding 4:3/16:9 Video aanwezig, aspect 4:3 = 12 V
Video aanwezig, aspect 16:9 = 6 V
Geen videosignaal = 0 V
Sleeve Aarding 0 V
Uitvoer van trigger 1/RGB en 2/S-VIDEO met SCRN CTRL geselecteerd:
Connector Functie Voltage
Tip Hoofdzone op trigger Hoofdzone aangezet = 12 V
Hoofdzone uitgezet = 0 V
Ring Hoofdzone op trigger Hoofdzone aangezet = 12 V
Hoofdzone uitgezet = 0 V
Sleeve Aarding 0 V