Paragraaf kalibreren, Is gericht (zie, Kalibreren – Hach-Lange EVITA OXY Basic User Manual User Manual

Page 272

Advertising
background image

Nederlands 272

Kalibreren

De kalibratie van de EVITA

®

OXY-sensor moet worden uitgevoerd in

atmosferische lucht. Wij raden aan om de sensor elke 6 maanden te
kalibreren.
Een kalibratie kan worden geactiveerd door de USC 5000-
signaalomvormer of worden uitgevoerd met behulp van de TILTCAL

®

-

functie van de OXY-transmitter. Tijdens de kalibratie mag de sensor niet
aan direct zonlicht worden blootgesteld.
Voor de kalibratie moet de OXY 1100-sensor grondig worden gereinigd
(zie hoofdstuk "Onderhoud"). Met snelle kalibratie in atmosferische lucht
kan een systeemnauwkeurigheid van 1% worden bereikt. Tijdens de
kalibratie worden de temperatuur en luchtdruk automatisch
gecompenseerd via een interne temperatuur- en luchtdruksensor.
De kalibratie met behulp van de TILTCAL

®

-functie. Houd de transmitter

met de OXY 1100-sensor naar boven, waardoor de kantelschakelaar
wordt geactiveerd en de kalibratie begint.
Draai na 5 minuten de transmitter samen met de OXY 1100-sensor
omlaag; de transmitter heeft nu de kalibratieroutine doorlopen. Tijdens
kalibratie wordt het signaal ingesteld op een stroomsterkte van 4 mA.
Via de USC 5000/7000 kan optioneel een stroomsterkte van 20 mA of
de laatste meetwaarde (vasthouden) worden gekozen.

Afbeelding 26 Kalibreren

Als de transmitter gedurende de 5 minuten durende kalibratie samen
met de OXY 1100-sensor naar beneden wordt gedraaid, wordt de

kalibratie onderbroken en gaan de metingen onder de oude
kalibratiewaarden door.
De temperatuur wordt tijdens de kalibratie automatisch gecompenseerd
via een ingebouwde temperatuursensor. Daarnaast wordt een
compensatie
voor luchtdruk, relatieve vochtigheid en zoutgehalte ook via de
standaardinstellingen uitgevoerd. Deze standaardwaarden kunnen
worden gewijzigd via de USC-signaalomvormer of via HART®.

Kalibratie via USC 5000/7000-signaalomvormer

Selecteer met de toets WIJZIGENin het gebruikersmenu het menu
"Calibrate" (Kalibreren) en druk op de toets VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN (ENTER)
om de kalibratieprocedure te starten.
De relatieve vochtigheid en het zoutgehalte kunnen worden
gecompenseerd door deze waarden via de USC 5000/7000-
signaalomvormer in te voeren (

Afbeelding 34, pagina 277

).

De vooraf ingestelde waarden en de betekenis van de afwijking van
deze waarden worden beschreven in

hoofdstuk Bijlage I, pagina 288

.

Een systeemonnauwkeurigheid van 0,5% kan worden bereikt door de
transmitter uit het te meten monster te halen en met de OXY 1100-
sensor gedurende 1 uur naar beneden te plaatsen om er zeker van te
zijn dat de sensor volledig is gestabiliseerd. Vervolgens kan de
kalibratieprocedure worden gestart.

Geschakeld

Niet geschakeld

Advertising