Verhelpen van storingen, Overige informatie (verhelpen van storingen) – Pioneer DVJ-X1 User Manual

Page 242

Advertising
background image

Overige informatie (Verhelpen van storingen)

44

Du <DRB1359>

Verhelpen van storingen

Een foutieve werking is vaak het gevolg van een verkeerde bediening. Raadpleeg de onderstaande lijst met storingen als u denkt dat het apparaat niet
juist werkt. Het is ook mogelijk dat de storing veroorzaakt wordt door een andere component. Controleer daarom ook de andere componenten die in
combinatie met de speler worden gebruikt. Als u het probleem niet kunt verhelpen aan de hand van de gegeven maatregelen, neem dan contact op met
het dichtstbijzijnde officiële Pioneer servicecentrum of uw vakhandelaar.

Storing

Geen stroom.

De disc komt niet naar buiten
wanneer op de EJECT (

0) toets

wordt gedrukt.

Het afspelen begint niet wanneer
een disc wordt geplaatst.
Het afspelen stopt meteen nadat
het begonnen is.

DVD-R en DVD-RW discs kunnen niet
worden afgespeeld. “NOT VIDEO
FORMAT
” wordt aangegeven.

Kan geen DVD afspelen.

De

symbolen

verschijnen.

Er verschijnt geen beeld op het
scherm.

Geen geluid.

Het geluid is vervormd of er is ruis
in het geluid.
Bij sommige discs is er veel ruis.

Bij sommige discs is er veel ruis.

Bij DVD’s en CD’s is het
geluidsvolume verschillend.

Wanneer de auto-cue functie is
ingeschakeld, wordt het opzoeken
van een track niet beëindigd.

Tijdens afspelen wordt er geen
terug-naar-cue uitgevoerd wanneer
op de CUE toets wordt gedrukt.

De loop-weergave begint niet
wanneer op de LOOP OUT/OUT
ADJUST
toets wordt gedrukt.

Mogelijke oorzaak

¶ Het netsnoer is niet aangesloten.
¶ De uitwerp/stopfunctie-schakelaar staat in de

LOCK stand.

¶ De auto-cue functie is ingeschakeld.

¶ De disc is met de labelkant naar beneden geplaatst.

¶ Er is vuil of condens op de disc.

¶ De disc heeft een ander regionummer.

¶ De disc is niet in het videoformaat opgenomen.

¶ De functiekeuzeschakelaar staat op “DJ”. Bij sommige

DVD’s kan de DJ modus niet gebruikt worden.

¶ De disc of de speler staat de gekozen

bedieningsfunctie niet toe.

¶ De uitgangskabels zitten los of zijn niet juist

aangesloten.

¶ De televisie, het videomengpaneel enz. worden

niet juist bediend.

¶ De televisie die is aangesloten op de

componentvideo-uitgangsaansluiting is niet
geschikt voor progressive-scan.

¶ De uitgangskabels zitten los of zijn niet juist

aangesloten.

¶ Het audiomengpaneel wordt niet juist bediend.

¶ De aansluitbussen of de stekkers zijn vuil.

¶ De speler staat in de pauzestand.

¶ De uitgangskabels zijn niet juist aangesloten.

¶ De aansluitbussen of de stekkers zijn vuil.

¶ De televisie veroorzaakt elektromagnetische

interferentie.

¶ Er zijn grote krassen op de disc.

¶ De disc is erg vuil.
¶ Dit wordt veroorzaakt door het verschil in

opnameformaten.

¶ Als de intervallen tussen de tracks erg lang zijn,

duurt het opzoeken van een track langer.

¶ Als de onbespeelde intervallen langer duren dan

10 seconden, zal het afspelen niet beginnen tenzij
de auto-cue functie is uitgeschakeld.

¶ Er is geen cue-punt ingesteld.

¶ De functiekeuzeschakelaar staat op “NORMAL”.

¶ Bij sommige DVD’s kunnen de DJ bedienings-

functies niet tijdens afspelen worden gebruikt.

¶ Het cue-punt (loop-beginpunt) is niet ingesteld.

¶ De functiekeuzeschakelaar staat op “NORMAL”.

¶ De cue-punten en de opnamehoek en audio-

instellingen zijn verschillend.

¶ Bij sommige DVD’s kunnen de DJ

bedieningsfuncties voor ingestelde punten niet
tijdens afspelen worden gebruikt.

Maatregel

¶ Sluit het netsnoer juist aan.
¶ Zet de speler in de pauzestand of in de cue-

paraatstand en druk dan op de EJECT (

0) toets.

¶ Zet de uitwerp/stopfunctie-keuzeschakelaar op

UNLOCK en druk dan op de EJECT (

0) toets.

¶ Houd de TIME MODE/AUTO CUE toets

langer dan 1 seconde ingedrukt om de auto-
cue functie uit te schakelen.

¶ Plaats de disc met de labelkant naar boven.

¶ Maak de disc schoon.

¶ Controleer of de disc het juiste regionummer

heeft. Als dit niet het geval, kan de disc niet in
dit apparaat worden afgespeeld.

¶ Gebruik een disc die in het videoformaat is

opgenomen.

¶ Zet de functiekeuzeschakelaar op “NOR-

MAL”.

¶ Voer de juiste bediening uit.

¶ Corrigeer de aansluitingen.

¶ Controleer de instellingen op de televisie, het

videomengpaneel enz.

¶ Kies de [Interlace] instelling voor de

componentvideo-uitgangsaansluiting.

¶ Sluit de kabels juist aan.

¶ Controleer de instelling van de schakelaars en

het volume op het audiomengpaneel.

¶ Maak de aansluitbussen en de stekkers schoon.

¶ Druk op de PLAY/PAUSE (6) toets om te

beginnen met afspelen.

¶ Sluit de kabels juist op de lijningangs-

aansluitingen van het audiomengpaneel aan.
Sluit de kabels niet op de MIC aansluiting aan.

¶ Maak de aansluitbussen en de stekkers schoon.

¶ Schakel de televisie uit of zet deze verder

weg.

¶ Vervang de disc.

¶ Maak de disc schoon.
¶ Dit is geen defect..

¶ Houd de TIME MODE/AUTO CUE toets

langer dan 1 seconde ingedrukt om de auto-
cue functie uit te schakelen.

¶ Stel een cue-punt in. (☞ blz. 34)

¶ Zet de functiekeuzeschakelaar op “DJ”.

¶ Speel een gedeelte af waarbij de DJ

bedieningsfuncties gebruikt kunnen worden.

¶ Stel een cue-punt in. (☞ blz. 34)

¶ Zet de functiekeuzeschakelaar op “DJ”.

¶ Pas de opnamehoek en audio-instellingen aan.

¶ Speel een gedeelte af waarbij de DJ

bedieningsfuncties gebruikt kunnen worden.

Advertising