SeaLand VT 2500 User Manual

Page 37

Advertising
background image

BEFESTIGUNG DER RÜCKWAND DER
BASISSTATION

Bodenplatte und Rückwand müssen auf
demselben Fahrzeugelement montiert wer-
den!

Die Rückwand der Basisstation wird mit insgesamt
vier Schrauben rechtwinklig zur Entnahmeöffnung
auf einem ebenen Boden montiert. Der Boden
muss genügend Festigkeit haben, um das Gewicht
der Kassette zu tragen. Achten Sie beim Einbau
darauf, dass die frei beweglichen Teile der
Rückwand nicht in Berührung kommen mit
anderen Gegenständen im gleichen Raum.

BEFESTIGUNG DER BODENPLATTE DER
BASISSTATION

1. Die Bodenplatte der Basisstation wird an der
Rückwand befestigt. Der Boden ist mit zwei
“Nasen” (A) versehen, die in die entsprechenden
Aussparungen der Rückwand der Basisstation ein-
geschoben werden müssen.

Achten Sie darauf, dass der Anschluss (B) für
den Kohlefilter in der dafür vorgesehenen
Position sitzt!

2. Die Bodenplatte der Basisstation wird mit dem
Fahrzeugboden verschraubt (Schrauben nicht mit-
geliefert.

3. Der Entlüftungsschlauch (C) wird durch den
Fahrzeugboden nach außen geführt.

FIXATION OF THE REARWALL OF THE
BASE STATION

The base plate and the rear wall must be
assembled on the same vehicle element.

The rear wall of the base station is mounted on a
level floor at right angles to the outer door using
all 4 screws. The floor must be strong enough to
support the weight of the cassette.

Please take

care at the installation, that the freely mobile
parts at the rear side do not come in contact
with other objects in the same room.

FIXATION OF THE FLOOR PLATE OF THE
BASE STATION

1. The floor plate of the base station is fixed to the
rear wall. The floor has two lugs (A), that have to
be pushed into the respective gaps in the rear
wall of the base station.

Make sure that the connection (B) for the car-
bon filter fits into the place provided!

2. The floor plate of the base station is screwed to
the floor of the vehicle.

3. The ventilation hose (C) is conducted through
the vehicle floor to the exterior.

FIXATION DU PANNEAU ARRIÈRE DE LA
STATION DE BASE

La plaque de sol et le panneau arrière doi-
vent être impérativement montés sur le
même élément du véhicule !

Le panneau arrière de la station de base est fixé
avec 4 vis au total, à angle droit par rapport à l'ou-
verture de prélèvement sur un sol plan. Le sol doit
être suffisamment résistant pour supporter le
poids du caisson. Lors de la pose, veillez à ce
que les éléments mobiles du panneau arrière
ne touchent pas d'autres éléments dans la
même pièce.

FIXATION DE LA PLAQUE DE SOL DE LA
STATION DE BASE

1. La plaque de sol de la station de base est fixée
sur le panneau arrière. Le fond présente deux
tenons (A) qui doivent être impérativement insérés
dans les évidements correspondants du panneau
arrière de la station de base.

Veillez à ce que le raccordement (B) pour le fil-
tre à charbon soit installé dans la position pré-
vue!

2.La plaque de sol de la station de base est vis-
sée avec le sol du véhicule. (les vis ne sont pas
contenues dans la livraison)

3. Le flexible d'aération (C) est acheminé vers
l'extérieur par le sol du véhicule.

BEVESTIGING VAN DE ACHTERWAND
VAN HET BASISSTATION

De bodemplaat en de achterwand moeten
op hetzelfde voertuigonderdeel worden
gemonteerd!

De achterwand van het basisstation wordt met in
totaal 4 schroeven haaks op de uitnameopening
op een vlakke vloer gemonteerd. De vloer moet
stabiel genoeg zijn om het gewicht van de casset-
te te dragen. Er moet bij de montage op gelet
worden, dat de vrij bewegende delen van de
achterwand niet in aanraking komen met ande-
re voorwerpen in dezelfde ruimte.

BEVESTIGING VAN DE BODEMPLAAT
VAN DE BASISSTATION

1. De bodemplaat van de basisstation wordt aan
de achterwand gemonteerd. De bodem is voor-
zien van twee neuzen (A), die in de betreffende
uitsparingen van de achterwand van het basissta-
tion geschoven moeten worden..

Let op, dat de aansluiting (B) voor de koolfil-
ter op de daarvoor bestemde plaats zit!

2. De bodemplaat van het basisstation wordt op
de vloer van het voertuig vastgeschroefd (de
schroeven worden niet meegeleverd).

3. De ontluchtingsslang (C) wordt door de vloer
van het voertuig naar buiten geleid.

DE

EN

FR

NL

34

6.5

6.6

6.5

6.6

30

31

32

30

31

32

30

31

32

30

31

32

Advertising