11 externe sensoren, 6 systeeminstallatie en -bediening – Xylem ECOCIRC XL & XLplus User Manual

Page 95

Advertising
background image

rode statuslampje en de foutcode op het display

van de gebruikersinterface,

Afbeelding 13

.

Waarden

• Vmax < 250 VAC

• Imax < 2 A

5.2.11 Externe sensoren

De pomp kan uitgerust worden met een differenti-

aaldruksensor en een temperatuurmeter conform

de volgende tabel:

Beschrijving

van de sensor

Type

Klemmen

Differentiaal-

druksensor

4-20mA

1,0 bar (PN 10)
2,0 bar (PN 10)

9 - 10

Externe tempe-

ratuursensor

KTY83

13 - 14

Instellen van druksensor

1. Monteer de druksensor op de leiding

2. Sluit de kabel aan op de klemmen 9 en 10 (zie

het aansluitschema in 4.6.3).

3. Zet de pomp aan.

4. Tijdens het opstarten detecteert de pomp de

sensor en toont een installatiemenu.

5. Selecteer het rechter sensormodel en bevestig

uw keuze met de parameterknop (3). Zie

Af-

beelding 13

.

6. De pomp doorloopt de opstartprocedure en

start automatisch in de stand constante druk.

7. Het instelpunt kan worden gewijzigd met be-

hulp van de instelknoppen (5). Zie

Afbeelding

13

.

Instellen externe temperatuursensor (alleen voor

de ecocirc XLplus)
Het instellen van de sensor en de daaraan gerela-

teerde bedieningsstanden kan alleen via de com-

municatiebus.
Ga voor meer informatie naar de handleiding voor

communicatie en geavanceerde functies op

www.lowara.com

Opmerking:
De sensorkabels mogen niet langer zijn dan 20 m.

5.2.12 Communicatie-bus (alleen
aanwezig op ecocirc XLplus)

De pomp heeft twee ingebouwde RS-485 commu-

nicatiekanalen. Eén kanaal is standaard aanwezig

(terminals 15-16-17), terwijl het tweede kanaal al-

leen ingeschakeld wordt met de optionele RS-485

of draadloze module (terminals 18-19-20). Zie

Af-

beelding 18

en

Afbeelding 19

.

De pomp kan via Modbus of BACnet met externe

BMS-systemen communiceren.

57

protocol. Raad-

pleeg de communicatiehandleiding op www.lowa-

ra.com voor een volledige beschrijving van de pro-

tocollen.

Opmerking:

Wanneer bediening op afstand actief is, worden de

instelpunten en bedieningsstanden alleen bediend

via communicatiekanalen en kunnen ze niet wor-

den gewijzigd via de gebruikersinterface. Het ge-

toonde beheer voor hoeveelheid en meeteenheid

blijft actief op de gebruikersinterface.

5.2.13 Automatische tweeling pompen
bediening (alleen aanwezig op de ecocirc
XLplus)

Back-upwerking
Alleen de hoofdpomp is actief. De tweede pomp

start alleen bij uitval van de hoofdpomp.
Afwisselende werking
Er werkt slechts één pomp tegelijkertijd. De werk-

tijd wordt elke 24 uur afgewisseld zodat de werk-

last over de twee pompen verdeeld wordt. In geval

van een storing start de tweede pomp meteen.
Parallelle werking
Beide pompen werken gelijktijdig met hetzelfde in-

stelpunt. De hoofdpomp bepaalt het gedrag van

het volledige systeem en kan de prestaties optima-

liseren. Om met minimaal stroomverbruik de ge-

wenste prestaties te kunnen garanderen, start of

stopt de hoofdpomp de tweede pomp afhankelijk

van de benodigde pomphoogte en het debiet.

• OPMERKING: als een ecocirc XL basic (geen

communicatie aanwezig) wordt gebruikt in pa-

rallelle werking, kunnen de twee pompkoppen

werken op verschillende werkpunten, vooral bij

een laag debiet. Dit kan leiden tot enige insta-

biliteit van de pomp en de terugslagklep kan

veel lawaai gaan maken. Het gebruik van eco-

circ XLplus wordt aangeraden voor parallelle

werking.

6 Systeeminstallatie en -bediening

Voorzichtig

WAARSCHUWING:

• Draag altijd beschermende hand-

schoenen voor alle werkzaamheden

aan pompen en motor. Tijdens het

pompen van hete vloeistoffen kun-

nen de pomp en zijn onderdelen

warmer worden dan 40°C (104°F).

• De pomp mag niet drooglopen om-

dat hierdoor de lagers kapot kunnen

gaan. Vul het systeem met de juiste

hoeveelheid vloeistof en ventileer

de lucht voordat de pomp voor de

eerste keer wordt gestart.

Opmerking:

• Bedien de pomp nooit langer dan een paar se-

conden met de ON-OFF-klep gesloten.

• Stel een stilstaande pomp niet bloot aan vries-

omstandigheden. Voer alle vloeistof af die zich

in de pomp bevindt. Wanneer u dat niet doet,

kan de vloeistof bevriezen en de pomp bescha-

digen.

57

Niet aanwezig op de modellen 25-40, 25-60, 32-40 en 32-60.

nl - Vertaling vanuit het origineel

95

Advertising