Metz MECABLITZ 40 AF-4 Minolta User Manual
Page 52
Langzeitsynchronisation
Verschiedene Kameras verfügen über bestimmte
Belichtungsprogramme für Langzeitsynchronisation.
Blitzaufnahmen bei schwacher Beleuchtung führen
mit kurzen Verschlußzeiten (normale Blitzsynchron-
zeit) oft zu grell leuchteten Aufnahmeobjekten vor
einem dunklen Hintergrund. Bei Langzeitsynchroni-
sation steht der Verschlußzeitenbereich bis hinab zu
30 s zur Verfügung, mit dem sie den Hintergrund
besser zur Geltung bringen können, da bei längeren
Verschlußzeiten die Grundhelligkeit durch das
Umlicht deutlich erhöht ist. Verwenden Sie ein Stativ,
um verwackelte Aufnahmen zu vermeiden. Einzel-
heiten entnehmen Sie bitte der Kamera-Bedie-
nungsanleitung.
Synchronisation auf den zweiten Verschlußvor-
hang (REAR)
Einige Kameras (z.B. 800 si) bieten die Möglichkeit
zur Synchronisation auf den zweiten Verschlußvor-
hang.
Normalerweise wird der Blitz zu Beginn der
Synchronisation en vitesse lente
Certains boîtiers disposent de programmes d’expositi-
on pour une synchronisation du flash en vitesse lente.
Les prises de vue au flash en faible lumière ambian-
te et avec des vitesses d’obturation rapides (vitesse
de synchro X normale) se traduisent parfois par une
surexposition du sujet principal devant un arrière-
plan sombre. En synchronisation en vitesse lente, on
peut exposer jusqu’à 30 s pour mettre mieux en évi-
dence l’arrière-plan par la lumière ambiante. Utilisez
un trépied pour éviter le bougé. Pour plus de détails,
prière de vous reporter au mode d’emploi de l’ap-
pareil photo.
Synchronisation sur le second rideau (REAR)
Certains boîtiers offrent la possibilité de synchroni-
ser le flash au départ du second rideau.
Normalement le flash est déclenché au début de
l’exposition, c’est-à-dire peu de temps après le
démasquage de la fenêtre d’exposition par le pre-
mier rideau. Dans le cas de vitesses d’obturation
lentes et de sujets en mouvement, le rendu des tra-
Synchronisatie bij lange belichtingstijden
Sommige camera’s beschikken over bepaalde
belichtingsprogramma’s voor flitssynchronisatie bij
lange belichtingstijden.
Flitsopnamen bij zwakke verlichting leiden met kor-
te belichtingstijden ( normale flitssynchronisa-tieijd )
vaak tot te fel verlichte onderwerpen tegen een te
donkere achtergrond. Bij synchronisatie met lange
belichtingstijd staat het hele bereik tot 30 s ter
beschikking, waarmee u de achtergrond beter kunt
laten uitkomen, omdat bij langere belichtingstijden
de basishelderheid van het onderwerp door het
omgevingslicht duidelijk wordt verhoogd. Gebruik
een statief, om cameratrilling te vermijden. Details
vindt u in de gebruiksaanwijzing van de camera.
Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
(REAR)
Sommige camera’s ( z.B. 800 si) bieden de mogeli-
jkheid tot synchronisatie op het moment vlak voor-
dat de sluiter dichtgaat.
Normaal wordt de flitser aan het begin van de
52