Velleman HPS50 - Manual (Page 53)

53
HPS50 PersonalScope TM Trigger Functie / Fonction de démarrage / TriggerFunktion
Anmerkung :
• Das Ändern der Zeitbasis oder der Eingang-
semp-findlichkeit beendet sofort den Autorange
Modus(Abb. 42)
• Im Hold Modus können die Eingangsempfin-
dlichkeit und Zeitbasis nicht geändert werden.
• Durch Drücken der „t-V/div“ Taste wird im
Hold Modus zwischen den beiden gespeicherten
Wellen umgeschaltet.
• Bei höheren Zeitbasen (1µs und schneller)
wechselt das Gerät in den Oversampel Modus.
Es werden nur sich wiederholende Signale
richtig dargestellt.
• Beginnen Sie mit dem Messen von periodischen
Signalen auf einer höchst-möglichen Zeitbasis
(250ns) und verringern Sie dann, bis die An-
zeige stimmt. Bei nicht richtiger Einstellung
kann es passieren, dass die Periode des gezeig-
ten Signals nicht richtig ist. Das liegt an der
Interferenz (aliasing) des eingehenden Signals
mit der Abtastfrequenz.
• Druk de „trigger“ toets in.
• Wijzig de trigger methode (norm, run, once or
roll).
• Gebruik de linker pijltoets om te wisselen van
trigger flank.
• Gebruik de omhoog/omlaag pijltoetsen voor het
verticaal verschuiven van de trigger positie (1)
• Gebruik de rechter pijltoets om een manuele
triggering te forceren.
trig DE TRIGGER INSTELLING
Opmerking :
• Het wijzigen van de tijdsbasis of gevoelig-
heid schakelt het autobereik uit. (Fig 42)
• De tijdsbasis of gevoeligheid kan niet tijdens
“Hold” stand gewijzigd worden.
• Het indrukken van de ‘t-V/div’ toets tijdens
“Hold” stand, laat het scherm wisselen
tussen de twee opgeslagen signaalvormen.
• Bij grotere tijdsbasissen (1µs en sneller) zal
de scoop de overbemonsteringinstelling
gebruiken, enkel herhalende signalen worden
juist weergegeven.
• Begin voor het meten van periodieke signa-
len op een zo klein mogelijke tijdsbasis
(250ns) en vergroot tot de uitlezing correct is.
Bij een niet correcte instelling kan het gebeu-
ren dat de periode van het getoonde signaal
niet correct is, dat komt door de interferentie
(aliasing) van het binnenkomende signaal
met de bemonsterings-frekwentie.
• Enfoncez la touche “trigger”.
• modifier le mode de synchronisation
(triggermode: norm, run, once ou roll).
• Utilisez la touche curseur "gauche" pour choisir
la synchronisation sur le front montant ou des-
cendant du signal d'entrée.
• Utilisez les touches haut/bas pou déplacer le
niveau de déclenchement (1).
• Utilisez la touche fléchée de droite pour forcer
un déclenchement manuel.
trig
REGLAGE DE LA
SYNCHRONISATION
Remarque :
• Tout changement de la vitesse de balayage ou de
la sensibilité, annule le mode "autorange" (Fig 42)
• Ni la vitesse de balayage ni la sensibilité ne
peuvent être modifiés en mode "hold".
• En mode "hold", la touche "t-V/div" permet de
permuter à l'écran les deux signaux mémorisés.
• Aux vitesses de balayage supérieures ou égales
à 1µs), l'oscilloscope travaille en mode de sur
échantillonnage. Seuls les signaux périodiques
(répétitifs) peuvent être affichés correctement.
• Lors de la mesure d'un signal, commencez par
utilisez la vitesse de balayage la plus rapide
(250ns) et puis diminuez progressivement cette
vitesse jusqu'à ce que le signal soit bien visible.
Autrement, l'affichage peut ne pas correctement
refléter le signal mesuré. Ce phénomène
"d'aliasing" est une interférence entre le signal
et la fréquence d'échantillonnage qui est insuf-
fisamment rapide.
trig THE TRIGGER SETUP
• Drücken Sie die „Trigger“ Taste.
• Wechselt den Triggermodus (norm, run, once
oder roll).
• Die Linken Pfeiltaste wechselt die Flanke.
• Verwenden Sie die Up/Down-Tasten für das
vertikale Schieben der Triggerposition (1)
• Verwenden Sie die rechte Pfeiltaste, um
eine manuelle Auslösung zu forcieren.