Pioneer SX-209RDS User Manual
Page 122
Attention! The text in this document has been recognized automatically. To view the original document, you can use the "Original mode".
Storingen worden vaak veroorzaakt door een verkeerd gebruik van het apparaat. Raadpleeg daarom bij storingen eerst de onderstaande
lijst. Het is eveneens mogelijk dat het probleem veroorzaakt wordt door een ander aangesloten komponent. Kontroleer daarom ook de
andere komponenten en elektrische apparatuur.
Is het niet mogelijk om de storing aan de hand van de onderstaande lijst te verhelpen, neem dan kontakt op met een erkend PIONEER-
servicecentrum of uw dealer om het apparaat te laten repareren.
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
De spanningsschakelaar (POWER)
is ingeschakeld maar de spanning
wordt niet toegevoerd.
• Het netsnoer zit niet in het stopkontakt.
•
De MAIN POWER
schakelaar
op het
achterpaneel is op OFF gedrukt.
• Steek het netsnoer in het stopkontakt.
• Druk de schakelaar naar ON.
Er gebeurt niets bij het indrukken
van een bedieningsschakelaar.
• Het toestel is beschadigd door statische
eiektriciteit in een période toen de lucht
droog was, zoals bvb. in de winter.
•
Trek de stekker van het toestel uit het
stopkontakt en sluit het vervoigens weer aan.
• Als het om statische eiektriciteit gaat, raden
wlj aan het toestel te bedienen m.b.v. de
afstandsbediening.
De funktieschakelaar is ingedrukt
maar er komt geen geluid uit de
luidsprekers.
• Het VOLUME is helemaal omiaag gedraaid (MIN).
• De luidsprekersnoeren zijn niet aangesloten
op de luidsprekeraansluitpunten.
• Eén of beide aansluitsnoeren zijn niet aangesloten.
• De TAPE 2 MONITOR schakelaar Staat op ON.
• De SPEAKERS A- en-B toetsen zijn OFF.
• Verhoog de instelling van de VOLUME-regelaar.
• Sluit de luidsprekersnoeren korrekt aan.
• Sluit de snoeren goed aan.
• Zet de schakelaar in de OFF-stand.
• Schäkel de SPEAKERS A- en B-toetsen ON.
Er
komt
slechts
uit
één
luidspreker geluid.
• Onjuiste balansinstelling (BALANCE).
•
Eén van de luidsprekersnoeren of de
aansluitsnoeren zijn niet aangesloten.
• Stel de BALANCE in op de middenpositle.
• Sluit de snoeren goed aan.
Het geluid is gestoord tijdens ontvangst
van AM-uitzendingen telkens wanneer
de spanning-sschakelaar van andere
kompo-nenten aan of uit wordt gedraaid.
• De AM-raamantenne vangt elektrisch geruis
op van schakeikontakten.
•
Verplaats
de
AM-raamantenne
zover
mogelijk
van
dit
en
van
de
andere
komponenten.
Ruis wordt gehoord.
• Er is niet goed op een zender afgestemd.
•
De antenne is niet aangesloten of de
aansluiting Is losgeraakt.
FM-ontvangst
• De bijgeleverde FM antenne is niet ultgerold
of niet juist gericht.
• Zwak zendsignaal.
AM-ontvangst
• De AM-antenne is niet in de goede richting
opgesteld.
• Zwak zendsignaal.
•
Storing van andere apparaten (vooral
elektrische
apparaten
met
motors
of
fluorescerende lampen).
• Stel goed af op de zender.
• Sluit de antenne goed aan.
• Rol de antenne ult en rieht voor een optimale
ontvangst.
• Vervang de T-vormige antenne (accessoire)
door een FM-buitenantenne.
•
Verander de richting van de AM-antenne
totdat u een betere ontvangst verkrijgt.
• Stel een AM-buitenantenne op of sluit een
aardingsdraad aan.
•
Geen elektrische apparaten die stören,
gebruiken of ze uit de nabijheid van de
stereo-installatie verwijderen.
Geen auto stop.
• De invoersignalen zijn te zwak
• Als u een T-vormige antenne gebruikt, een
buitenantenne gebruiken.
• Manueel afstemmen.
De afstandsbediening werkt niet.
•
De batterijen zijn leeg of er iiggen geen
batterijen in de afstandsbediening.
• Verkeerde hoek of te grote afstand van de
ontvanger voor de afstandsbediening.
• Er bevindt zieh een voorwerp tussen u en de
ontvanger voor de afstandsbediening.
• Er schijnt tl-licht op de ontvanger voor de
afstandsbediening.
• Leg nieuwe batterijen in.
• Gebruiken binnen zeven meter en binnen een
hoek van 30 graden van de ontvanger voor de
afstandsbediening.
•
Verander van plaats of haal het voorwerp
weg.
• Verplaats de tl-verlichting, zodat deze niet
recht
op
de
ontvanger
voor
de
afstandsbediening op het voorpaneel schijnt.
I
Onregelmatige working van dit toestel kan worden veroorzaakt door statische eiektriciteit of andere storingen van buitenaf. Om het toestei weer
normaai te iaten werken, de spanning uit- en dan weer inschakeien, of het netsnoer uit het stopkontakt trekken en vervoigens er weer insteken.
122
<XRD1002>
Du