Xylem GLS GLV User Manual

Page 64

Advertising
background image

nl

64

De elektropompen zijn standaard uitgerust met een thermische voeler (normaal gesloten,

rust/verbreekcontact) die in de motor geplaatst is. De openingstemperatuur van de contacten van de

voeler is 125°C.

Deze voeler moet door de schakelkast van stroom voorzien worden met een spanning van niet meer dan

250 V en een stroomsterkte van niet meer dan 4 A. Er wordt geadviseerd om de voeler op een spanning

van 24 V aan te sluiten. Als deze voeler op een relais of een contactsluiter aangesloten is kan de

elektropomp uitgeschakeld worden als de motor te heet wordt (voeler open).

U moet vermijden dat de pomp kan functioneren zonder dat er vloeistof in zit. Controleer of de

schakelkast over een droogdraaibeveiligingssysteem waar de vlotterschakelaars op aangesloten kunnen

worden.

Bij de monofase modellen moet u controleren of de schakelkast voorzien is van start- en aanloopcondensatoren.

Gebruik voor een grotere veiligheid extra controlesystemen zoals bijvoorbeeld niveau- en temperatuursensoren.

5.4

Keuze van de vlotterschakelaar(s)

Al naargelang het type installatie, de aard van de vloeistof en de plaatselijke voorschriften en/of gewoonten kan er tussen een

elektromechanische vlotterschakelaar of een vlotterschakelaar met meerdere contacten gekozen worden.

De juiste combinatie tussen de vlotterschakelaars en de eventuele schakelkast moet gecontroleerd

worden. Door een onjuiste combinatie kunnen er storingen optreden.

Hierbij moeten altijd de plaatselijke en/of landelijke reglementen, wettelijke voorschriften en normen in acht genomen worden.

6.

Inwerkingstelling

Informatie voor de installateur

Er moet geschikt gereedschap en geschikte beschermingsmiddelen gebruikt worden. De

veiligheidsvoorschriften moeten in acht genomen worden.

6.1

Hydraulische aansluiting

De hydraulische aansluitingen moeten tot stand gebracht worden door een vakbekwame installateur,

waarbij de geldende voorschriften in acht genomen moeten worden. Als het product op het

openbare/particuliere rioolstelsel aangesloten wordt moeten de plaatselijk geldende voorschriften die

uitgevaardigd zijn door de bevoegde instanties (Gemeente, instantie die hier het beheer over heeft enz.)

in acht genomen worden. De leiding mag de elektropomp niet belasten.

De elektrische voedingskabel of de persslang mag niet gebruikt worden om de elektropomp te

verplaatsen.

6.1.1

Controle van het oliepeil

Controleer het oliepeil in de kamer van de mechanische asafdichtingen.

6.1.2

Controle van de draaiing van de waaier

Verwijder de zekeringen of doe de schakelaar van de elektrische leiding open en controleer daarna of de waaier vrijuit draait.

6.1.3

Aansluitingen

Let op datgene wat op de schema’s in par. 10.6 getoond wordt. Controleer of de isolatieweerstand ten opzichte van de aarde
groter is dan 5 MegaOhm (5MΩ).

6.2

Elektrische aansluiting

De elektrische aansluitingen moeten tot stand gebracht worden door een vakbekwame installateur,

waarbij de geldende voorschriften in acht genomen moeten worden. Er moet geschikt gereedschap en

geschikte beschermingsmiddelen gebruikt worden. De veiligheidsvoorschriften moeten in acht genomen

worden.

Controleer of de spanning en de frequentie geschikt is met het oog op de kenmerken van de

elektromotor. U treft de referentiegegevens op de typeplaatjes van de elektropompen aan. Er moet voor

een geschikte bescherming van de elektrische lijn tegen kortsluiting gezorgd worden.

Alvorens aan het werk te gaan moet gecontroleerd worden of alle aansluitingen (en dit geldt ook voor de

potentiaalvrije aansluitingen) spanningsvrij zijn.

Op de voedingslijn moet, tenzij de geldende plaatselijke voorschriften andere bepalingen opleggen, het

volgende geïnstalleerd worden:

een beveiliging tegen kortsluiting

een aardlekbeveiliging (“aardlekschakelaar”) met een hoge gevoeligheid (30 mA) als extra beveiliging

tegen elektrische schokken voor het geval de aarding niet deugdelijk is

een scheidingssysteem van het net met een opening tussen de contacten van minimaal 3 millimeter.

De installatie moet in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften geaard worden en altijd als

eerste aansluiting van de elektrische aansluiting. Als het mogelijk is dat er mensen met de elektropomp

of met de verpompte vloeistoffen in aanraking kunnen komen moet er een tweede aardverbinding

aangelegd worden. Bescherm de elektrische geleiders tegen te hoge temperaturen, vloeistoffen en

mogelijke trillingen of stoten.

Ga na of de elektrische geleiders geïsoleerd zijn. Er bestaat het gevaar van explosie of elektrische

schokken als de elektrische aansluiting niet op de juiste manier uitgevoerd wordt of als het product

beschadigd is.

LET OP

LET OP

LET OP

Advertising