Gebruik van de effectfunctie – Pioneer SVM-1000 User Manual

Page 208

Advertising
background image

GEBRUIK VAN DE EFFECTFUNCTIE

24

Du

(*1) Wanneer de effectkanaal-keuzeschakelaar op [

CFA], [CFB] of [MST]/[MASTER] staat, zal wanneer de effect-monitor is ingeschakeld

maar het geluid van het gekozen kanaal niet naar de hoofduitvoer wordt uitgestuurd, het effectgeluid toch niet hoorbaar zijn.

(*2) Als de effectfunctie is uitgeschakeld, zal het effectgeluid niet hoorbaar zijn bij het controleren van de effecten.

(*3) De kleinste waarde voor de video-effecttijd is: Voor NTSC, NTSC-US, 66 ms. Voor PAL, 80 ms.

(*4) De kleinste waarde voor de video-effecttijd is 100 ms.

(*5) De kleinste waarde voor de video-effecttijd is: Voor NTSC, NTSC-US, 132 ms. Voor PAL, 160 ms.

Karakter

Beschrijving van het effect Parameter van de beat-toets

Parameter 1
(TIME/PARAMETER)

Parameter 2
(LEVEL/DEPTH)

Beschrijving

Beschrijving

9. ROBOT

AU

D

IO

Het ingangsgeluid krijgt het
effect alsof het gemaakt
wordt door een robot.

Instellen van de toonhoogte van het
robotachtige geluid tussen–100 % en
100 %.

Instellen van de
toonhoogte van het
robotachtige
geluid.

–100 tot 100
(%)

Het effect wordt sterker
wanneer de regelaar naar
rechts wordt gedraaid.

VIDEO

Er wordt een robotachtige
video gemaakt door het beeld
naar boven en beneden te
zwaaien en een mozaïekfilter
toe te passen.

Instellen van de mengverhouding van
de mozaïekgrootte en de
oorspronkelijke video tussen –100 %
en 100 %.

Instellen van de
mengverhouding
van de
mozaïekgrootte en
de oorspronkelijke
video.

Het naar boven en beneden
zwaaien wordt sterker wanneer
de regelaar naar rechts wordt
gedraaid.

10.

C

H

ORUS

AU

DI

O

Er is een ruimtelijk geluid
alsof meerdere bronnen
dezelfde toonhoogte afgeven.

Voor de tijd van 1 BPM beat wordt een
1/2 tot 32/1 tijd ingesteld voor het
interval van het vibrato van het
koorgeluid.

Instellen van het
interval waarin het
koorgeluid wordt
gemoduleerd.

10 tot 32 000
(ms)

Instellen van de balans tussen
het oorspronkelijke geluid en
het koorgeluid.

VIDEO

Een video verdeeld in RGB-
componenten wordt
uitgevoerd op de beat.

Voor de tijd van 1 BPM beat wordt een
1/2 tot 32/1 tijd ingesteld voor het
interval waarin het beeld terugkeert
naar het oorspronkelijke beeld.

Instellen van het
interval waarin het
beeld terugkeert
naar het
oorspronkelijke
beeld.

Instellen van de balans tussen
de oorspronkelijke video en de
effectvideo.

11. ROLL

AUDIO (*

2) Opnemen en herhaaldelijk

uitvoeren van het beat-
geluid.

Voor de tijd van 1 BPM beat wordt
een 1/8 tot 8/1 effecttijd ingesteld.

Instellen van de
effecttijd.

10 tot 4 000
(ms) (*3)

Instellen van de balans tussen
het oorspronkelijke geluid en
het ROLL geluid.

VI

DE

O Opnemen en herhaaldelijk

uitvoeren van het beat-beeld.

Voor de tijd van 1 BPM beat wordt
een 1/8 tot 8/1 effecttijd ingesteld.

Instellen van de tijd
waarin het beeld
wordt herhaald.

Instellen van de balans tussen
de oorspronkelijke video en de
effectvideo.

12.

REVE

RSE R

OLL

AUDIO (*2)

Opnemen en herhaaldelijk
uitvoeren van het
omgekeerde beat-geluid.

Voor de tijd van 1 BPM beat wordt
een 1/8 tot 8/1 effecttijd ingesteld.

Instellen van de
effecttijd.

10 tot 4 000
(ms) (*3)

Instellen van de balans tussen
het oorspronkelijke geluid en
het ROLL geluid.

VIDEO

Opnemen en herhaaldelijk
uitvoeren van het
omgekeerde beat-beeld.

Voor de tijd van 1 BPM beat wordt
een 1/8 tot 8/1 effecttijd ingesteld.

Instellen van de tijd
waarin het beeld
wordt herhaald.

Instellen van de balans tussen
de oorspronkelijke video en de
effectvideo.

Nr.

Naam

Beschrijving van het karakter

1

ORIGINAL

Oorspronkelijk beeld zonder karakter.

2

INVERSE

Omgekeerde helderheid.

3

EDGE

Maakt een rand rondom het beeld.

4

HUE

Verandert de kleur (behalve zwart en wit).

05_SVM-1000_DU.book 24 ページ 2007年10月16日 火曜日 午前9時35分

Advertising