Metz MECABLITZ 40 AF-4 Minolta - Manual (Page 50)

nung zum Aufnahmeobjekt angezeigt. Durch Verän-
dern der Objektivblende bzw. -Brennweite (Kamera)
kann die erforderliche Entfernung zum Aufnahme-
objekt der jeweiligen Aufnahmesituation angepaßt
werden.
Bei indirekter Blitzbelichtung bzw. abge-
schwenktem Reflektor erfolgt keine Entfer-
nungsanzeige im LC–Display!
Blitzsynchronisation
Je nach Kameratyp sind verschiedene Blitz-
Synchronisationsarten möglich.
Normalsynchronisation
Diese Betriebsart wird von allen TTL-Kameras aus-
geführt und sie ist für die meisten Blitzaufnahmen
geeignet. Bei der normalen Blitzsynchronisation
wird automatisch auf die Kamera-Blitzsynchronzeit
umgeschaltet. Je nach Kameratyp sind Zeiten zwi-
schen 1/30 s und 1/250s üblich. Einzelheiten ent-
nehmen Sie bitte der Kamera-Bedienungsanleitung.
La distance n'est pas affichée sur l'écran ACL
lorsque le flash est utilisé en éclairage indirect ou
lorsque le réflecteur est basculé.
Synchronisation
Suivant le type de boîtier, différents modes de syn-
chronisation du flash sont possibles.
Synchronisation normale
Ce mode existe sur tous les boîtiers à mesure TTL et
convient pour la plupart des prises de vue au flash.
En synchronisation normale, il se produit une
commutation automatique sur la vitesse de synchro
X du boîtier. Suivant le reflex, cette vitesse peut aller
de 1/30 s à 1/250 s. Pour plus de détails, prière de
vous reporter au mode d’emploi de l’appareil photo.
matisch de voor een correcte belichting vereiste
afstand tot het onderwerp aangegeven. Door veran-
deren van het diafragma, c.q. van de brandpuntsaf-
stand van het objectief, kan de vereiste afstand tot
het onderwerp aan de geldende opnamesituatie
worden aangepast.
Bij indirect flitsen, c.q. gezwenkte reflector wordt
er in het LC-display geen afstand aangegeven!
Flitssynchronisatie
Afhankelijk van het type camera zijn verschillende
soorten flitssynchronisatie mogelijk.
Normale synchronisatie
Deze functie wordt door alle TTL-camera’s ondersteund
en hij is geschikt voor de meeste flitsopnamen. Bij de
normale flitssynchronisatie wordt automatisch naar de
flitssynchronisatietijd van de camera omgeschakeld.
Afhankelijk van het type camera zijn daarbij tijden van
tussen 1/30 s en 1/250 s gebruikelijk. Details vindt u in
de gebruiksaanwijzing van de camera.
50
☞
☞
☞