3 eisen aan de elektriciteit, 4 de pomp installeren, 1 mechanische installatie – Xylem e-SV User Manual

Page 57: 2 elektrische installatie

Advertising
background image

WAARSCHUWING:
Gebruik de aan-uitklep aan de afvoerkant niet in gesloten stand

om de pomp langer dan een aantal seconden af te knijpen. Als

de pomp langer dan een aantal seconden met gesloten afvoer-

kant moet draaien, moet een omleiding worden aangebracht om

te voorkomen dat het water in de pomp oververhit raakt.

Voor illustraties van de eisen aan de leidingen, zie Afbeelding 12.

4.3 Eisen aan de elektriciteit

• De vigerende lokale voorschriften gelden boven deze vermelde eisen.
• Controleer in het geval van brandblussystemen (vochtinbrengers en-of

sprinklers), de plaatselijk geldende verordeningen.

Controlelijst elektrische aansluitingen
Controleer of aan de volgende vereisten is voldaan:

• De elektrische leidingen zijn beschermd tegen hoge temperaturen, vibra-

ties, en stoten van buitenaf.

• De stroomkabel is voorzien van:

• een apparaat ter voorkoming van kortsluiting
• Een hoog-sensitieve differentiaalschakelaar (30 mA) [residual current

device RCD] (reststroomapparaat) voor extra beveiliging tegen elektri-

sche schok

• een stroomisolatorschakelaar met een contactruimte van minstens 3

mm

Controlelijst voor het elektrische bedieningspaneel

Opmerking:
Het bedieningspaneel moet overeenkomen met de waarden van de elektri-

sche pomp. Onjuiste combinaties kunnen ertoe leiden dat de bescherming

van de motor niet meer gegarandeerd is.

Controleer of aan de volgende vereisten is voldaan:

• Het bedieningspaneel moet de motor beschermen tegen overbelasting en

kortsluiting.

• Installeer de juiste bescherming tegen overbelasting (thermisch relais of

motorbeschermer).

Type pomp

Bescherming

Enkelfase standaard elektrische

pomp ≤ 1,5 kW

• Ingebouwde, automatische reset

thermisch-amperometrische be-

veiliging (motorbeschermer)

• Bescherming tegen kortsluiting

(moet geleverd worden door de

installateur)

27

Driefasen elektrische pomp en an-

dere, enkelfase pompen

28

• Thermische beveiliging (moet

geleverd worden door de instal-

lateur)

• Bescherming tegen kortsluiting

(moet geleverd worden door de

installateur)

• Het bedieningspaneel moet uitgerust zijn met een beveiliging tegen

drooglopen waarop een drukschakelaar, drijfschakelaar, sondes, of andere

geschikte apparatuur is aangesloten.

• De volgende apparaten worden aanbevolen voor gebruik aan de aanzuig-

kant van de pomp:
• Gebruik een drukschakelaar wanneer het water vanaf een watersys-

teem gepompt wordt.

• Gebruik een drijfschakelaar of sondes wanneer het water uit een op-

slagtank of reservoir gepompt wordt.

• Wanneer gebruik gemaakt wordt van thermische relais, wordt aanbevolen

om relais te gebruiken die gevoelig zijn voor faseuitval.

De controlelijst voor de motor

WAARSCHUWING:
• Lees de bedieningsinstructies om zeker te weten of een bevei-

ligingsapparaat aanwezig is bij gebruik van een andere motor

dan de standaard motor.

• Als de motor is voorzien van automatische thermische be-

schermers, moet u rekening houden met het risico van onver-

wachte inschakelingen als gevolg van overbelasting. Gebruik

dergelijke motoren voor brandbestrijdingstoepassingen en

sprinklersystemen.

Opmerking:
• Gebruik alleen dynamisch uitgebalanceerde motoren met een halve spie

in de asverlenging (IEC 60034-14) en met een normale trilsnelheid (N).

• Het voltage en de frequentie van het net moeten overeenkomen met de

specificaties op het gegevensplaatje.

• Gebruik alleen één- of driefasige motoren waarvan de grootte en het ver-

mogen voldoen aan de Europese normen.

In het algemeen kunnen motoren werken binnen de volgende toelarantie-

waarden van stroomspanning:

Frequentie Hz

Fase ~

UN [V] ± %

50

1

220 – 240 ± 6

3

230/400 ± 10
400/690 ± 10

60

1

220 – 230 ± 6

3

220/380 ± 5
380/660 ± 10

Gebruik een kabel conform de regelgeving met 3 draden (2+aarde) voor

versies met enkele fase en met 4 draden (3+aarde) voor versies met drie fa-

sen.

Elektrische pomp met motor:

Type

Draadsok

Reikwijdte buitendiameter kabel in mm

M20 x 1,5, 6–12 M25 x 1,5, 13–18 M32 x 1,5, 18–25

SM

X

PLM

X

X

X

LLM

X

X

X

4.4 De pomp installeren

4.4.1 Mechanische installatie

Voor meer informatie over de pompfundering en de ankergaten, zie Afbeel-
ding 13
.
1.

Plaats de pomp op een ondergrond van beton of vergelijkbare con-

structie van metaal.

Als de overdracht van trillingen storend is, dient u trillingsdempende

steunen tussen de pomp en de fundering te plaatsen.

2.

Verwijder de pluggen die de openingen versperren.

3.

Richt de pomp en de flenzen van de leidingen aan beide kanten van de

pomp.

Controleer de afstemming van de bouten.

4.

Maak de leidingen met bouten vast aan de pomp.

Forceer de leidingen niet tijdens het vastmaken.

5.

Veranker de pomp stevig met de bouten aan de betonnen of metalen

ondergrond vast.

4.4.2 Elektrische installatie

1.

Om de koppeling makkelijker te maken, kan de motor worden ge-

draaid voor de meest geschikte positie voor de koppeling:
a) Verwijder de vier bouten waarmee de motor op de pomp beves-

tigd is.

b) Draai de motor in de gewenste positie. Verwijder niet de koppe-

ling tussen de motoras en e pompas.

c) Vervang de vier bouten en draai ze goed aan.

2.

Verwijder de schroeven van de klep van de contactdoos.

3.

Sluit de stroomkabels aan en bevestig ze conform het toepasselijke be-

dradingschema.

Voor bedradingschema´s, zie Afbeelding 14. De schema´s staan ook

achter op de klep van de contactdoos.

a) Sluit de aarde aan.

Zorg ervoor dat de aardedraad langer is dan de fasedraden.

b) Sluit de fasedraden aan.

27

zekeringen aM (starten v/d motor), of magneet-thermische schakelaar met curve C en Icn ≥ 4,5 kA of ander, vergelijkbaar apparaat.

28

Overbelasting thermisch relais met werkingklasse 10A + zekeringen aM (starten v/d motor) of motorbescherming magneet-thermische schakelaar met werkingklasse 10A.

nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing

e-SV - Nederlands

53

Advertising