5 systeembeschrijving, 1 gebruikersinterface, 2 functies – Xylem ECOCIRC XL & XLplus User Manual

Page 92

Advertising
background image

Alleen voor

de model-

len 25-40,

25-60,

32-40 en

32-60

PLUG-aan-

sluiting

M12 (1) Ka-

bel Φ 2÷5

mm

M12 (2) Ka-

bel Φ 2÷5

mm

mm

2

(2P

+T)

Foutsignaal

2 x

0,75÷1,5

mm

2

• Ana-

loog

0-10V

• Externe

druk-

sensor

• Externe

tempe-

ratuur-

sensor

• Externe

Start/

Stop

Indien

GEEN fout-

signaal op

deze kabel-

wartel. Be-

dieningska-

bel met

meerdere

draden,

aantal dra-

den con-

form aantal

bedie-

ningscir-

cuits. Zo

nodig afge-

scheiden

Bedie-

ningskabel

met meer-

dere dra-

den, aantal

draden

conform

aantal be-

dieningscir-

cuits. Zo

nodig afge-

scheiden

Communi-

catiebus

Buskabel

M20 Kabel

Φ

5÷13

mm

M16 (1)

M16 (2)

Voeding

3 x

0,75÷2,5

mm

2

(2P

+T)

- Voeding
- Foutsig-

naal

5 x

0,75÷1,5

mm

2

(4P

+T)

Foutsignaal

2 x

0,75÷1,5

mm

2

• Ana-

loog

0-10V

• Externe

druk-

sensor

• Externe

tempe-

ratuur-

sensor

• Externe

Start/

Stop

Indien

GEEN fout-

signaal op

deze kabel-

wartel. Be-

dieningska-

bel met

meerdere

draden,

aantal dra-

den con-

form aantal

bedie-

ningscir-

cuits. Zo

Bedie-

ningskabel

met meer-

dere dra-

den, aantal

draden

conform

aantal be-

dieningscir-

cuits. Zo

nodig afge-

scheiden

M20 Kabel

Φ

5÷13

mm

M16 (1)

M16 (2)

nodig afge-

scheiden

Communi-

catiebus

Buskabel

Opmerking:
Draai de kabelwartels voorzichtig aan om te voor-

komen dat de kabel kan verschuiven en er vocht in

de contactdoos terecht kan komen.

5 Systeembeschrijving

5.1 Gebruikersinterface

De lijst beschrijft de onderdelen in

Afbeelding 13

.

1. Knop voor bedieningsmodus

2. Indicatielampjes voor bedieningsmodus

3. Parameterknop

4. Parameter indicatielampjes

5. Instelknoppen

6. Numerieke weergave

7. Stroomindicator

8. Status- / Defectindicator

9. Indicator voor bediening op afstand

:
Brandgevaar. Tijdens normale werking

van de pomp kunnen de oppervlakken

van de pomp zo heet worden dat alleen

de knoppen mogen worden aangeraakt

om brandwonden te voorkomen.

5.1.1 Vergrendelen/ontgrendelen van de
gebruikersinterface

De gebruikersinterface wordt automatisch vergren-

deld als 10 minuten lang geen knop is ingedrukt,

of als de bovenste instelknop (5) en de parameter-

knop (3) gedurende twee seconden worden inge-

drukt. Zie

Afbeelding 13

.

Als een knop wordt ingedrukt wanneer de gebrui-

kersinterface vergrendeld is, verschijnt op het

scherm (6):

Druk voor het ontgrendelen van de gebruikersin-

terface gedurende twee seconden op de bovenste

instelknop (5) en de parameterknop (3). Op het

scherm (6) verschijnt:

Nu kunnen de pompinstellingen worden gewij-

zigd.

5.2 Functies

nl - Vertaling vanuit het origineel

92

Advertising