Arcam surround sound receiver AVR300 - Manual (Page 147)

AVR300
N-24
AVR300
N-25
N
e
d
e
rl
a
n
d
s
Surround-modi
Inleiding
Uw AVR300-processor biedt alle belangrijke decoderings- en verwerkingsmodi voor analoge en digitale
signalen.
Modi voor digitale bronnen
Digitale opnames worden gewoonlijk zo gecodeerd dat ze informatie over hun formaattypes bevatten. De
AVR300 detecteert automatisch het relevante formaat in een digitaal signaal, zoals Dolby Digital of DTS,
en schakelt naar de toepasselijke decodering.
Modi voor analoge bronnen
Analoge opnames bevatten geen informatie over hun coderingsformaat, zodat de gewenste
decoderingsmodus, bijvoorbeeld Dolby Pro Logic, handmatig geselecteerd moet worden.
Geheugenmodus
De AVR300 heeft een uitgebreid geheugen waardoor verschillende instellingen voor elke bronknop
bewaard kunnen worden. De onderstaande tekst is van toepassing op alle ingangen, behalve op ‘DVD-A’.
Dolby Digital- of DTS-geluidsgegevens (soms gezamenlijk aangeduid als ‘bitstream’-bronnen) kunnen in
drie mengmodi uitgevoerd worden die u via de knop
MODE kunt selecteren:
n Surround (bijvoorbeeld vijf hoofdkanalen plus een subwoofer voor een 5.1-bron)
n Stereo Downmix
n Mono Downmix
De AVR300 onthoudt welke mengmodus het laatst met een bitstream-bron gebruikt werd. Zie ‘Modi voor
meerkanaals bronnen’ voor meer informatie.
Tweekanaals geluid, ongeacht of het analoog of digitaal is, kan ook in drie mengmodi uitgevoerd worden
die via de knop
MODE geselecteerd kunnen worden:
n Surround (bijvoorbeeld Dolby Pro Logic IIx Movie, Neo:6 Music)
n Stereo (met effecten toegepast op analoge of digitale PCM)
n Mono
De AVR300 onthoudt welke mengmodus het laatst met een tweekanaals bron gebruikt is, en bij
‘Surround’ welke specifieke surround-modus. Zie ‘Modi voor tweekanaals bronnen’ voor meer informatie.
Is er een effectmodus toegepast wanneer ‘Stereo’ ingesteld is, dan wordt dit ook onthouden.
Er is een verband tussen de mengmodi voor bronnen met een meerkanaals bitstream (bijvoorbeeld 5.1)
en een tweekanaals bitstream (2.0 of 2.1). Als een 5.1-bron in de Surround-mengmodus afgespeeld
wordt, onthoudt de AVR300 dit voor alle bitstream-bronnen (bijvoorbeeld DTS-ES Matrix, Dolby Digital
3.0) en gebruikt de ontvanger het maximumaantal luidsprekers waarvoor het signaal gecodeerd is.
Wordt er nu een 2.0- of 2.1-bitstream afgespeeld, dan wordt de Surround-mengmodus weer opgeroepen
en schakelt de AVR300 naar Dolby Pro Logic IIx Movie-modus om te proberen de surround-omgeving
te herscheppen uit wat een Pro Logic-gecodeerde bron zou kunnen zijn. Als u een 2.0- of 2.1-bitstream
liever in gewone stereo beluistert (met of zonder een subwoofer), drukt u op
MODE om naar de Stereo-
mengmodus te gaan (bijvoorbeeld Dolby Digital 2/0.0 op het display). Als de bron echter weer een
meerkanaals bitstream (bijvoorbeeld 5.1) wordt, zal de AVR300 in Stereo-mengmodus blijven en daarom
een Stereo-downmix van het meerkanaals signaal uitvoeren. U verkrijgt opnieuw volledige surround-
uitvoer door op
MODE te drukken om naar de surround-modus te gaan die op de schijf gecodeerd is.
Digitale meerkanaals bronnen
Digitaal meerkanaals bronmateriaal wordt gewoonlijk als ‘5.1-geluid’ geleverd. De 5.1-kanalen
omvatten: linker-, midden- en rechtervoorluidsprekers, twee surround-luidsprekers en een LFE-kanaal
(Low Frequency Effects).
Aangezien het LFE-kanaal geen kanaal met volledig bereik is, wordt het met ‘.1’ aangeduid.
Surround-systemen decoderen en reproduceren de 5.1-kanalen direct. De verbeterde Dolby Digital EX-
en DTS-ES-decoderingssystemen creëren één extra achterkanaal uit informatie die in de twee surround-
signalen van de 5.1-bron ingebed is. Deze verbeterde EX- en ES-systemen worden soms aangeduid als
6.1-systemen. Dit extra surround-achterkanaal wordt gewoonlijk door twee afzonderlijke luidsprekers
gereproduceerd, zodat een 7.1-systeem ontstaat.
5.1 afspelen op 7.1-luidsprekersystemen
Luistert u naar digitale 5.1-kanaals opnames, zoals Dolby Digital en DTS op een 7.1-kanaals
luidsprekersysteem, dan produceren twee luidsprekers geen geluid. Aan deze twee surround-
achterluidsprekers kan hetzelfde signaal worden toegewezen als aan de surround-luidsprekers op de
pagina Speaker Sizes (Luidsprekerformaten) van het set-up-menu.
Wanneer de surround-luidsprekers en surround-achterluidsprekers geselecteerd zijn, wordt het volume
van beide met 3 dB gereduceerd om de geluidsniveaus in evenwicht te houden.