Bosch GRL 400 H Professional User Manual

Page 66

Advertising
background image

66 | Nederlands

1 619 929 J22 | (27.6.11)

Bosch Power Tools

f

Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-

heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-

bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal

verblind worden.

Het meetgereedschap wordt ter bescherming van de batterij-

en automatisch uitgeschakeld wanneer het zich langer dan

2 uur buiten het zelfwaterpasbereik bevindt of de schokwaar-

schuwing langer dan 2 uur geactiveerd is (zie „Automatisch

waterpassen rotatielaser”, pagina 66). Positioneer het meet-

gereedschap opnieuw en schakel het weer in.

Ingebruikneming laserontvanger

f

Bescherm de laserontvanger tegen vocht en fel zon-

licht.

f

Stel de laserontvanger niet bloot aan extreme tempe-

raturen of temperatuurschommelingen. Laat deze bij-

voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat de laseront-

vanger bij grote temperatuurschommelingen eerst op de

juiste temperatuur komen voordat u deze in gebruik

neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-

melingen kan de nauwkeurigheid van de laserontvanger

nadelig worden beïnvloed.

Stel de laserontvanger minstens 50 cm van de rotatielaser

verwijderd op. Plaats de laserontvanger zodanig dat de laser-

straal het ontvangstveld 24 kan bereiken.
In- en uitschakelen
f

Bij het inschakelen van de laserontvanger klinkt een

luid geluidssignaal. „Het A-gewogen geluidsdrukniveau

van het geluidssignaal bedraagt op 0,2 m afstand maxi-

maal 95 dB(A).”

f

Houd de laserontvanger niet dicht bij uw oor. Het luide

geluid kan het gehoor beschadigen.

Als u de laserontvanger wilt inschakelen, drukt u op de

aan/uit-toets 19. Er klinken twee geluidssignalen en alle indi-

caties in het display lichten kort op.
Als u de laserontvanger wilt uitschakelen, drukt u opnieuw

op de aan/uit-toets 19.
Als er ongeveer 10 minuten geen toets op de laserontvanger

wordt ingedrukt en het ontvangstveld 24 10 minuten lang niet

door een laserstraal wordt bereikt, wordt de laserontvanger

automatisch uitgeschakeld om de batterij te ontzien. De uit-

schakeling wordt aangegeven door een geluidssignaal.
Instelling van middenindicatie kiezen
Met de toets 20 kunt u vastleggen met welke nauwkeurigheid

de positie van de laserstraal op het ontvangstveld als in het

„midden” wordt aangegeven:
– Instelling „fijn” (indicatie f in display),

– Instelling „middel” (indicatie a in display),
Bij wijziging van de nauwkeurigheidsinstelling klinkt een ge-

luidssignaal.
Na het inschakelen van de laserontvanger is altijd de nauw-

keurigheid „middel” ingesteld.
Richtingindicaties
De indicaties onder g, midden e en boven c (resp. aan de

voor- en achterzijde van de laserontvanger) geven de positie

van de roterende laserstraal in het ontvangstveld 24 aan. De

positie kan bovendien door een geluidssignaal worden aange-

geven (zie „Geluidssignaal voor het aangeven van de laser-

straal”, pagina 66).
Laserontvanger te laag: Als de laserstraal door de bovenste

helft van het ontvangstveld 24 loopt, verschijnt de onderste

richtingindicatie g in het display.

Indien het geluidssignaal ingeschakeld is, klinkt er een signaal

met een langzaam ritme.

Beweeg de laserontvanger in de richting van de pijl omhoog.

Zodra de middenmarkering 23 wordt benaderd, wordt alleen

nog de punt van de richtingindicatie g weergegeven.
Laserontvanger te hoog: Als de laserstraal door de onderste

helft van het ontvangstveld 24 loopt, verschijnt de bovenste

richtingindicatie c in het display.

Indien het geluidssignaal ingeschakeld is, klinkt er een signaal

met een snel ritme.

Beweeg de laserontvanger in de richting van de pijl omlaag.

Zodra de middenmarkering 23 wordt benaderd, wordt alleen

nog de punt van de richtingindicatie c weergegeven.
Laserontvanger in het midden: Als de laserstraal door het

ontvangstveld 24 ter hoogte van de middenmarkering 23

loopt, brandt de middenindicatie e. Indien het geluidssignaal

is ingeschakeld, klinkt er een aanhoudend signaal.
Geluidssignaal voor het aangeven van de laserstraal
De positie van de laserstraal op het ontvangstveld 24 kan

door een geluidssignaal worden aangegeven.
Na het inschakelen van de laserontvanger is het geluidssig-

naal altijd uitgeschakeld.
Als u het geluidssignaal inschakelt, kunt u uit twee geluidsvo-

lumes kiezen.
Druk voor het inschakelen of veranderen van het geluidssig-

naal op de toets Geluidssignaal 21 tot het gewenste geluids-

volume wordt weergegeven. Bij een gemiddeld geluidsvolu-

me knippert de geluidssignaalindicatie d in het display. Bij

een hoog geluidsvolume brandt de indicatie permanent. Bij

een uitgeschakeld geluidssignaal gaat de indicatie uit.

Automatisch waterpassen rotatielaser

Na het inschakelen controleert het meetgereedschap de hori-

zontale stand en compenseert het oneffenheden binnen het

zelfwaterpasbereik van ca. 8% (5°) automatisch.
Als het meetgereedschap na het inschakelen of na een posi-

tieverandering meer dan 8 % scheef staat, is waterpas stellen

niet meer mogelijk. In dit geval wordt de rotor gestopt. De la-

ser knippert en de waterpasindicatie 1 brandt continu rood.

Positioneer het meetgereedschap opnieuw en wacht het wa-

terpassen af. Zonder opnieuw positioneren wordt na 2 minu-

ten de laser en na 2 uur het meetgereedschap automatisch

uitgeschakeld.
Nadat het meetgereedschap waterpas is gesteld, controleert

het voortdurend of het waterpas staat. Bij positieveranderin-

gen wordt het automatisch opnieuw waterpas gesteld. Ter

voorkoming van verkeerde metingen stopt de rotor tijdens

het waterpassen. De laser knippert en de waterpasindicatie 1

knippert groen.

OBJ_DOKU-20994-002.fm Page 66 Monday, June 27, 2011 12:55 PM

Advertising